Er wordt door de overheid een te positief beeld geschetst van de werkelijkheid als het gaat om jeugdbendes. Als je naar de cijfers kijkt lijkt het aantal flink afgenomen, maar in gesprekken met Utrechtse wijkagenten komt een heel ander beeld naar boven.

eilMinister Opstelten liet eerder weten ook blij te zijn dat het aantal criminele jeugdgroepen afgenomen is, maar waar deze jongeren gebleven zijn is niet bekend. Wat de SP betreft is dat geen bewijs dat zijn aanpak heeft gewerkt.

Er is geen enkel onderzoek geweest naar de effectiviteit van die aanpak. Wij hebben gesproken met Utrechtse wijkagenten uit de wijk Kanaleneiland, die elke dag te maken hebben met criminele jongeren. Zij vertellen een heel ander verhaal. De huidige aanpak faalt nog op veel punten. Er is daarom nog geen enkele reden tot juichen.

In de prestatiedoelstelling van de gemeente Utrecht wordt aangegeven dat het aantal problematische jeugdgroepen van 40 groepen in 2012 gedaald is naar 21 groepen in 2013, waarvan 5 groepen als een criminele groep aangemerkt worden.

Behalve kritisch te kijken naar hoe deze groepen het beste in kaart gebracht kunnen worden, kan er ook gekeken worden naar welke aanpak het beste werkt. De wijkagenten geven zelf aan zich veel meer in samenwerkingsverband te willen focussen op de kopstukken. Om te bepalen hoe we dat het beste kunnen doen kunnen we kijken naar voorbeelden uit andere steden, zoals de Top600 aanpak in Amsterdam.

We hebben burgemeester Van Zanen van Utrecht opgeroepen om zelf eens met tien wijkagenten in gesprek te gaan, zodat hij ook een realistisch beeld krijgt van hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Ook wil de SP dat er gekeken wordt naar de mogelijkheid om een vaste officier van justitie per regio aan te stellen als aanspreekpunt voor de wijkagenten zodat er een snelle veroordeling kan plaatsvinden.

Nine Kooiman (SP-Kamerlid)

Vincent Wijlhuizen (SP-raadslid Utrecht)

Reageren? reacties@nieuws030.nl