Raymond Taams - Een wintervertelling (6)
Gepubliceerd: zaterdag 6 februari 2021 06:00
Raymond Taams - Een wintervertelling (6)
De startbaan leek dus vrij en oneindig lang in maart 2018. Geld op de bank, geen omkijken meer naar ouders die mijn leven gefrustreerd hadden, zeeën van tijd om in sociaal opzicht een normale man te worden. Bovendien kreeg ik de ADHD steeds beter onder controle.
ADHD was in mijn beleving een remprobleem van de voorste hersenkwabben. Door iedere dag twee uur te mediteren, trainde ik focus en impulsbeheersing. Domme opmerkingen tijdens ontmoetingen met vrouwen namen hierdoor af. Listig combineerde ik seksuele ontwikkeling met schrijfambities, door voor een website wekelijks een column over internetdaten te verzorgen. Gaandeweg ontstond een ‘vliegwiel-gevoel’; dag na dag mediteren, met vrouwen afspreken, aan teksten schaven, grote schrijvers lezen, kortom: een toekomst veroveren door gedisciplineerd, hard werk. De dertig naderde, het kon nog. Toen kwamen die klote-lockdowns in maart 2020.
Ongelukkigerwijs liep de termijn van mijn langste relatie tot dan toe af op 1 maart. Dit moet ik uitleggen. Bert, een oud-studiegenoot die bij de vijftigplus-omroep werkte, vroeg me om in een live-uitzending op televisie te vertellen over Tinder. “Oh, da’s prima, zal ik dan een eerste date regelen voor tijdens de show?”, reageerde ik. “Ongelooflijk, lukt je dat echt?”, lachte Bert.
Zo ongelooflijk was het niet: Tinder was massaproductie geworden. Compleet met een volledig gestandaardiseerde werkwijze. Stap één: aantrekkelijk profiel creëren – tekst en beeld kloppend maken, gewoon m’n vak als afgestudeerd mediaman. Stap twee: alle vrouwen goedkeuren als potentiële partner. Stap drie: ‘Hey, zin om vanavond iets te drinken?’ sturen naar iedere dame die mij goedkeurde. ‘Ha, wat een verfrissende benadering’, kwam er dan opvallend vaak terug. ‘Goedkoop’ had ik eerder verwacht, hoewel de strategie de enige rationele was. Slechts fysieke ontmoetingen boden helderheid over de dynamiek tussen twee mensen, waarom energie verspillen aan het opstellen van complexere berichten?
Drie uur voordat de live-uitzending begon, verzond ik een serie uitnodigingen. Kelly uit Amersfoort hapte toe. Helaas gooide een grote stroomstoring op het traject Amersfoort-Hilversum roet in het eten, daarom troffen we elkaar later op Utrecht Centraal. Met de fles wijn die ik als dank voor het tv-optreden kreeg, slenterden we richting Moreelsepark. Eind augustus was het, een warme avond. “Hoe ging je optreden?”, informeerde Kelly. “Niet onaardig”, bromde ik, “naast de camera hing een aftelklok, ongeveer om de vijf minuten mengde ik me in de groepsdiscussie, niet te veel, niet te weinig.” “Wow, strak time-management”, vond ze.
Opgestuwd door televisie-adrenaline visualiseerden mijn hersenen plots een veel groter concept. “Wat nu”, hield ik Kelly voor, “als we tijdsmanagement op onze relatie toepassen? Over enkele uren is het september, laten we hierbij een overeenkomst aangaan voor de duur van exact zes maanden, zonder optie tot verlenging. Seksuele garantie gedurende de wintermaanden.” Schaterend ging ze akkoord, opeens was het de volgende morgen en werden we met een behoorlijke kater naakt wakker onder mijn dekbed. Wekelijks kwam ze langs voor hetzelfde recept. Kerst vierden we samen, even leek het een serieuze verhouding te worden. Tot ik opbiechtte nog andere vrouwen te zien, dat vond ze onprettig.
Nauwgezet hield Kelly zich aan de einddatum, berichten na 29 februari bleven onbeantwoord. Goed verhaal natuurlijk, ware het niet dat in de internationale pers het coronavirus inmiddels rondzoemde. Dramatische beelden uit Italië dwongen de Nederlandse regering tot vergaande maatregelen; vanaf half maart gingen scholen en horeca op slot. Vrouwen op Tinder hielden de boot af wanneer ik voorstelde thuis of in een park af te spreken. Eerst begreep ik de paniek, toch werd gauw duidelijk dat corona vooral bejaarden trof. ‘Aan een erfenis heb je uiteindelijk meer dan aan ouders’ grapte ik tegen Marlies (38) in een poging haar over te halen, waarop onmiddellijke blokkering volgde.
Saskia (39) stemde in met een wandeling langs de gracht, op veilige afstand van elkaar. Kille voorjaarswind suisde langs mijn oren, weggedoken in onze kragen beenden we voorbij oude gevels door verlaten Utrecht. Gesprekken over corona wilde ik vermijden, doch de afwezigheid van het normale leven was zo overweldigend dat dit automatisch gebeurde. “Eng hoor allemaal, en mijn moeder heeft astma…” huiverde Saskia. Zelf had ze een doffe huid en dun, blond haar. Plichtmatig vertelde ze over het dagelijkse bestaan als hoofd administratie bij een sanitairbedrijf. Vrijgezel was ze al jaren, voor de lockdown ging ze graag naar feesten waar foute muziek uit de jaren tachtig en negentig gedraaid werd. “Gek, ik heb je nog niet één keer zien lachen”, constateerde ze na een uur. Energie voor verdere stappen ontbrak me, we liepen naar de tramhalte. “Kom maar langs in Nieuwegein als dit allemaal voorbij is”, nam ze afscheid.
Vervolg morgen...