Door Jim Terlingen - Vanochtend vond, helaas in de regen, een bijzonder bezoek plaats aan onze stad. Ada Amit-Andriesse en haar man Yair, beiden afkomstig uit Israël, waren op het adres Paulus Potterstraat 1 in Utrecht-Oost. Daar woonden vroeger Ada's moeder Sophie, haar tante Sonja en hun ouders Bernard en Selma. 

Bij ‘Israël’ denk je deze dagen natuurlijk aan de wederzijdse geweldsorgie van de laatste weken met de vele doden. Maar het bezoek ging over de oorlogstijd hier in Nederland, ongeveer 80 jaar geleden.

Vandaag werden struikelsteentjes geplaatst voor Ada’s grootvader Bernard Hes (1896-1944) en haar tante Sonja Hes (1928-1944). Twee zoons van Ada en Yair konden vanwege de huidige situatie in Israël niet meekomen. Een in Amsterdam wonende zoon was er wel bij.

Het aantal struikelsteentjes (Stolpersteine) in Utrecht is hiermee op 177 gekomen.

Ada Amit-Andriesse, met naast zich zoon Ido voor Paulus Potterstraat 1 (foto: JT)

De familie Hes woonde tegenover de Wilhelminakerk in het hoekpand Hobbemastraat-Paulus Potterstraat. Ada vertelde vandaag dat het een huis was "gevuld met muziek, humor, bloemen, boeken en twee zussen die soms ruzie maakten en soms samen lachten. Het was geen huis van overdaad en materiële rijkdom; het was een huis dat overvloeide van ouderschap, familie, sociale verbindingen en cultuur."

Bernard, Sophie en Sonja in de huiskamer van Paulus Potterstraat 1 (linksonder zien we dat de foto is gemaakt door foto-atelier Van Vliet, gevestigd op Adriaan van Ostadelaan 15)

Bernard, een vertegenwoordiger, werd in augustus 1942 uit zijn huis gehaald door twee Nederlandse politiemensen, die getipt waren door een verrader. Bernard was toen 46 jaar oud. Via Westerbork werd hij gedeporteerd naar Midden-Europa, waar hij in 1944 bezweek in een werkkamp. "Hij droomde van een rechtenstudie. Mijn moeder herinnerde hem als een man vol humor, een liefhebber van boeken en gesprekken, toegewijd aan de opvoeding van zijn dochters in manieren, liefde voor literatuur en cultuur", aldus Ada.

In 1942 was Sonja nog maar 14 jaar. Ze had een baantje in de estafettedienst van de Joodse Raad van Utrecht. Het was haar taak om post te vervoeren tussen de verschillende afdelingen van de Joodse Raad. Het baantje beschermde haar in eerste instantie tegen deportatie, maar later dat jaar koos ze er toch voor om onder te duiken op de Veluwe. Tijdens die onderduik ging Sonja’s gezondheid sterk achteruit. Daarop werd ze In het geheim naar het Diaconessenhuis gebracht, waar ze haar helaas niet konden redden. Ze overleed op 11 mei 1944.

Pasfoto van Sonja Hes (foto: Yad Vashem)

Ada’s moeder Sophie - zus van Sonja - heeft de oorlog overleefd. Een van haar laatste daden in Utrecht tijdens de oorlog was een heel bijzondere: ze huwde op 23 maart 1944 in het geheim in de synagoge aan de Springweg. De joodse Utrechters Joop Andriesse en Sophie Hes, die beiden in de illegaliteit verbleven, wilden per sé trouwen voordat ze probeerden te vluchten via Frankrijk en Spanje naar Palestina.

Het huwelijk in de kerkraadszaal werd voltrokken door de voorzitter van de Joodse Raad in Utrecht, Alex de Haas. De secretaris van de Joodse Gemeente, Jo van Gelder, schreef met de hand in het Hebreeuws het huwelijkscontract. (Dat De Haas en Van Gelder nog vrijelijk in Utrecht konden verblijven, is een bijzonder verhaal).

Er waren ongeveer 20 mensen bij dit huwelijk aanwezig, ondergedoken vrienden en leden van het verzet. Met hulp van verschillende verzetsmensen ging het stel daarna, met het huwelijkscontract in een brood gebakken, op reis.

Het met de hand geschreven huwelijkscontract (foto: Joods Museum)

Sophie werd 93 jaar oud en leefde nog tot 2017. Haar man Joop overleed al in 1981. Ada's grootmoeder Selma overleed in 1973 op 79-jarige leeftijd.

De twee steentjes werden geplaatst door Ada en haar aanwezige nazaten. Foto: JT

Video
Een groot deel van de toespraak van Ada Amit-Andriesse van vandaag is hier te zien (Youtube, in het Engels, 9 minuten):