Cookie-crisisdagboek (6)
Gepubliceerd: vrijdag 12 maart 2021 07:00
Nieuws030-lezer Daan Verhoeven, een personage van schrijver Raymond Taams, publiceert het dagboek dat hij bijhield gedurende de Cookie-crisis in januari van dit jaar.
dinsdag 19 januari 2021
De orgie in het studentenhuis duurde het hele weekend. “Er was coke, drank, en het zaad spoot tegen het plafond”, vertelt een vriend van me altijd over zijn jaren bij de omroep. Ik dacht dat hij dit overdrachtelijk bedoelde, maar het is werkelijk mogelijk dat liefdessappen zo hoog reiken, weet ik nu.
Dinsdagmorgen is het thans, de kater trekt eindelijk weg. Allesbehalve prettig waren de afgelopen vierentwintig uur, ik probeerde mijn roes uit te slapen maar werd om de haverklap wakker door ijzingwekkend gekrijs bij de buren. Marie-Louise en Henk wonen hiernaast, rustige mensen, zij is een gepensioneerd lerares Frans. Uit barmhartigheid hebben ze een nicht met hevige psychiatrische problemen in huis genomen. Heel lief natuurlijk, maar de luid uitgeschreeuwde doodsangsten werken behoorlijk op de zenuwen.
‘Denk dat ik verliefd op je ben, wil je alle dagen tot het einde zien’, appte een onbekend nummer gisteren. Volgens Tara gaat het om Suus, een vriendin van haar waar ik uren achter elkaar de liefde mee bedreef. Geen flauw benul meer. Normaal gesproken zou het feit dat je zwaar gedrogeerd seks hebt gehad met jan en alleman angstaanjagend zijn. Nu een dodelijke soa geen verschil maakt, is het vooral de existentieel-filosofische kant van de zaak die knaagt.
Objectief bekeken vindt er een evenement plaats, het had een bingo of een kaasmarkt kunnen zijn, maar het was nu toevallig een orgie, en daaraan nemen mensen deel. Op subjectief niveau genieten de deelnemers, waarna de genietingen idealiter worden omgezet in herinneringen. Toen mijn oma de diagnose Alzheimer kreeg, heb ik geworsteld met dit vraagstuk, en deze gedachten zijn terug. ‘Dat pakken ze me niet meer af’, zeg je na een mooie vakantie, maar dit is onzin. Over minder dan twee weken gaat mijn hoofd op zwart, veertig jaar aan herinneringen vernietigd als karton in een afvalverwerker. Geloven in een hiernamaals lijkt de enige oplossing, helaas voedden mijn ouders areligieus op.
Troost put ik uit een concept dat ik na oma’s overlijden ontwikkelde: dankbaarheid voor de tijd dat je herinneringen mag bezitten. Neem nu bijvoorbeeld mijn lieve vader en moeder, respectievelijk acht en vier jaar dood. Beelden van hen flitsten eindeloos door mijn hoofd sinds ze er niet meer zijn. Daar heb ik van genoten, de herinneringen zijn gebruikt, ze hebben niet onaangeroerd in mijn kop gelegen, voor zover dat überhaupt mogelijk is.
Morgen hoe het verder gaat... en slot