Cookie-crisisdagboek (2)
Gepubliceerd: maandag 8 maart 2021 07:00
Nieuws030-lezer Daan Verhoeven, een personage van schrijver Raymond Taams, publiceert het dagboek dat hij bijhield gedurende de Cookie-crisis in januari van dit jaar.
maandag 11 januari 2021
Contact met de buitenwereld wilde ik gisteren zo lang mogelijk uitstellen. Gelukkig woon ik in een smal steegje aan de rand van de Utrechtse binnenstad, bezoek heeft vaak grote moeite om het te vinden. Buren laten zich zelden zien, op straat is het meestal rustig, zo ook gisteravond.
Onaangeroerd lagen telefoon en laptop op de salontafel, precies zoals ik ze na het ledigen van de whiskyfles moet hebben achtergelaten. Tot negen uur genoot ik van een heet bad, om vervolgens de NOS Teletekst-app te openen. Op pagina 101 prijkte de vertrouwde nuchtere opsomming van belangrijkste nieuwsfeiten, tijdens de coronahysterie was dit een verademing.
‘Rutte: vakantiedagen opnemen mag’, stond er onder de kop ‘Cookie-crisis’. ‘Hè’, knipperde ik met mijn ogen, ‘gaat de politiek nu zelfs je laatste drie weken bedisselen?’. Bemoeizucht met een niet overdreven dodelijk virus werkte al zo op de zenuwen. In principe was de covid-uitbraak een zaak tussen virus en burger, zoals de huidige toestand een zaak tussen meteoriet en burger is. Misschien moet ik toch Libertaire Partij stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart, oh nee, wacht… Langzaam sluipt de naderende dood in mijn systeem, het doet me nog steeds weinig.
Meer dan duizend nieuwe berichten bevatte WhatsApp, vooral de groepsgesprekken puilden uit. ‘Een unieke roman, ik heb een unieke roman in handen’, juichte een inwendige stem. Stel je voor: een kans van vijfennegentig procent dat iedereen binnen twintig dagen sterft. Waar mensen in zo’n situatie over praten, kan geen schrijver verzinnen.
Toch legde ik de iPhone met het scherm naar beneden op de leuning van de bank, en begon te peinzen over mijn onthechtheid. Hield ik niet van het leven? Had het met de dood van pa en ma te maken? Kinderen heb ik nooit gewild, en daar zit ‘m volgens mij de crux. Eind 2008 begon Georgette, waarmee ik toen drie jaar samenwoonde, te zeuren om een baby. Hoeveel ik ook van haar hield, intellectueel kon ik mij er niet toe zetten.
Laat me dit uitleggen. Voor het tijdperk van de industrialisatie leefden mensen in simpele, relatief eenvoudig te besturen verbanden. Omstreeks 1900 kwam de trek naar de steden op gang, daar was werk in de fabrieken, en deze ineens enorm opgeschaalde samenlevingen schreeuwden om nieuwe systemen, welke spoedig verschenen. Fascisme probeerde men uit, dit strandde anno 1945.
Communisme en liberalisme hielden het langer vol, maar sneuvelden respectievelijk in 1989 en 2008. Eventuele toekomstige historici zullen de eenentwintigste eeuw laten beginnen in 2008, daar ben ik van overtuigd. Commerciële banken werden dat jaar met belastinggeld gered omdat ze rommelhypotheken verkochten aan particulieren.
Onze financiële infrastructuur hing aan een zijden draad, daar de vrije markt in staat bleek tot krankzinnige excessen. Einde oefening voor het kapitalisme, begreep ik intuïtief. Vanaf nu zaten we gevangen in reusachtige, ingewikkelde samenlevingen zonder samenhangend verhaal. Vanwege hun multi-interpretabele karakter bezaten slechts nationalisme en anarchisme nog enige aantrekkingskracht, verder restte de voortdurende oorlog van iedereen tegen iedereen. Zoiets gun je een kind niet.
Georgette vond dat ik in mijn hoofd leefde, dat ik mezelf verloor in ‘het grote wereldgebeuren’, zoals zij het noemde. Ze vertrok en kreeg een kind met een ander. Twijfel bezocht me geregeld gedurende de afgelopen twaalf jaar. Zag ik het te somber in door mijn lichte neiging tot depressiviteit?
2020 zette een punt achter dit gepieker. Coronabesmettingen leidden in het Westen plotsklaps tot een doodenge nieuwe maatschappijvorm: ‘Fysieke gezondheids-fascisme’. Waar politici zich vroeger luidruchtig op de borst sloegen bij een economische groei van 0,2 procent, buitelden ze nu als dronkemannen over elkaar om de ene na de andere sector te sluiten. Lage staatsschuld? Ook dit afgodsbeeld werd onder luid gejuich van een fanatieke ‘blijf thuis, blijf gezond’ twitterende menigte stukgeslagen op het altaar van de coronazorg; duizenden miljarden pompte Europa in recordtijd door de economie.
Meedogenloos rekende de nieuwe religie af met onwelgevalligen. Horecapersoneel en festivalmedewerkers, tot maart op handen gedragen om de geboden gezelligheid, konden creperen. ‘Smetteloos en virusvrij’ werd het geloof waar we ons, bij gebrek aan betere verhalen, aan vastklampten. Toen kwam Cookie, wat een grap.
Morgen hoe het verder gaat....