(JT) - Door heel Nederland openen komende week zo'n tweehonderd huizen, winkels en scholen hun deuren om stil te staan bij de joden en verzetsmensen die ooit op deze locaties woonden en werkten. In woonkamers, op zolder, achter toonbanken en tussen schuifdeuren maak je kennis met slachtoffers, overlevenden en verzetsstrijders van de Tweede Wereldoorlog.

Wie waren ze? Hoe leefden ze? Waar zat de schuilplaats? En wat is er van hen geworden? Met persoonlijke verhalen maakt Open Joodse Huizen | Huizen van Verzet de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog invoelbaar.

Op zondag 4 mei is de Utrechtse editie er voor de tiende keer, met gratis bijeenkomsten van 45 minuten, waarvoor helaas niet kan worden gereserveerd. Wees op tijd!

Dit is het Utrechtse programma (dit staat ook hier):
   

11.00 en 12.00 uur, Zaagmolenkade 28
De joodse verpleegster Ester van der Hoeden en haar verloofde, de geneeskundestudent Isaac Cohensius, hebben de droom om samen in Palestina een dokters- en verpleegpost op te zetten. Nadat ze hun oproep voor ‘tewerkstelling’ gekregen hebben, melden ze zich in Westerbork. Hun transport naar Auschwitz volgt op 31 augustus 1942. Daniel van den Bos beschreef hun verhaal en vertelt hierover (zes maanden geleden werden voor hen struikelsteentjes geplaatst).
  

11.00 en 12.00 uur, Prins Hendriklaan 6
Trui van Lier, stopte in 1941 op haar 26e met haar studie rechten en startte op deze locatie een kinderpension en crèche. Toen de jodenvervolging begon, verstopte ze hier met haar hulp Jet Berdenis van Berlekom tijdelijk vele joodse kinderen. Ze werkte nauw samen met verschillende verzetsgroepen, waaronder het Utrechts Kindercomité. Haar biograaf Jim Terlingen spreekt hier samen met een 92-jarige nicht van Trui (zie ook dit verhaal).
  

11.00 en 13.00 uur, Tolsteegbrug 1 (Louis Hartlooper Complex)
In de jaren dertig vluchten de joodse Ludwig en Johanna Dannheisser vanuit Duitslamd naar Nederland. Na enige tijd in Den Haag gewoond te hebben, komen ze uiteindelijk terecht in Utrecht. Hun veilige gevoel verandert wanneer de oorlog en de daaropvolgende bezetting van Nederland uitbreekt. Auschwitz is de eindbestemming van Ludwig en Johanna. Op 19 mei 1944 vertrekt hun deportatietrein vanuit Westerbork. Het is dezelfde trein als op de beroemde filmbeelden en Ludwig en Johanna zijn hierop ook kort te zien. Dit werd ontdekt door buurtbewoner Robin van Essen. Hij vertelt hun verhaal.

Johanna Dannheisser-Bloch en haar man Ludwig Dannheisser in de Westerbork-film. Fotomontage: JT

   
11.00, 12.00 en 13.00 uur, Bergstraat 6
De joodse arts Bram Querido bracht zijn jeugd door in Wijk C. Van het gezin Querido overleefden alleen hij en zijn zus. Hun vader en een andere zus werden vermoord in Sobibor, hun moeder in Auschwitz. De huidige bewoonster van hun woning, Corrie Huiding, vertelt hun verhaal (lees hier over het leggen van struikelstenen op deze plek)
   

12.00 en 13.00 uur, Kromme Nieuwegracht 35a
Samen met haar echtgenoot Alphons, runde katholieke Mieks de Leeuw-Snackers een kruidenierszaak. Tijdens de oorlog werd een Duitse dame bij het echtpaar ingekwartierd. Nadat Mieks een woordenwisseling met haar kreeg, werd ze gearresteerd en zwaar gestraft. Ze overleed in februari 1945 in een vrouwengevangenis in Leipzig. Nicole Zonderhuis vertelt haar verhaal (lees hier over het leggen van struikelstenen op deze plek).
   

13.00 en 14.00 uur, Servaasbolwerk 3
Nadat de deportaties van de Nederlandse joden zijn begonnen, nemen Louis Keizer en zijn vrouw Rebekka het onmogelijke besluit om hun twee kinderen te laten onderduiken en mee te geven aan het studentenverzet. Louis en Rebekka zelf worden in april 1943 via Westerbork naar het vernietigingskamp Sobibor gedeporteerd. In hun voormalige woonhuis vertelt Victor Frederik hun verhaal  (lees hier over het leggen van struikelstenen op deze plek).
  

14.00 en 15.00 uur, Springweg 162 (Broodhuis)
Als godsdienstleraar, secretaris van het kerkbestuur en leraar van de begrafenisvereniging was Jo van Gelder de spil van de Nederlands-Israëlitische Gemeente van Utrecht. Samen met zijn vrouw overleefde hij de oorlog door min of meer ondergedoken te zijn in zijn eigen woning. Historici Han Lettinck en Els Boon vertellen zijn verhaal (zie ook deze recensie over hun boek 'Joods Utrecht')
  

14.00 en 15.00 uur, Melis Stokestraat 16
Elkan Roe woont met met zijn vrouw en hun in 1940 geboren dochtertje Greetje achter hun delicatessenwinkel in de Amsterdamse Transvaalbuurt. Elkan zit in kamp Westerbork als zijn tweede dochter, in januari 1943, wordt geboren. Om haar beide kinderen voor deportatie te behoeden, neemt Sara het besluit om de meisjes mee te geven aan leden van de verzetsgroep het Utrechts Kindercomité. Greetje en haar zusje komen los van elkaar bij onderduikgezinnen terecht in Utrecht. Greetje Roe blijft na de oorlog bij haar christelijke pleegouders in Tuinwijk wonen. Ze vertelt zelf haar verhaal van een leven lang aanpassen en de zoektocht naar haar eigen identiteit (zie ook deze pagina op de site De Tuinwijk).

Greetje Roe in de oorlog (privéarchief)

  
15.00 en 16.00 uur, Lange Nieuwstraat 119 (Altrecht)
Het echtpaar Willem Wilschut en Jannie Lindenboom waren beiden leerling-verpleger in de Willem Arntzstichting. Willem en Jannie waren ‘vurige socialisten’ en raakten al vroeg in de oorlog betrokken bij het verzet. Na het begin van de deportaties van de Nederlandse joden, nam het stel onderduikers in huis. Dit ging mis. Willem werd gearresteerd en vond uiteindelijk de dood in Kamp Mauthausen. Psychiatrisch verpleegkundige Cecile aan de Stegge vertelt Willem en Jannies verhaal (zie ook deze pagina over het struikelsteentje voor Willem Wilschut).