Rond 1565 creëerde kunstschilder Pieter Bruegel het beeld dat we tot op de dag van vandaag hebben van een heks: een oude vrouw met lang, zwart of grijs, piekerig haar, een puntige neus vol wratten en een donkere, versleten hoed. Andere schilders volgden en later ook tekenaars en filmmakers. Hoe dat beeld van een heks er uitziet, toont museum Catharijneconvent in 'De heksen van Bruegel', samengesteld door gastconservator Renilde Vervoort.

Door Zita Eijzenbach - “In de veertiende eeuw brak er een nieuwe ijstijd aan; oogsten mislukten, waardoor er hongersnood en spanningen kwamen. Iemand moest boeten voor deze misstanden, dus werd de heks als schuldige bedacht", vertelt Vervoort vrijdagmiddag vooraf aan de opening van de tentoonstelling.

Vervoort bracht een unieke collectie bijeen. Vanuit heel Europa haalde ze de schilderijen, manuscripten, prenten en tekeningen naar Utrecht om het verhaal van De heksen van Bruegel te vertellen.

Ze vond ook zeldzame archiefstukken en handschriften en laat ook de gedetailleerd geschilderde sabbatscènes van Frans Francken en David Teniers de Jonge zien. Absolute hoogtepunten vormen volgens het Catharijneconvent de prenten van Pieter Bruegel: Jacobus bij de tovenaar en Jacobus en de val van de tovenaar (1565).

Jacobus bij de tovenaar, Pieter Bruegel, 1565. In de schoorsteen stijgt een heks op. (Rijksmuseum, Amsterdam)

“Meestal was de heks een vrouw", legt Vervoort uit. "De vrouw stond toch al aan de zijkant van de samenleving. Overigens werden alle vrouwen - van goede of minder goede komaf - destijds neergezet als wellustige wezens. Ze waren dan ook eerder te verleiden tot een samenwerking met de duivel en als heks had je ook seks met satan.”

Gastconservator Renilde Vervoort. Foto: Zita Eijzenbach

 Detail uit Heksenkeuken, Frans Francken II. (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

Tegenwoordig zijn er nog altijd heksen, maar de uiterlijke kenmerken waarmee Bruegel ons vertrouwd maakte, gaan niet op voor de moderne heks.

“Een moderne heks is niet meer zo herkenbaar. Mijn moeder heeft toevallig wel een bezemsteel, maar die gebruikt ze alleen om de tuin mee aan te vegen!”, grapt Rhianne Sylvana ten Siethoff. Zij is een moderne heks en tevens bestuurslid bij Silver Circle, de Utrechtse organisatie voor oude religie en hekserij met zo’n 1100 aangesloten leden in heel Nederland.

Kikkerbillen en glitters

Ten Siethoff: “Hekserij, of wicca, is een spirituele religie. Spiritualiteit is de overkoepelende term, waarbinnen het paganisme de natuurreligies vertegenwoordigt. Wicca is daar weer een onderdeel van; heksen voelen zich verbonden met de natuur en bijvoorbeeld ook alternatieve geneeswijzen.”

“Het vieren van de jaarfeesten is de rode draad binnen de hekserij. Halloween of - zoals wij het noemen - Samhain is het eerstvolgende feest. In die nacht begint het nieuwe jaar en is de grens met de andere kant - het Zomerland - het dunst. Heksen staan dan stil bij overleden voorouders en kunnen die nacht gemakkelijker contact met hen maken.”

Rhianne Sylvana ten Siethoff is een moderne heks. Foto: Rhianne ten Siethoff

“Een ketel, drie kikkerbilletjes, wat glitters en dan POEF: magie! Nee, dat is het niet! Heksen komen door middel van meditatie, lang staren, trommelen of bijvoorbeeld ‘hommen’ in een diepere innerlijke staat, waar ze zich extra focussen op het gewenste doel. Zo’n doel kan bijvoorbeeld meer zelfvertrouwen of meer energie zijn.”

Vervolging

In de vijftiende eeuw komt de heksenvervolging in West-Europa op gang. Zowel mannen als vrouwen worden beschuldigd van hekserij en worden gemarteld, verbannen of eindigen - al dan niet levend - op de brandstapel.

Het exacte aantal vervolgingen in Utrecht is onbekend, maar in 1533 belanden tenminste vier van hekserij beschuldigde vrouwen op de brandstapel op de Neude.

Lange tijd is het stil rond het onderwerp, totdat de Engelse auteurs Gerald Gardner en Alex Sanders hun interpretatie van moderne hekserij omschrijven in de jaren zestig. Daarna vormen zich twee groepen heksen: de Gardnerians en de Alexandrians. Beide groepen krijgen ook aanhangers in Nederland. Ten Siethoffs beide ouders gaan zich verdiepen in hekserij; zij is daarmee een ‘erfheks’, een afgezant van heksenouders. 

“Gelukkig zijn er geen brandstapels meer voor moderne heksen en steeds meer mensen staan open voor - een vorm van - spiritualiteit. Bijgeloof is ook een vorm van spiritualiteit. Als ik vertel dat ik een heks ben, krijg ik daar eigenlijk nooit negatieve reacties op. 99,9% van de mensen die aan hekserij doen, zijn dan ook goed en puur.”

Foutje

Geen zwarte magie in een ketel, maar energiestromen met een goed doel voor ogen. Toch loopt het niet altijd zoals het zou moeten gaan, vertelt Ten Siethoff. “Toen ze haar kat kwijt was, heeft een kennis gebruik gemaakt van hekserij om hem terug te krijgen. Ze heeft een ritueel uitgevoerd, maar aangezien ze niet specifiek genoeg is geweest in haar intenties, kwamen er allerlei vreemde buurtkatten naar haar huis.”

“Stel dat veel geld ontvangen een wens van je is, dan moet je wel duidelijk maken op welke manier dat geld naar je toe moet komen. Doe je dat niet, dan kan het geld je nog steeds wel bereiken, maar bijvoorbeeld in de vorm van een erfenis.”

Heksencafe

“In Utrecht is hekserij wel ‘hip’ te noemen; er zijn best wat mensen geïnteresseerd in hekserij. Ook het maandelijkse ‘Heksencafé’ in de Winkel van Sinkel wordt goed bezocht. Wat we dan doen? Gewoon, een drankje en tips uitwisselen over hoe je het beste je bezem kunt schoonhouden!”, lacht Ten Siethoff. “Nee, we kletsen over spiritualiteit en soms ook over hele andere dingen. Iedereen is welkom tijdens het heksencafé; of je nu een heks bent of niet.”

In november 2015 komt Ten Siethoff’s documentaire ‘Heksen in Holland’ uit.

De tentoonstelling De heksen van Bruegel is van 19 september 2015 tot 31 januari 2016 te zien in museum Catharijneconvent.