Utrecht voor dummies, een stapje terug in het verleden
Gepubliceerd: zondag 11 juni 2017 14:47
Door Henk Oldenziel - De bekende ’voor dummies’-boekenreeks kent sinds deze vrijdag een Utrechtse variant. Na de drie andere grote steden heeft de Domstad nu ook zijn geschiedenisboekje voor leken, geschreven door historicus René de Kam, die een heldere en bondige samenvatting van de rijke historie van de stad heeft geschreven.
Een boek voor dummies: het klinkt als een handvat voor studenten die voor hun tentamen volstaan met een samenvatting van de boeken die ze moeten lezen. In dit geval is de ‘encyclopedie’ van de Utrechtse geschiedenis ‘Paradijs vol weelde’ – de auteur verwijst er expliciet naar in zijn introductie - met haar 592 pagina’s en grote formaat een te hoog gegrepen doel. ‘Dit dummie-boekje is lekker dun en licht’, grapte burgemeester Jan van Zanen bij de presentatie van het boek bij Broese aan de Stadhuisbrug, waar hij het eerste exemplaar in ontvangst mocht nemen.
Lichter, kleiner, maar toch is het dummie-boekje een aanvulling op de historische litteratuur over Utrecht. ‘De afgelopen twintig jaar hebben we dankzij archeologische vondsten een beter beeld van wat er op de plek die nu Utrecht is allemaal gebeurd is’, vertelt De Kam. De geschiedenis van de stad begint niet bij de Romeinen, zoals vaak wordt aangenomen, maar veel eerder. ‘Uit recent onderzoek blijkt dat er ook in de prehistorie, de ijzertijd en bronstijd hier mensen woonden. De eerste bewoners leefden op de plek van het huidige science park, zo’n 13 000 jaar geleden.‘
Buiten deze nieuwe feiten brengt het boekje weinig nieuws voor de goed ingevoerde Utrechter, al leer je altijd nieuwe dingen. Zo besefte ik zelf dat op de plek van het huidige wooncomplex Zijdebalen ooit een Zijdenfabriek stond. Voor de minder ingevoerde lezer en de leek is het boek een eye-opener en een nuttig instrument: René de Kam heeft de geschiedenis keurig per periode en op basis van wetenschappelijk onderzoek vakkundig en helder op een rijtje gezet. Met vragen over bijvoorbeeld de ingestorte Domkerk in 1674. ‘Of het schip van de Domkerk het wel had gehouden als het voltooid was geweest, zoals vaak beweerd, is maar zeer de vraag. Het overleven van een storm die in kracht maar een in de 10.000 jaarvoorkomt is een heel ander verhaal’.
Het is een lastige opgave om de uitgebreide geschiedenis van de stad in 150 pagina’s (klein formaat) samen te vatten, zo onderstreepte de burgemeester tijdens de presentatie. De auteur heeft keuzes moeten maken. Helaas heeft hij weinig oog voor mythes en legendes, die de geschiedenis juist voor nobodies leuk maakt. Er is geen woord over de schutspatroon Sint Maarten, aan wie Utrecht toch zijn rood-witte vlag dankt. Het eerste fietspad van Nederland aan de Maliebaan was een mooie link geweest naar het heden en de fietsstad die Utrecht vandaag de dag is.
Geschiedenis beperkt zich niet tot het brengen van feiten, maar het leggen van verbanden. Aan het einde van het boek wijst de auteur tien historische plekken aan, maar blijft hierin vrij algemeen: uiteraard leert de lezer dat de contouren van het romeinse fort en van oude kerken op het Domplein nog zichtbaar zijn. De gedenkstenen van Zuster Bertken aan de Choorstraat of van de homovervolgingen op het Domplein waren leuke concrete en goed zichtbare elementen geweest om te benoemen. Maar dit gaat blijkbaar al een stap te ver voor dummies aan wie het bijbrengen van een beetje kennis en liefde voor de geschiedenis van de stad al een mooi gegeven is.