Het april-nummer van Oud-Utrecht
Gepubliceerd: zondag 5 april 2020 20:34
Door Jim Terlingen - Het tijdschrift voor geschiedenis van stad en regio Utrecht, Oud-Utrecht, is bezig met haar 93e jaargang en dit is alweer het tweede nummer onder eindredactie van Arjan den Boer. Het blad heeft onder zijn leiding een groter formaat gekregen; het aantal pagina's (27) is gelijk gebleven. Er is nu meer ruimte voor afbeeldingen, wat het blad visueel zeer aantrekkelijk maakt.
Het aprilnummer, deze week verschenen, opent met een artikel waarover ik als laatste zal schrijven. U gaat snappen waarom.
Eerst: vriendenboeken rond 1600
Sinds kort zijn de oudste 'alba amicorum' die in Utrecht bewaard worden, gedigitaliseerd en online te bekijken. Het zijn zeven vriendenboeken van rond 1600 uit Het Utrechts Archief en de Universiteitsbibliotheek. Zes van deze alba werden door studenten meegenomen op hun reizen van de ene universiteit naar de andere. Het zevende album was van een adellijke dame, Anna van Boetzelaer. Als vrouwenalbum vormt het een categorie apart. Kees Smit schrijft erover.
Dan: Joop Moesman
Met twee stukken sluit het blad aan op Moesmánia 2020, het festijn in onze stad waarin schilder Joop Moesman centraal staat. In het eerste artikel gaat Felix Visser, stiefzoon van de schilder, verder in op het beroemde werk 'Het gerucht'. Eerder deed hij dit al in het februarinummer. Dit keer komt onder andere de vraag voorbij: 'van wie zijn de billen eigenlijk?'
Het tweede artikel gaat over Moesmans werk als tekenaar-lithograaf bij de NS. Het voegt veel informatie toe over het leven en werk van de schilder. Ondanks dat hij zich meermaals geringschattend uitliet over zijn werk bij 'het Spoor' heeft hij er een aantal interessante dingen gedaan. En ook zijn neef werkte er, schrijft Arjan den Boer.
En: de Uithoflijn
Lezers van de stukken van Wolfgang Spier op Nieuws030 is het niet ontgaan: de Uithoflijn is een van de duurste tramlijnen ter wereld geworden. De aanloop duurde een halve eeuw. Al vanaf het ontstaan van het universiteitscomplex aan de rand van de stad was er een tekort aan openbaar vervoer. Later stond buslijn 12 bekend als de 'sardientjesbus'. Frieda van der Heijden duidt waarom de sneltram dan toch zo lang op zich heeft laten wachten.
Tot slot: Kamp Rhijnauwen
Het omslagverhaal gaat over het NSB-kamp Rhijnauwen (1945-1948), waarover tot nu toe weinig bekend was. Ik schreef er vijf jaar geleden dit stuk over en heb voor dit Oud Utrecht-artikel aanvullend onderzoek gedaan. Daarbij stuitte ik op veel nieuw materiaal. Achter het prikkeldraad ging het er nogal chaotisch aan toe.
Een unieke afbeelding die niet bij het artikel is terechtgekomen, deel ik graag hier. Het is een topografische kaart uit 1948 waarop het kamp zichtbaar is (zie de blauwe pijl). En dat is curieus, want het kamp werd in januari van dat jaar opgeheven, maar blijkbaar was de kaart toen al gemaakt.
Topografische kaart uit 1948 (bron: toporeis - met dank aan Henk Blok, die me op deze afbeelding wees).
Zie: meer informatie over het tijdschrift Oud-Utrecht en de verkoopadressen