Uterech heb een flink aantal tennisverenigingen, verspreid over de stad. Clubs met een uniek verleden en een wetenswaardig heden. In Nieuws030 zullen zij allemaal in willekeurige volgorde de revue passeren.

Paul Bersee 

Met het ontstaan van de Utrechtse Studenten Sport Vereniging Sphaerinda gaan we heel ver terug in de tijd. In 1882 besloten een aantal gymnasiasten om de cricketsport in de armen te sluiten. Tijdens hun studie aan de universiteit richtten zij een sportvereniging op die onderdeel werd van het Utrechtsch Studenten Corps. In 1888 werd deze officieel erkend. 

Nog voor het einde van de 19e eeuw waren hockey, voetbal en tennis aan de vereniging toegevoegd, waarbij tennis een belangrijke plek innam. Eind jaren vijftig werd ook nog de golfsport toegevoegd.

Niet alleen bestaat de vereniging al een eeuwigheid, het was in 1899 met veertien andere clubs ook medeoprichter van de overkoepelende tennisbond van Nederland, de KNLTB. 

En in 1892 had de vereniging de beschikking over de eerste overdekte tennisbaan van Nederland, zodat ook gedurende de kille wintermaanden doorgespeeld kon worden. Die tennisbaan lag midden in het centrum van Utrecht, in het gebouw Tivoli aan de Oudegracht.

Al vanaf 1918 organiseert Sphaerinda het oudste tennistoernooi van Nederland. Sinds 1932 wordt het 7-daags Sphaerinda-Open tennistoernooi gehouden op tennispark Rhijnauwen en het staat altijd garant voor een bijzondere sfeer en een hoog tennisspelniveau. In de jaren zestig werd de finale gespeeld tussen Tom Okker en Fred Hajer, op dat moment de twee beste spelers van Nederland!

Vanaf 1914 speelden drie leden van de vereniging jarenlang op het hoogste niveau van Nederland, de gebroeders Frits en Herman Roëll en Nederlands kampioen Max Tielemans!

En ’k wil net zegge, dat is waarlijk gin kattepies mè die koorballe!

De leden van Sphaerinda zijn actief bezig met golf bij U.G.C. De Pan, met hockey op de velden van SCHC en SV Kampong, met voetbal bij VV Sterrenwijk en met cricket bij SV Kampong. Daarnaast organiseert de vereniging voor hun leden en de corpsstudenten diverse balsport gerelateerde activiteiten en het jaarlijkse bezoek aan een wedstrijd van FC-Utrecht.

Gelegen aan de Weg naar Rhijnauwen, naast Het Oude Tolhuys, liggen de twee kunstgrasbanen van Sphaerinda. Daar spelen de leden met een baankaart voor recreatief vermaak en worden de competitiewedstrijden gespeeld. 

Lange tijd waren dat matecobanen van beton. Ik ken deze banen maar al te goed, want met een baankaart voor buitenstaanders heb ik daar samen met wat andere afgestudeerde tennisfanaten diverse winters op mogen spelen. We zagen de kwaliteit van de banen per seizoen minder worden. Ook de beheerders zagen dat de toestand van de banen zorgelijk was geworden. Ik geef het onmiddellijk toe: Mea Culpa! 

In 2013 werden de twee vervallen betonnen banen vervangen door twee banen van kunstgras met roodgekleurde speelvelden en groene uitloop. 

Ook op die tennisbanen mocht ik mij een keer vermaken. Ik was inmiddels lid van T.C. Rijnsweerd en de tennissers van Sphaerinda waren onze buren. Voor de competitie speelde ons team uit tegen Sphaerinda. Het was op een zeer warme zaterdagmiddag. Ik kwam aan op het afgesproken tijdstip, maar geen teken van leven op het tennisparkje van Sphaerinda. Het hek zat stevig op slot. Naast het hek stond een oude en vervuilde limousine die beslist een sopje kon gebruiken.

Ik fietste door naar mijn eigen club, twintig meter verderop. Daar zaten mijn teamgenoten op het terras met twee onbekende jongens. Die jongens vertelden dat hun amices onderweg waren met tennisballen en met de sleutel van het tennispark. Ik knikte en vreesde het ergste. Volgens hen kwam het allemaal goed. Wel spraken zij de hoop uit dat ze gebruik mochten maken van onze douches en vooral van het gekoelde bier van de tap. Als tegenprestatie mochten wij dan gerust de limo een avondje lenen.

Enfin, uiteindelijk verschenen de twee andere tegenstanders en een paar uur later hadden wij al onze wedstrijden kansloos verloren. Als excuus kon ik opperen dat ik niet gewend was op kunstgras te spelen, dat het leeftijdverschil met mijn tegenstander zesendertig jaar was, dat mijn racket beslist een nieuwe bespanning kon gebruiken en dat hun tennisballen de houdbaarheidsdatum allang waren gepasseerd. Over die kale ballen hadden we een klacht kunnen indienen bij de KNLTB, de tennisbond die zij dus in 1899 zelf hebben opgericht ... Maar waarom zou je de herinnering aan een gezellige tennismiddag verkloten?

Tijdens de nabespreking op het terras van T.C. Rijnsweerd complimenteerden de gastheren ons met de tegenstand die wij hadden geboden. En ze meenden het nog ook! Ik mocht die gasten wel. We aten bitterballen, dronken gekoeld witbier en droge witte wijn. 

Ondanks het pijnlijke verlies voelde ik mij tussen deze studenten weer even een jonge god met een schitterende levensloop in het verschiet. Dankzij die goedaardige bitterballen van Sphaerinda.

Inmiddels hebben allerlei planten en onkruid gretig beslag genomen van de gravelbanen van T.C. Rijnweerd. De banen van Sphaerinda daarentegen are still going strong. Zeker, ook de tennisbanen kunnen een sopje goed gebruiken, maar ze liggen er mooi wel …