In het werk van schrijfster Ina Boudier Bakker komen ze voor, de joodse families Herschel en Perel. De twee Utrechtse families, die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord in concentratiekampen, woonden vlakbij haar op Oudegracht 335 en 339. Voor deze huizen plaatste wethouder Eva Oosters met anderen vanochtend negen struikelsteentjes.

Wethouder Oosters plaatst de eerste struikelsteen voor nummer 335. Foto: Fred Nuwenhuis

Tijdens de korte plechtigheid, die om 10 uur begon, deed wethouder een woordje. Verder legde buurtbewoonster Jetta Ernst het belang uit van het niet-vergeten. Zangeres Marjanka Sierevelt bracht twee jiddische liederen ten gehore.  

Er waren vanochtend meer dan vijftig belangstellenden. Foto: Annemarie van den Brink

Direct na afloop was er in het pand Oudegracht 339 een bijeenkomst waarin historisch onderzoeker Jim Terlingen vertelde over wat hij te weten is gekomen over Louis Herschel, koster van de Joodse Gemeente, en huisarts Maurits Perel en hun beider gezinnen. Ze spelen een prominente rol in zijn boek De Joodse Raad van Utrecht dat dit jaar verscheen.

Het aantal struikelsteentjes in Utrecht stijgt gestaag. Nu staat de teller op 130.

De familie Perel woonde op Oudegracht 339. Foto: Jim Terlingen

De bewoners van Oudegracht 335:

Louis Herschel, de vader, werd 61 jaar. Hij is vermoord in Auschwitz op 5 november 1942. Zijn vrouw Sophia Lisette Herschel-van der Wijk werd 64 jaar. Ze is tegelijk met Louis vermoord in Auschwitz.

Zoon David Herschel werd 35 jaar. Hij werd op zijn verjaardag vermoord in Sobibor op 4 juni 1943. Zijn partner Mietje Herschel-Crefeld werd 30 jaar. Ze is tegelijk met haar man David vermoord in Sobibor.

De bewoners van Oudegracht 339:

Annie Perel-de Vries, de moeder van het gezin. Ze werd 42 jaar. Ze is op 11 juni 1943 vermoord in Sobibor.  Dat gebeurde tegelijk met haar gezin.

Vader Maurits Perel werd 42 jaar, Floor Perel 13 jaar en Greetje Perel 10 jaar. De moeder van Maurits woonde hier ook: Vrouwtje Perel-Blez. Zij werd, 70 jaar oud en werd op 13 maart 1943 vermoord in Sobibor.

Demnig

De bedenker van het concept is de Duitse kunstenaar Gunter Demnig (75). Hij noemt ze ‘stolpersteine’ omdat je erover struikelt met je hoofd en je hart (‘stolpern’ betekent struikelen). Ze liggen steevast voor een woonhuis en geven op een subtiele wijze aandacht aan het feit dat daar mensen hebben gewoond die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vervolgd. 

De steentjes zien er glimmend uit; ze hebben bovenop een messing plaatje van 10 bij 10 centimeter met daarop gegevens van een persoon: de naam, geboortedatum en - als het van toepassing is - de overlijdensdatum en -plaats.

Zie ook: Bij Oudegracht 335 en 339 (gedicht)