Door Paul Hustinx
journalist/ex-correspondent Stadsblad

Ja, het is definitief gebeurd met het Stadsblad. En ook met De Brug in Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern overigens. En daarmee heeft Utrecht geen huis-aan-huisblad meer. Tamelijk onverwacht allemaal, en het is ook de vraag of dit de bedoeling was en of het een onafwendbare afloop was. Twee maanden geleden was er nog helemaal niets aan de hand en maakten we allemaal nog vrolijk onze krant.

De eerste berichten dat er iets aan de hand was, dateren van 18 mei. Toen had er een plotselinge spoedvergadering plaatsgevonden en werden de correspondenten geïnformeerd, niet over opheffing van het blad, maar over het feit dat uitgever DPG (voorheen ‘De Persgroep’) vrijwel al haar kranten had verkocht aan lokale uitgeverijen vanuit de gedachte dat ze ‘een beter toekomstperspectief hebben’ bij uitgeverijen die zich ‘nog vooral op print’ dan wel ‘volledig op het product huis-aan-huisbladen’ richten. ’En niet zoals DPG op online’, vermeldde men zich er nog achteraan.

Dat klinkt niet slecht, zou je denken. Mooier kan het bijna niet. De content coördinatoren - vroeger heette dat ‘hoofdredacteur’ - zouden in elk geval meegaan, en kort daarna, op 31 mei, nog maar een maand voor het einde, volgde een mail van de clustermanager aan alle correspondenten dat de koper voor Utrecht, uitgeverij RODI, graag contact met hen opneemt ‘om te bespreken of je voor hen de huidige werkzaamheden zou willen voortzetten en misschien zelfs uitbreiden’. Vooral dat laatste klinkt helemaal prachtig, en eenieder ging vrolijk zijn of haar gang.

Pas zo’n 10 dagen daarna - we zaten al een eind in juni - drong bij de redactie het besef door dat uitgeverij RODI ook drukker is van de tweewekelijkse Utrechtse krant DUIC en dat de deal wel eens zou kunnen betekenen dat de eer naar die krant gaat, maar ook daarover kon niets met zekerheid worden gezegd. Half juni plaatste DPG een bericht op de site van het Stadsblad over de verkoop aan RODI, die ‘de krant zal integreren in DUIC’ en waarin RODI meldt ‘de waarde van huis-aan-huiscommunicatie’ te zullen ‘borgen’ en ‘verder te gaan op de ingeslagen weg’.

Dat hoeft ook nog niet slecht te klinken. Het zou misschien een mooi huis-aan-huisblad kunnen opleveren in samenwerking met DUIC. Dus de hoop was nog niet vervlogen. Maar in de tweede helft van juni pas werd gaandeweg in de informele onderlinge communicatie duidelijk dat het zo toch niet lag. De lezer van de papieren krant werd ondertussen in het ongewisse gelaten.

Pas op de laatste dag van juni, de 30e, meldde de krant plots ‘laatste Stadsblad!’ en kregen de correspondenten een ‘bedankt!’-mailtje van de clustermanager die het ook ‘aan het hart’ ging. Boem! Het was afgelopen en onherroepbaar. Intussen meldde DUIC niets meer dan voortaan wekelijks te zullen verschijnen, door een advertentiedeal met DPG weliswaar. Al snel werd ook duidelijk dat DUIC geen huis-aan-huisblad zou worden en gewoon haar bestaande krant vaker zou gaan uitbrengen. 

Is dit gewoon de tijdgeest en is de tijd voor de huis-aan-huisbladen gewoon voorbij? Een blik op andere h-a-h-bladen geeft toch een ander beeld. ‘De Brug’ in Nijmegen meldt op haar voorpagina zelfs nog gewoon bezorgers te zoeken en een pagina verder spreekt de inmiddels landelijk bekende burgemeester Bruls zijn burgers burgervaderlijk toe.

