Altijd leuk, een mooie tentoonstelling die geheel gratis te bezoeken is. Dubbel leuk, het Spoorwegmuseum gebruikt weer eens het voormalige gebouw van het Maliebaanstation als expositieruimte.

Toen in 1954 het Spoorwegmuseum officieel open ging was het museumgedeelte gevestigd in de zogeheten wachtkamers en kantoorruimtes van het voormalige Maliebaanstation. Tegenwoordig ligt de nadruk op de perrons en de nieuwbouw achter het historische gebouw.

Dat de expositie gratis toegankelijk is heeft ook deels te maken met die veranderingen in het museum, want een kaartje koop je weliswaar in de hal van het oude Maliebaanstation, maar de controle is pas bij de entree tot het achterliggende gebouw. Dus behalve als cadeautje aan de stad Utrecht is het ook een pragmatisch besluit om de tentoonstelling gratis te laten zijn.

Maar zelfs als er voor betaald had moeten worden is de tentoonstelling zeer de moeite waard om te bezoeken. Het is ook goed om te weten dat de expositie niet alleen over de historie van het gebouw gaat met de verschillende functies dat het heeft gehad. Ook wordt veel aandacht besteed aan de mensen die vroeger op en rond het spoor werkten.

Koffers voor lange reizen met de trein. Foto: Ton van den Berg

Persbericht Spoorwegmuseum:

Op 10 juni 1874 opende de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij een zijtak van de Oosterspoorlijn die van Hilversum naar Utrecht liep. Vlakbij de Maliebaan verrees een monumentaal station als opstapplaats voor de Utrechtse reizigers.

Bouwtekening van het Maliebaanstation (1873). Foto: Het Utrechts Archief

De keuze voor de plek van het station had nog wat voeten in aarde. Het oorspronkelijk geplande tracé ging over de Singel en het Zocherplantsoen. Dit leidde tot forse protesten van omwonenden en ook de gemeenteraad was tegen.

De bezwaren richtten zich op verlies van wandelgroen, afsluiting van de vaarroute en stremming van het wegverkeer. 'Met een spoorweg door 't plantsoen verliest Utrecht zijn fatsoen', dichtte iemand. Ook vreesde men overlast van ‘rollende en rookende locomotieven'.

Buys Ballot van het KNMI op bolwerk Zonnenburg was bang voor verstoring van de meetapparatuur, terwijl de gevangenisdirecteur van Wolvenplein vreesde dat gevangenen door passerende treinen steeds aan de buitenwereld zouden denken en 'ligter plannen tot ontvluchting beramen'. Uiteindelijk kwam men tot een alternatief tracé ten oosten van de Maliebaan met een station bij de Maliebrug tegenover Park Lepelenburg.

De bouwers van de de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij op de foto. Foto: Jim Terlingen

Historie

Aanvankelijk floreerde het station - je kon er opstappen op een rechtstreekse trein naar Parijs - maar gaandeweg verloor het station zijn belangrijke functie en werd het stil. Dichter F. Bordewijk omschreef in 1935 de sfeer in het station treffend als “een lijk boven aarde, dat vaak nog beklemmend onzen droom zal beheerschen”.

In 1939 viel het doek en sloot het station voor reizigersvervoer. Het grotendeels verlaten Maliebaanstation wordt nog als rangeer- en goederenstation gebruikt, ook vindt het Bureau van Gevonden Goederen een onderkomen in het station.

Luchtfoto van het Maliebaanstation in begin 20e eeuw. Foto: Spoorwegmuseum

In de Tweede Wereldoorlog namen de Duitsers bezit van het Maliebaanstation met als zwarte bladzijde de deportatietransporten van Utrechtse Joden.

Na de oorlog werd besloten dat het Maliebaanstation de ‘blijvende behuizing’ van het Spoorwegmuseum zou worden. Op 28 november 1953 was het zover, voor een kwartje entree konden bezoekers een gedeelte van het nieuwe museum bezoeken. In november 1954 was het gehele museum klaar en vond de officiële opening plaats. In 2005 werd het station weer in authentieke staat teruggebracht en sindsdien fungeert het als monumentaal entreegebouw van het vernieuwde Spoorwegmuseum.

'Maliebaanstation 150 jaar' is gratis te zien tot en met 1 november 2024. Het Maliebaanstation in de jaren '70. Foto: Het Utrechts Archief