Het enige wat ontbreekt aan Atelier Dick Bruna is Bruna zelf
Gepubliceerd: donderdag 17 september 2015 11:32
“Het is alsof mijn vader ieder moment kan komen binnenlopen”, zegt Sierk Bruna, de oudste zoon van Dick Bruna. Op de zolder van het Centraal Museum zit hij in het herbouwde atelier van de beroemde Utrechtse tekenaar. Het is in zijn geheel verhuisd van de oorspronkelijke zolder aan de Jerusalemstraat naar het Centraal Museum en minutieus ingericht. Zoals het werd aangetroffen, zo is het vanaf zaterdag te zien voor het publiek.
“Ik was vanochtend, toen ik hier voor het eerst binnenkwam, verrast over de sfeer”, zegt Bruna. “Precies zoals ik het ken. Ik ben onder de indruk.”
De zolder van het Centraal Museum, met z’n antieke balken, blijkt de perfecte locatie om het atelier van Dick Bruna te herscheppen. De zolder waar hij vanaf 1981 dertig jaar lang werkte, had ook van die balken.
Het is het atelier waarin hij ook zijn gasten ontving, meestal pas vanaf een uur of elf want in de ochtenduren werkte hij, zegt Sierk. Die gasten kwamen dan in een grote ruimte waar Bruna zich omringde met veel persoonlijke herinneringen, zoals foto’s en cadeaus, die hij uit de hele wereld ontving.
Zelfs zijn fiets - veel Utrechters herkennen het beeld van een fietsende Dick Bruna door de stad - is in het atelier tentoongesteld. Verder natuurlijk de tekentafel waaraan hij werkte, de kasten met papier, de zitbanken waarop hij zijn gasten ontving en de tafel met stoelen waar studenten die op bezoek kwamen een kopje koffie met een sprits kregen.
De herschepping en het bewaren van het atelier voor de eeuwigheid, is een eerbetoon aan de Utrechtse kunstenaar, zegt Centraal Museum-directeur Edwin Jacobs. “Het is iets wat iedereen heel persoonlijk kan beleven. Je kijkt hier door zijn ogen, je ziet hier hoe hij bezig was met ontwerpen.”
Een groot aantal medewerkers van het Centraal Museum heeft een gigantische klus geklaard. Tot in detail is al het materiaal geïnventariseerd en gefotografeerd en op precies dezelfde plek weer teruggelegd. Pennen, scharen en penselen liggen er keurig recht bij. “Zo was het ook echt”, benadrukt Marja Kerkhof, directeur van Mercis, de uitgeverij waar al het werk van Bruna is ondergebracht. “Het was altijd opgeruimd, daar hield Bruna van.”
Het enige wat niet in dit atelier terug te vinden is, is de piepkleine keuken die ook op de zolder van de Jerusalemstraat te vinden was. “Daar zette hij koffie voor zijn gasten”, aldus Sierk Bruna.
Aan het atelier is ook het een en ander toegevoegd via vitrines waarin veel originelen te zien zijn van het vroege werk van Bruna uit de jaren veertig en vijftig, zoals de omslagen voor boeken van uitgeverij Bruna: de verhalen van Maigret, de Saint en Havank. Ook foto’s uit zijn jeugd en z’n eerste tekeningen, waarin hij onder invloed van Matisse een vorm probeert te vinden met lijntjes, de lijntjes die later ook leiden tot het beroemdste wat hij maakte: Nijntje. Op een balk hangt een papiertje met de tekst: 21 juni 1955: NIJN geboren.
Als je zo rondloopt in het atelier, is het enige wat ontbreekt, ondanks alle filmbeelden die hem aan het werk tonen, Dick Bruna zelf. De inmiddels 88-jarige tekenaar werkt sinds 2011 niet meer en vermijdt drukte. “Het gaat goed met hem”, zegt Marja Kerkhof. “Maar als je wat ouder bent, doe je het rustig aan."
Geruchten dat hij ernstig ziek zou zijn, wuift ze weg. "Hij is wel wat vergeetachtig, maar verder heel gezond. Tot een paar jaar terug deerde alle drukte hem niet; hij werkte hard en ontving iedere dag wel gasten. Dat is nu over, maar hij volgt alles nog wel. Laatst heb ik met hem de brochure over de expositie van zijn werk in het Rijksmuseum doorgenomen. Dan wil hij alles weten. Of hij hier een keer komt kijken? Dat weet ik niet. Hij moet er nog steeds aan wennen niet meer te werken en als hij hier komt, is dat voor hem vast confronterend.”