Willem Bentvelzen (37) publiceert absurdistische cartoons onder het pseudoniem Argibald. Van zijn hand en kroontjespen is er nu het boekje 'Morning Coffee' met vijftig tekeningen en teksten die de lezer alle kanten opstuurt.

Argibald maakt uniek werk en onderscheidt zich al jaren door in de zelfde lijn door te werken, zichzelf te blijven absurdistisch en niet te vatten. Daarom hieronder, hoe begon het via een interview uit 2009. 

Willem van Bentvelzen en het wonder van de absurdistische lijntjes

‘Ik wil me zelf blijven verrassen’

Door Ton van den Berg

Het geheim van de smid in zijn geval is de kroontjespen. Het is dat eenvoudige schrijfgerei waar de meeste cartoons en tekeningen van Argibald hun oorsprong in vinden. Cartoonist en tekenaar Willem Bentvelzen doet het voor: hij zet achteloos een paar lijntjes en nog maar een paar tellen later lijkt er op het papier een hoofd zichtbaar te worden. “Dat gebeurt altijd. Er komt altijd een figuurtje naar voren. Een vrouwtje of een mannetje, of een vogeltje, dat kan ook.”

Er zijn mooie fineliners, van die moderne stiften, waar je ook mee kunt tekenen, maar Bentvelzen zweert bij de kroontjespen en inkt. “Ik heb in de tijd dat ik op school zat geprobeerd te tekenen wat ik in mijn hoofd zag. Dat probeerde ik naar het papier over te brengen, maar dat lukte nooit zoals ik wilde. Wat wel lukte was dat ik met een kroontjespen allerlei lijnen kon uitzetten die soms tot iets moois leidden, zoals allerlei figuurtjes. Vaak lukt het ook niet. Ik heb stapels van die tekenvellen met mislukte pogingen hier in de kasten liggen. Na een tijdje kijk ik ze nog eens door en vindt er dan soms toch nog een waarmee ik iets kan doen, maar de meeste gooi ik dan weg.”

Als er dan een figuurtje op papier staat begint voor Bentvelzen, of eigenlijk Argibald zoals hij zich als cartoonist noemt, de zoektocht naar inspiratie voor een tekst. “Ik teken een raar mannetje met hele gekke tepels en dan verzin ik er later bij dat hij die gebruikt voor het tappen van koffie. Heel soms is het andersom en heb ik een tekst die ik later voorzie van een tekening. Zelf vond ik ‘Als gehandicapte bouwvakker kun je wel fluiten naar de vrouwtjes’ wel een aardige inval. Maar het mooiste is toch altijd weer als beeld en tekst elkaar aanvullen. Dat zijn de tekeningen die voor mij de krenten in de pap zijn.”

Op de tafel voor hem ligt zijn nieuwe cartoonbundel met negentig absurdistische tekeningen. “Ja, ik noem het ook absurdistische cartoons. Het is getekend in de traditie van Gummbah, Kamagurka en Hein de Kort die voor mij zeker voorbeelden zijn. Maar in het spel met de lijnen voel ik me ook verwant met Picasso, zoals die in zijn vrijheid met lijnen omging spreekt me zeker aan. Maar het allerbelangrijkste voor mij is dat ondanks alle invloeden die te zien zijn, ik werk aan een eigen stijl en vorm. Een stijl en vorm die ook iets over mij zeggen.”

Zegt het iets over de stijl en vorm van Argibald dat de cover van zijn nieuwe boekje drie copulerende smurfen laat zien onder de aanstekelijke titel ‘Als Vader Abraham van huis is’? “Seks! Dat zit in veel van mijn tekeningen.” En dan een beetje verontschuldigend zegt hij: “Ik kan me bedenken dat mensen bij die Smurfen denken ‘Wat een banale jongen is die Argibald!’. Maar seks is iets dat door de eeuwen heen geïnspireerd heeft tot kunst. Net als de dood overigens. Humor heeft ook veel met die thema’s omdat iedereen er mee te maken heeft. Iedereen kan de wereld invullen naar zijn eigen beeld, maar daarachter zijn we allemaal hetzelfde: lijfelijke mensen met onze lusten en emoties. Het is wat ons bindt en we zijn in die thema’s uniform. Dat maakt het daarom ook zo aantrekkelijk om er grappen over te maken. Kijk maar naar wat stand-up comedians doen. Daar zit ook altijd veel seks en dood in.”

Losgeslagen

De copulerende smurfen was een inval van Argibald toen hij zich afvroeg wat die stripwezentjes zouden doen als hun ‘god’ Vader Abraham van huis zou zijn. “Ze slaan los. Ze verliezen alle waardigheid en gaan massaal aan het seksen. Dat ‘losgeslagene’ is voor mij iets van deze tijd. Ik zie een televisieprogramma waarin iemand moeilijk opvoedbare kinderen iets probeert bij te brengen, maar het zijn niet die kinderen maar die ouders van die kinderen die iets bijgebracht zou moeten worden. We zijn helemaal losgeslagen, denk ik dan.”