DPG
Ook DPG zelf is intussen duidelijk. De operatie die tenslotte tot doel had de h-a-h-bladen een zo goed mogelijke toekomst te bieden in handen van de daarvoor meest geschikt geachte partijen is een succes, landelijk geredeneerd. “Verreweg de meeste van de 80 titels blijven behouden, bijna alle mensen gaan door en massaontslagen zijn voorkomen. Over het algemeen is de hele operatie een goede stap geweest”, zegt clustermanager Dennis Rijsbergen, die zelf overigens wél - tja, wrang en sneu, Dennis! - door de operatie zijn baan verliest per 1 september.

De positieve uitkomst van de operatie is ook precies zoals bedoeld, want “we vinden dat de h-a-h-bladen een betere kans moeten krijgen bij een uitgever die speciaal dat als kerntaak heeft”. Precieze cijfers heeft Rijsbergen niet direct paraat, maar het gaat om ‘enkele titels, maar een handjevol’ waarbij het anders is afgelopen, waaronder toevallig het Stadsblad en De Brug Leidsche Rijn.

Hoe kon het bij deze kranten toch fout gaan? “De beslissing over het wel of niet opheffen van een titel of deze te integreren in een andere is aan de nieuwe eigenaar. De nieuwe eigenaar is RODI, dus het is aan RODI om te beslissen”. Hij maakt de vergelijking met een autoverkoop. Het kan gebeuren dat de nieuwe eigenaar aan wie je net je auto hebt verkocht direct besluit hem naar de sloop te brengen, dat kun je betreuren, maar daar heb je als oude eigenaar dan niets meer over te zeggen.

Rijsbergen zegt de opheffing van het Stadsblad tijdens de onderhandelingen met RODI niet te hebben voorzien en er achteraf ‘van te balen’ dat de titel uit de markt is genomen. Vooral persoonlijk voor de freelancers vindt hij het heel vervelend. “Aan de redactie heeft het nooit gelegen, redactioneel was het een heel goede en toffe krant, maar commercieel was het een lastige lokale markt”.

Dit laatste is het enige inhoudelijke, mogelijke argument voor de opheffing dat uit de gesprekken naar voren komt. Door het beperkte advertentieaanbod, zeker in coronatijd, was de krant relatief dun in vergelijking met collega-kranten. En toch is juist Utrecht een van de snelst groeiende gemeenten van het land, dus dit laat nog veel vragen over. De JA-stickerkwestie die de distributie aanvankelijk onder druk zette, maar door een gewonnen rechtszaak al snel leek te zijn opgelost, maar tevens door een beroep van de gemeente toch altijd enigszins boven de markt bleef zweven, heeft volgens Rijsbergen geen rol gespeeld. 

DUIC
En dan DUIC. Is er vanuit DUIC een coup gepleegd op het Stadsblad? Hoofdredacteur Robert Oosterbroek weet van niets. “Er is geen sprake van dat DUIC het Stadsblad heeft overgenomen. Wij hebben er helemaal geen rol in gespeeld.” Hij zegt zelfs nog nooit met het Stadsblad of RODI te hebben gesproken. Ja, DUIC krijgt nu de landelijke advertenties van DPG die voorheen voor het Stadsblad waren, maar door de strikte scheiding tussen de redactie en de advertentieafdeling heeft hij daar geen enkele bemoeienis mee gehad.

Inhoudelijk wil hij in principe door op de ingeslagen weg met de bestaande verspreidingswijze en de bestaande redactie. Alleen verschijnt de papieren editie voortaan wekelijks in plaats van eens per twee weken. Hij staat wel open voor nieuw talent, maar op zich niet meer dan anders. Hij is er in elk geval niet op ingesteld een hele reeks freelancers vanuit het Stadsblad een plek te bieden in de DUIC-redactie. De door DPG eerder verwoorde ‘integratie’ van het Stadsblad in DUIC lijkt niet meer te betekenen dan dat de advertenties uit het Stadsblad ‘geïntegreerd’ worden in DUIC, zo meldt ook een woordvoerster van de advertentieafdeling.

