Voor de tweede keer is het bestemmingsplan rond de verbouw van de Bijenkorf afgekeurd door de Raad van State. De Bijenkorf mag echter wel doorgaan met de verbouw van het winkelcentrum aan de Viestraat en Jacobsstraat.

Opnieuw wist de gemeente Utrecht aan de Raad van State nog onvoldoende uit te leggen dat er voldoende parkeergelegenheid is in de directe omgeving van de Bijenkorf, waardoor in Wijk C teveel verkeersdruk en dus ook luchtverontreiniging kan ontstaan. De reden ook waarom het Wijk C-komitee en de stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht (SSLU) bezwaar maken tegen het bestemmingsplan.

Ook verweet de Raad de gemeente dat het geen rekening heeft gehouden met het wel bekende feit dat de verkeersknip rond de Monicabrug niet door zou gaan, wat maakt dat het bestemmingsplan onvoldoende rekening hield met de feitelijke verkeersintensiteit in en rond Wijk C. 

Het pensioenfonds dat eigenaar is van het pand van de Bijenkorf loste het probleem van het tekort aan parkeerplaatsen op door met Hoog Catharijne-eigenaar Corio een overeenkomst te sluiten over medegebruik van de toekomstige parkeergarage Vredenburg. Daarna stapte Corio terug als bezwaarmaker tegen het verbouwplan van de Bijenkorf.

Maar het Wijk-C-komitee en SSLU bleven het door de gemeente gerepareerde bestemmingsplan aanvechten en kreeg van de Raad van State opnieuw gelijk. Maar de Raad stelde ook vast in zijn besluit dat de verwachting is dat het wel goed komt met de normen voor de luchtkwaliteit, maar dat moet wel in een nieuw bestemmingsplan worden verwoord.

Dat de Bijenkorf mag doorgaan met de verbouw, vooruitlopend op een nieuw bestemmingsplan, is volgens Kees van Oosten van SSLU het gevolg van het 'gestuntel' van de gemeente: "De Raad van State heeft kennelijk een afweging gemaakt en daarbij zwaar laten wegen dat deze hele gang van zaken nogal zuur is voor het pensioenfonds en de Bijenkorf die hier tenslotte niets aan kunnen doen, maar wel de financiële gevolgen van het gemeentelijke gestuntel dragen."

De gemeente moet het bestemmingsplan nu voor de derde keer vaststellen, want de uitspraak betekent dat er feitelijk geen bestemmingsplan meer is. Van Oosten: "Dat is iets waar de gemeente zich over zou behoren te schamen, want het betekent dat ze hun werk niet gedaan hebben en dat kost de burger handenvol geld vanwege de inzet van veel ambtenaren en advocaten. Als de gemeente zich netjes aan de wet houdt (wat wij als burgers ook moeten doen) zou er niets aan de hand zijn." 

De gemeente moet als verliezer de proceskosten van het beroep betalen.