Welvaart Utrecht 91 - ‘Een van de beste plekken om te leven’
Gepubliceerd: maandag 30 oktober 2017 07:00
De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 91.
Louis Engelman - Het zit niet zo in de aard van de ‘echte Utrechter’, maar een beetje trots op z’n stad is-ie soms wel. Bijvoorbeeld als een website (Dagtripper.nl) de Utrechtse grachten tot mooiste van het land uitroept.
‘Nieuwe Utrechters’ hadden dat al veel eerder geconstateerd. Op hun blogs prijzen ze de sfeer van de binnenstad de hemel in.
Ronald Besemer van ‘Toerisme Utrecht’ is er content mee. Hij herinnert er in het AD/UN aan dat Utrecht volgens een verkiezing van de reissite Travel Bird de zeer verdienstelijke 18e plek op de wereldranglijst van ‘meest inspirerende steden’ inneemt. Zelfs vóór Amsterdam.
Maar laten we niet al te hard juichen. Want in de Atlas voor Gemeenten wordt Amsterdam nog steeds aangegeven als leukste stad van het land. Die waardering dankt zij aan de monumentale binnenstad, de grote werkgelegenheid en de voorzieningen.
De voorsprong op Utrecht is wel kleiner geworden. Door de uit de hand gelopen groei van het toerisme (de terreur van rolkoffers) en het gevoel van onveiligheid is de hoofdstad minder aantrekkelijk geworden. Bovendien is de woningmarkt er nog meer dan in Utrecht aan het overkoken.
Het Engelse magazine ‘The New Economy’ schreef al eerder dat Utrecht één van de beste plekken is om te leven. Het blad vindt Utrecht niet alleen een aantrekkelijke stad om in te wonen en te werken. Speciaal wordt de samenwerking vermeld tussen de universiteit, de hogeschool en het universitair medisch centrum op het Utrecht Science Park.
Dat Utrechters plezier beleven aan hun stad is vooral zomers goed zichtbaar. De binnenstad is levendig druk, de terrassen zitten vol als het weer dit toelaat en in de avonduren stijgt er een vrolijk geroezemoes op vanaf de werven langs de gracht.
Opmerkelijk is het in de afgelopen decennia toegenomen recreatieve gebruik van de stadsparken. Waarschijnlijk in navolging van het Amsterdamse Vondelpark werd het eerst in het Wilhelminapark steeds drukker. Met name de studenten vonden er een ideale plek om te voetballen, te zonnen en elkaar te ontmoeten.
Later volgden andere delen van de stad, gestimuleerd door gemeentelijk beleid. In onder meer Park Oog in Al, het Julianapark, het Lepelenburg, Park Transwijk en het nieuwe Maximapark zie je dat omwonenden er steeds meer gebruik van zijn gaan maken. Kinderfeestjes, bruiloftsessies, barbecues, festivals, sport en spel, je komt het allemaal tegen. De tijd dat een politieagent op de fiets jouw bal afpakte als je op het grasveld een partijtje speelde ligt gelukkig ver achter ons.
Natuurlijk is er een grens aan het gebruik van het openbaar groen. Nu al is het soms te druk in het Wilhelminapark, waar voetballers en zonaanbidders elkaar in de weg zitten. Ook het optuigen van commerciële activiteiten kent z’n beperkingen. Omwonenden van het Park Lepelenburg maakten al eens bezwaar tegen de komst van een foodfestival.
Maar in ’t algemeen gaat het de stad niet slecht. Op de Leefbarometer 2014 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken scoren de Utrechtse wijken goed. Alleen Overvecht blijft met een onvoldoende achter. De Binnenstad krijgt de beoordeling uitstekend en Oost zeer goed. Voorts is er een ‘goed’ voor Noordoost, Leidsche Rijn en Vleuten-DeMeern. West wordt gewaardeerd met een ruim voldoende en Zuid met een voldoende.
Van de buurten waren er zes ‘onvoldoende’ (Queeckhovenplein en omgeving, Wolga- en Donaudreef, Zamenhofdreef, Vechtzoom-zuid, Nieuw Hoograven-Zuid en Kanaleneiland-Zuid). Ruim onvoldoende waren de Neckardreef en omgeving, Zambesidreef e.o., Tigrisdreef e.o. en Kanaleneiland-Noord. De meest populaire buurten zijn Oudwijk en Buiten Wittevrouwen.
Volgende deel: ‘Proces van gespleten stad al langer gaande’