Ook Joris Daalhuisen, één van de twee ‘uitgevers’ bij DUIC, zegt dat het nooit de bedoeling is geweest het Stadsblad te doen verdwijnen ten gunste van DUIC. Wel heeft DUIC zo’n 1½-2 jaar geleden contact gezocht met DPG toen de JA-stickerkwestie een serieuze bedreiging vormde voor de verspreiding van het Stadsblad. Toen heeft DUIC het constructief bedoelde voorstel gedaan haar distributiesysteem ter beschikking te stellen aan het Stadsblad in de weken dat DUIC niet verscheen. In ruil daarvoor wilde DUIC in de andere weken de DPG-advertenties ontvangen. In dat voorstel zouden beide kranten tweewekelijks verschijnen.

Of dat een goede oplossing was geweest, is betwistbaar, maar het is ook slechts bij een voorstel gebleven, want de stickerkwestie was al snel opgelost door een door DPG gewonnen rechtszaak. Ieder ging zo weer zijns weegs voor enige tijd. Totdat op een goede dag RODI, al de huisdrukker van DUIC, zich meldde bij DUIC met het aanbod het Stadsblad te kopen.

Hierop heeft DUIC volgens Daalhuisen expliciet gezegd: “Nee, dat hoeft niet”. Maar tegelijkertijd liet DUIC wel merken geïnteresseerd te zijn in de landelijke advertenties van DPG. Daarop toog RODI weer aan het onderhandelen met DPG, waarna DUIC plotseling door RODI de nu ontstane situatie als onderhandelingsresultaat kreeg aangeboden. De vraag was alleen ‘willen jullie wekelijks verschijnen?’, maar zo ja, dan kreeg DUIC alle advertenties uit het Stadsblad, om het lot waarvan RODI zich blijkbaar minder bekommerde. DUIC sloeg vervolgens aan het rekenen met positieve uitkomst, en het was beklonken.

“We hebben nog nergens een handtekening onder gezet”, zegt Daalhuisen enigszins verbaasd over dit snelle akkoord dat hij betitelt als een ‘gentlemen’s agreement’. Hij wil hierbij benadrukken dat DUIC slechts een zeer losse relatie heeft met RODI, dat voor DUIC slechts als drukker functioneert, niet als uitgever, hoewel RODI ook kranten uitgeeft. Maar bij DUIC is DUIC zelf haar eigen uitgever.

Maar wat vindt Daalhuisen ervan dat deze deal het einde van een collega-medium, het Stadsblad, betekent? Daarover is hij resoluut: “Je spreekt nu met iemand die hart heeft voor nieuws en ook voor een papieren krant, dus ook voor het Stadsblad”. Evenals Oosterbroek zegt hij zelf part noch deel te hebben gehad aan de deal die achter de schermen is gesloten: ‘We hebben hier met niemand een gesprek over gevoerd’. De gevolgen voor het Stadsblad zijn echt een eigen keuze geweest van DPG en RODI, stelt hij.

Dat het Utrechts medialandschap nu een speler minder telt en daarmee minder pluriform wordt, vindt hij ook ‘gewoon jammer’, en meer dan dat: “Het hakt erin!”. Het mediaspectrum wordt steeds meer ‘een soort eenheidsworst’, zegt hij. Hoe het is gegaan, verdient volgens hem absoluut geen schoonheidsprijs, ook niet naar de lezers toe, want ook het Stadsblad had een heuse ‘fanschare’, bemerkte hij. Ook betreurt hij de menselijke gevolgen voor de medewerkers.

Echter, eveneens betreurt hij dat DPG in een bericht de verwachting heeft gewekt dat het Stadsblad in DUIC zou worden geïntegreerd, want ook daar is nooit over gesproken en dat is ook nooit de bedoeling geweest voor DUIC. DUIC zal ook in de toekomst op dezelfde manier worden verspreid als nu, via bakken in de stad. Daalhuisen zegt dat onderzoek heeft uitgewezen dat het bereik van zijn krant ‘nagenoeg hetzelfde is’ als van het huis-aan-huis verspreide Stadsblad dan wel dat ‘wij beter worden gelezen dan het Stadsblad en De Brug bij elkaar’.              

