Door Jeroen Wielaert - Een bouwsteen ontbrak nog. Honderd jaar na de voltooiing is hij eindelijk toegevoegd aan het Rietveld Schröderhuis. Het bijna 900 pagina's dikke boek dat Natalie Dubois en Jessica van Geel schreven over het ontstaan van het huis, hoe het bewoond werd, hoe het lééfde.

'1+1=1', zei Truus Schröder er zelf over. Toch trok Gerrit Rietveld heel laat bij haar in. Het boek heet Rietveld Schöderhuis, een biografie van het huis. 'Het biedt veel nieuwe inzichten,' zei Bart Rutten, artistiek directeur van het Centraal Museum bij de presentatie afgelopen week. 

Schröderhuis met de witte dakkamer, eind jaren 30. Centraal Museum Utrecht / Rietveld Schröderarchief / Schenking Maarten Schröder

De biografische gegevens over leven en werk en de iconische woning van het legendarische Utrechtse ontwerpduo waren ruimschoots bekend. Zo'n huis had nog nooit iemand gezien. Het werd door toenmalige Utrechters bekeken als een merkwaardig randgeval aan het eind van de Prins Hendriklaan.

Truus ging er direct in wonen met haar drie kinderen. Haar man, advocaat Frits Schröder met wie ze op de Biltstraat had gewoond, was twee jaar eerder overleden. Rietveld bleef bij zijn Vrouwgien en hun zes kinderen, maar Truus was zijn minnares en muze. Na Vrouwgiens dood in 1957 kon Gerrit eindelijk met Truus in hun eigen ontwerp gaan wonen. Hij was al 68, zij 67.

Woonkamer Rietveld Schröderhuis met Schröder (staand), Els Schröder-Kolkman zittend vooraan en onbekende vrouw, zomer 1938 © Archive family Schröder

Bij de opening van het 100-daagse feest voor het jubilerende huis zei conservator Natalie Dubois half mei: 'In 1924 werd nog op kolen gestookt, droegen de mensen hoge hoeden. Om in die tijd uit het niets dit te bouwen is een uitzonderlijke prestatie. Het waren twee vrijgevochten mensen die zich niets van hun omgeving aantrokken.'

Op de openingspagina van de biografie staat een treffend citaat van Truus Schröder: 'Het idee van het huis zo te bewonen kwam in principe van mij.' Het volgende citaat is van Gerrit Rietveld: 'Het komt in de architectuur aan op wat tussen, in of naast het werk is. Of het daar goed is om te leven.'

Uit de biografie blijkt meer dan ooit, hoe goed het leven was in hun eigen ontwerp, Prins Hendriklaan 50. Gerrit overleed in 1964. Truus heeft tot haar dood in 1985 in het huis gewoond. In 1987 werd het museum. De bezoekers kregen wel een goede indruk van het ontwerp met de bewegende schotten en al, inclusief de Rietveldstoel met zijn Stijl-kleuren. Uitgewoond was het huis niet, maar het leven was er uit verdwenen, de aanraakbaarheid beperkt.

Truus Schröder, waarschijnlijk gefotografeerd in Rietvelds atelier aan de Oudegracht, jaren 40 © Centraal Museum Utrecht / Rietveld Schröderarchief

Truus wilde graag weg uit de Biltstraat. Gerrit had daar al een kamer voor haar ingericht. Hij was de aangewezen man om het nieuwe huis te ontwerpen. Zij sprak de basisgedachten uit: 'Ik wist hoe ik het wilde: geen personeel, weinig huiswerk, en een heerlijke woning voor de kinderen.'

Het eerste model dat Rietveld voor Schröder maakt, heeft al de trekken van het huis: composities van vlakken en lijnen in wit, grijs, zwart met accenten van rood, blauw en geel. Truus is niet meteen blij. Ze zei: 'Ik ben niet naar Rietveld gegaan om nou eens een gek huis te bouwen.'

Het schetsmodel boeide haar niet zo. Het kwam goed toen ze het interieur als uitgangspunt namen in plaats van het exterieur. 'Prachtig mooi,' zegt ze dan, 'vreselijk mooi.'

Het is de kern van alles, onderdeel van de ontdekking die gedaan was.

'Het is voor een deel begonnen met een doos,' vertelt Jessica van Geel.

Nathalie Dubois: 'Het was een spannende doos, een stoffige doos. Hij is op Sinterklaasdag 2020 gevonden in het archief. Er zaten tegen de 3000 brieven in die Truus had geschreven aan haar dochter Hanneke. Het begon eind 1925, tot vlak voor haar dood, 1983. Het gaat over de appelboom die weer in bloei staat, een roosje, een nieuwe jurk, lezingen. Ook familiegedoetjes natuurlijk. We hebben er wel bepaalde dingen uit gelaten. Het is geen roddelboek.'

Van Geel: 'Voorafgaande aan de oorlog schreef ze dat ze geen krant meer las, dat de moed haar in de schoenen zakte.' Dubois: 'Er is veel in dat huis gebeurd. Je kunt zien hoe er geleefd is in 60 jaar.'

Krijgt het huis door deze biografie dus weer bezieling? Beiden: 'Jaaaaah!'

Het boek als bouwsteen voor dat leven? Dubois: 'Ja, dat gevoel. Het is heel mooi gezegd. Waar we ook achter kwamen was niet alleen hoe er geleefd werd, maar ook hoe hard gewerkt door Truus, meer dan we aanvankelijk dachten. Bijvoorbeeld de huizen aan de Robert Schumannstraat, vier witte huizen op een rij. De naam Schröder staat ook op de bouwtekening.'

Was hun huis als museum leeg?

Van Geel: 'Ja, nou ja, museaal. Na 37 jaar als museum is het mooi om dit boek erbij te hebben. Je ziet echt dat het een woonhuis is geweest.'

Truus Schröders vrouwenhand was ook wel zichtbaar: zij bepaalde dat ze met haar jonge kinderen op de bovenverdieping wilde leven en wonen. Ze vroeg Rietveld of de muren tussen de kamers ook weg konden, verplaatsbaar waren. Zo werd het één grote leef- en slaapruimte. Samen besloten ze dat ze contact wilden met de omgeving – buiten moest binnen komen.

Dubois: 'Ja, in het interieur moest geleefd worden. Het had ook een filosofische kant: het moest ontdaan worden van ballast. De eenvoud was belangrijk. Zo konden ze zich ook geestelijk verrijken.'

   

Rietveld Schröderhuis – Een biografie van het huis is een tweetalige publicatie (Nederlands en Engels) van 896 pagina’s en wordt uitgegeven door Hannibal Books. De vormgeving is van Irma Boom. Het boek kost € 79,95 en is onder andere te koop in de museumwinkels van het Rietveld Schröderhuis en in de reguliere boekhandel.

Speciaal voor het Rietveld Schröderhuis is er ook een paperbackversie voor een gereduceerd tarief van € 55. Deze uitgave is alleen te koop in de museumwinkels van het Rietveld Schröderhuis en het Centraal Museum.

Gerrit Rietveld, ca. 1941 © Centraal Museum Utrecht / Rietveld Schröderarchief