Naar zichzelf kijkend vindt Argibald dat hij niet zo’n losgeslagen jongen is. “Toen ik jonger was, was ik veel rebelser. Ik trapte tegen de docenten aan op de opleiding. Maar toen ik opleiding had verlaten had ik niemand meer om tegen aan te trappen. Ik kwam erachter dat ik mezelf meer verantwoordelijk gedrag moest geven. Het speelse kind in mij is nog wel gebleven, maar ik rebelleer stukken minder. Ik speel in een zandbak en weet dat de randen van de bak mijn grenzen zijn. De vrijheid die ik daarbinnen heb gebruik ik, maar ik ken mijn verantwoordelijkheden. Zo’n tekenaar als Gregorius Nekschot, daar schaam ik me dan ook kapot voor. Die man projecteert met zijn tekeningen alles op één geloof. Als je zijn cartoons als een auto uit elkaar haalt zie je dat zijn woede alleen maar gericht is op moslims. Hij is iemand die zich tekort geschoten voelt en zijn grieven daarover bij de moslims legt. Die om het provoceren met een burka op bij Pauw en Witteman gaat zitten. Als hij per se onherkenbaar wilde blijven had hij dat ook met een petje en zonnebril op kunnen doen.”

“Ik kijk altijd heel goed naar wat de grenzen zijn. Mijn zandbak is het stuk papier wat voor me ligt en waar ik met mijn lijnen aan de gang kan. Maar dat doe ik zonder dat ik bewust iemand zou willen beledigen met mijn grappen. Ik wil wel humor over geloof kunnen maken. Maar het is een van de moeilijkere onderwerpen. Ik heb een tekening van Jezus aan het kruis gemaakt die tegen een Romeinse soldaat zegt: ‘Knuffelen?’. Dat vind ik geestig, maar ook een teken van barmhartigheid. Maar nadat het in de Spits gepubliceerd was geweest kwamen er brieven van lezers die zich bespot voelden in hun geloof. Daar heb je het dan. Hoe komt een tekening over? Ik wilde er beslist geen rode lap voor een stier mee zijn. Ik ben eerder iemand van de verzoening. Ik teken ook over pedofilie zonder dat per se te veroordelen, maar omdat ik dan denk: hoe zit zo’n mens in elkaar? Ik probeer te begrijpen waarom ze tot zo iets komen. Het is misschien een zieke manier van respect van mijn kant voor iets banaals. Een fascinatie ook voor het banale zonder dat zelf te zijn.”

Animatie

Willem Bentvelzen groeide op in Zeist en tekende in zijn jeugd ook al veel. Op de middelbare school maakte hij tekeningen voor de schoolkrant en tekende veel strips na. “Die strips zijn een soort tekenfilms ook en daarom leek het mij wel wat om iets met animatie te gaan doen. Ik wilde leuke filmpjes maken voor de VPRO. Ik heb een opleiding gedaan in Hilversum via de Hogeschool voor de Kunsten. Maar nadat ik er aan begonnen was bleek het niks voor mij te zijn. Animatie is voor mij te hoog gegrepen. Twee maanden lang aan een zelfde filmpje werken, dat kan ik niet. Ik voelde veel meer voor het losse beeld en naast mijn studie, want ik heb die opleiding nog wel afgemaakt, ging ik bijna dagelijks cartoons en illustraties maken. Ik ontdekte dat ik verslaafd raakte aan de kroontjespen en de inkt.”

Na zijn opleiding kreeg Argibald een startstipendium toegewezen van het Fonds Beeldende Kunsten. “Met dat geld en wat ik verdien aan vrij werk en opdrachten kan ik redelijk goed leven.” Hij publiceert veel van zijn werk via websites als Foklog en Flabber en hij tekende in opdracht onder andere voor Rails Magazine, De Leeuwarder Courant en het stripblad Zone 5300 dat een springplank was naar het Feyenoord-Magazine waarvoor hij nu maandelijks een tekening maakt. “Met voetbal heb ik wel iets. Niet met een club, maar dat ik nu voor Feyenoord mag tekenen vind ik geweldig. Ja, het is een opdrachtgever dus ik kan niet alles zomaar doen. Ik mag niet al te kritisch zijn over de spelers en trainers. Maar die beperking vind ik niet erg. Die begrijp ik ook best. Dit is voor mij gewoon een discipline-oefening. En het is geen ramp dat er geen beperkingen zijn want ik kan me in mijn vrije werk alles doen wat ik wil. Daar heb ik een uitlaadklep.”

Aan de muren van zijn huiskamer hangen diverse tekeningen die hij maakte en uitvergrootte tot grote schilderijen. “Is dat niet een beetje narcistisch als je iets van jezelf ophangt?”, vraagt hij verontschuldigend. De schilderijen hingen onlangs nog op een expositie in theater De Kikker in Utrecht. “Een expositie vind ik altijd iets moois omdat ik dan naar buiten kan treden. Hier in huis zit ik maar te werken, maar bij een expositie krijg je reacties op je werk en dat biedt momenten van voldoening. En via de publicatie van cartoons op Foklog krijg ik reacties. Ik lees alle opmerkingen die er gemaakt worden over  mijn werk. Bij het zoeken naar een eigen tekenstijl is communicatie heel belangrijk. Hoe komt het over en wat wil je zeggen. Soms communiceer ik nog wat moeilijk via mijn tekeningen. Dan begrijpt mijn moeder een grap niet die ik probeer uit te beelden. Ik vraag het me zelf ook wel eens af: wat wil je daar nu weer mee? Maar ik wil niet alleen klinische grapjes maken, ik wil me zelf blijven verrassen. Ik ben nog jong en de weg naar een vaste vorm en stijl is aangenaam om te volgen. Al knutselend kijk ik naar wat er ontstaat.”

(Argibald, Morning Coffee kost 10 euro, stuur een mail naar argibaldi@gmail.com.)