Maar als DPG het Stadsblad nooit heeft willen afstoten en ook DUIC het Stadsblad nooit de nek heeft willen omdraaien, en beiden hier ook nooit over zeggen te hebben gepraat, wat is dan de rol van RODI geweest dat volgens DUIC de deal met DPG gesloten zou hebben en hierin in elk geval als tussenschakel heeft opgetreden.

RODI
RODI is hierin even resoluut. “Wij drukken alleen de krant, wij maken de krant niet en zijn niet de eigenaar, dat is DUIC”, zegt directiesecretaresse Maria Buur. Voor beslissingen om het Stadsblad op te heffen of al dan niet te integreren in DUIC verwijst zij door naar DPG als de verkopende partij en naar DUIC als de ontvangende nieuwe eigenaar; als drukkende partij bemoeien zij zich op dit punt nergens mee.

RODI is er ook van uitgegaan dat als DPG in een persbericht stelt dat het Stadsblad in DUIC wordt geïntegreerd, dat dit dan ook zo tussen beide partijen is overeengekomen, aldus Buur. Hoe dan ook, voor de verdwenen krant is er ook een teruggekomen, zegt ze. RODI is overigens behalve drukker ook uitgever en heeft als zodanig een groot aantal DPG-kranten wel degelijk een volwaardig voortbestaan gegeven met het eigen RODI-beeldmerk naast de kop.

Een goed voorbeeld hiervan is het Alphens Nieuwsblad waar de ‘content coördinator’, vroeger heette dat hoofdredacteur, van het Stadsblad Marieke Markus - het zij haar gegund - een nieuw onderkomen heeft gevonden (Veel succes aldaar, Marieke!). Maar in de Stadsbladzaak beschouwt RODI zich alleen als drukker en verwijst zij naar DUIC als verantwoordelijke eigenaar. DPG stelt echter bij monde van clustermanager Dennis Rijsbergen uitsluitend met RODI als kopende partij en dus rechtmatige nieuwe eigenaar te hebben gesproken en niet met DUIC. “Maar het staat RODI vrij het door te verkopen. Wat RODI ermee doet is aan hen”. Hij maakt nogmaals de vergelijking met de autoverkoop.

Maar wacht eens even, wie heeft er nu toe besloten dat het Stadsblad maar moet worden opgeheven en neemt daar de verantwoordelijkheid voor? DPG legt de verantwoordelijkheid geheel bij de aankopende partij RODI en diens relatie met DUIC. DUIC stelt dat alle belangrijke beslissingen zijn genomen in het voortraject tussen DPG en RODI waar zij volledig buiten heeft gestaan. En RODI zegt in deze zaak slechts drukker te zijn en verwijst voor alle inhoudelijke beslissingen door naar de eerst verkopende partij, DPG, en de uiteindelijk ontvangende partij, DUIC. 

En zo is er een in volle vaart draaiend instituut - zo’n maand geleden waren wij allen nog volop, nietsvermoedend dan wel vol optimisme, aan het werk - zomaar uit de lucht geschoten … na ruim 65 jaar … onomkeerbaar, naar het lijkt. En niemand zegt het gewild of gedaan te hebben. Hoe dan ook, alle JA-stickers ten spijt zal er door Utrechts brievenbussen geen huis-aan-huisblad meer vallen, toch de meest ‘inclusieve’ manier om alle Utrechters middels journalistiek bij de ontwikkelingen in hun stad te betrekken.

En ondertussen blijft burgemeester Hubert Bruls de Nijmegenaren gewoon burgervaderlijk toespreken via weekkrant De Brug, toevallig ook de naam van de krant uit Leidsche Rijn die samen met het Stadsblad het loodje moest leggen.