Verdenking van mogelijke omkoping gemeente Utrecht
Gepubliceerd: woensdag 26 januari 2022 15:11
Louis Engelman – Ambtelijke corruptie. Daarvan verdenkt de Utrechtse Bomenstichting de gemeente Utrecht bij de verkoop van grond aan het Rachmaninoffplantsoen. Namens de stichting heeft Kees van Oosten, eigenaar van Bureau Rechtsbescherming, vandaag aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.
In een brief aan mr. Rutger Jeuken, hoofdofficier van justitie in het arrondissementsparket Midden-Nederland, doet Van Oosten de melding van ‘mogelijke omkoping bij de gemeente Utrecht’.
Hij verwijst daarbij naar de verkoop van twee percelen op de huidige parkeerplaats aan het Rachmaninoffplantsoen. Utrecht deed deze op 15 februari 2019 voor 311.868 euro over aan projectontwikkelaar Rachmaninoffhuis bv. Bijna vijf maanden later verkocht deze de grond voor 1.280.917 euro aan Bouwinvest Dutch Institutional Residential Fund NV.
De vertegenwoordiger van de Bomenstichting baseert zich in zijn aangifte op de onthullingen die de redactie van deze site vorig jaar deed. Daaruit bleek - Van Oosten citeert dit in zijn brief - dat de feitelijke verkoop al op 2 en 3 oktober 2018 plaats vond. Op die dagen waren de partijen overeengekomen de percelen aan elkaar over te doen. Op 2 oktober verkocht Utrecht voor ruim 3 ton aan de projectontwikkelaar en precies een dag later schoof deze de grond voor bijna 9 ton méér door naar Bouwinvest.
In de aangifte bij de officier van justitie wijst Van Oosten op het beding in de koopaktes waarin uitdrukkelijk wordt vermeld dat de grond in gebruik is als parkeerterrein en niet bebouwd mag worden. Dit is ook in het bestemmingsplan opgenomen.
Niettemin maakte het Utrechtse college op 23 juni 2021 in een intentiedocument bekend dat Rachmaninoffhuis bv, Bouwinvest en ontwikkelaar Mooi Ontwikkelt zich bij de gemeente hebben gemeld met een plan voor een 70 meter hoog appartementencomplex op een deel van het bewuste parkeerterrein. Van Oosten: ‘Daar besluit de gemeente aan mee te werken, hoewel het plan geheel in strijd is met het niet-bouw-beding’.
In de aangifte meldt hij voorts: ‘De gemeente beweert naar aanleiding van schriftelijke raadsvragen dat vanaf mei 2019 gesprekken plaats vonden over toekomstige ontwikkelkansen. Dat sluit niet uit dat 7 maanden eerder aan Bouwinvest de toezegging is gedaan dat het met het niet-bouwen-beding niet zo’n vaart zou lopen. Anders kan niet verklaard worden dat Bouwinvest op 3 oktober 2018 bereid was 1.280.917 euro te betalen voor een stuk grond dat volgens de gemeente, gegeven de bestemming van de grond en gegeven het niet-bouwen-beding slechts 311.868 euro waard was’.
Naar het oordeel van de Utrechtse Bomenstichting wordt door de gang van zaken met de grondverkoop en het feit dat de gemeente volop medewerking verleent aan een ontwikkeling, die zij zelf door middel van een kettingbeding expliciet heeft willen uitsluiten, sterk de indruk gewekt dat er sprake is van strafbare feiten. Om die reden vraagt de stichting aan de officier van justitie een strafrechtelijk onderzoek in te stellen.
Van Oosten gelooft, desgevraagd, niets van de verklaring van beide commerciële partijen dat de extra betaling een achtergehouden uitkering betrof om er zeker van te zijn dat de parkeerplaats aan Bouwinvest zou worden overgedragen. Hij hekelt de beantwoording van het college op raadsvragen van de PvdA en SP hierover. ‘Of de burgemeester en wethouders willen niet precies weten wat zich heeft afgespeeld, of ze worden door hun ambtelijke adviseurs onkundig gehouden.’
De volgens hem ‘ronduit dictatoriale manier waarop de participatie van omwonenden met behulp van drie gemeenteambtenaren plaats vindt wijst erop dat de gemeente er heel veel aan gelegen is dit bouwplan tegen de zin van omwonenden en andere belanghebbenden door te drukken.’
‘Dit riekt sterk naar omkoping’, concludeert Van Oosten hij. ‘Bouwinvest zou wel gek zijn een miljoen extra te betalen als het niet van iemand bij de gemeente de toezegging had gekregen dat het met dat kettingbeding wel los gaat lopen. Zo’n toezegging, als daar sprake van is, wordt natuurlijk niet voor niets gedaan. Daar staat wat tegenover. Nu of later.’
De Bomenstichting acht zich belanghebbende in de kwestie. Zij heeft ernstige bezwaren tegen de bouw van het appartementencomplex omdat dit een aantasting zou betekenen van het Hommelbos ter plekke. Voor de realisatie van de flat zou een onbekend aantal eeuwenoude bomen moeten worden gekapt.
OM-persvoorlichter Ties Kortmann laat weten dat het Openbaar Ministerie de aangifte in eerste instantie zal beoordelen op de vraag of er inderdaad mogelijk sprake is van een strafbaar feit. Afhankelijk van die uitkomst zal eventueel een vervolgonderzoek plaats vinden. De aangever zal worden geïnformeerd over de stappen die er worden genomen, aldus Kortmann.