Welvaart Utrecht 79 - Leidsche Rijn kinderrijker dan verwacht
Gepubliceerd: maandag 2 oktober 2017 07:00
De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 79.
Louis Engelman - De bouwactiviteit in Utrecht mag best indrukwekkend worden genoemd. Waarbij Leidsche Rijn natuurlijk koploper is. Halverwege de jaren negentig tekende de Rotterdamse stedenbouwkundige Riek Bakker dit nieuwe deel van Utrecht. Toen nog grotendeels weiland, maar dat zou na de samenvoeging in 2000 met Vleuten-De Meern rap veranderen.
Voor LR werd een planning van circa 20 jaar gemaakt, waarbinnen 31.000 woningen moesten worden gerealiseerd. Daarvan is volgens publieksvoorlichter J. M. Dalmeijer nu ongeveer twee-derde klaar (22.000 huizen). Door de kredietcrisis is de voortgang in de bouw bijna twee jaar vertraagd. Maar de gang zit er nu weer in.
De resterende 9.000 woningen worden gebouwd in het Stadscentrum van LR, in de nieuwe wijk Leeuwensteyn langs het A’dam-Rijnkanaal tegenover Oog in Al, en in Rijnvliet tussen de A2 en de recreatieplas Strijkviertel. Ook zijn er bouwlocaties aangegeven langs de Haarrijnse Plas en in de wijk Haarzicht tussen Vleuten en Haarzuilens. Daar bovenop worden op diverse plekken kleinere bouwprojecten ontwikkeld. De polder Rijnenburg aan de andere kant van rijksweg 12 blijft vooralsnog onbebouwd.
De verhouding tussen koop- en huurwoningen in Leidsche Rijn valt in het voordeel van de eerste groep uit. In totaal zal er straks 70 procent koop zijn tegen 30 procent huur. Van die laatste groep is grofweg de helft toegewezen aan de Utrechtse corporaties. Zij bouwen de sociale huurwoningen. Het andere deel is door beleggers ontwikkeld voor de vrije – en dus duurdere - sector.
Als Leidsche Rijn compleet is afgerond heeft Utrecht er een stadsdeel bij met circa 100.000 inwoners. Volgens Dalmeijer was dit cijfer aanvankelijk geraamd op 80.000, maar de wijk blijkt kinderrijker dan verwacht.
De verbindingen met het andere deel van de stad worden gevormd door de (gele) Hogeweidebrug, de nieuwe Daphne Schippersbrug (fietsers), de Meernbrug (Den Hommel) en de Prins Clausbrug naar Papendorp. Het openbaar vervoer is nu nog per gelede bus, maar een tramverbinding is voor de toekomst niet uitgesloten.
Bovendien kunnen reizigers nu al via de stations van Vleuten, Terweide en Leidsche Rijn centrum snel op Utrecht Centraal uitkomen.
Om al die nieuwe bewoners van Utrecht werk te geven zijn onder meer de bedrijfsterreinen Papendorp en De Wetering ontwikkeld. Het is de bedoeling dat straks zo’n 40.000 inwoners dicht bij huis een baan vinden, in alle sectoren van de samenleving.
Voor de recreatie is het centraal gelegen Maxima Park uniek. En zomers is het nu al soms heel druk aan de oever van de Haarrijnse Plas. Daarnaast vervult het Prinses Amaliapark een eigen rol, met name op sportgebied vanwege de daarin aangelegde atletiekbaan.
Maar ook op andere gebieden heeft LR z’n eigen voorzieningen. Op cultureel gebied wordt in een behoefte voorzien door Castellum De Hoge Woerd, de Metaalkathedraal en de bioscoop CineMec. Twijfel is er over de haalbaarheid van een cultuurtrekker in het stadscentrum. Wel is er een creatieve samenwerking ontstaan tussen het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK) in Vleuterweide en het Amadeus College.
Volgens voorlichter Dalmeijer is de hoger opgeleide middenklasse in Leidsche Rijn sterk vertegenwoordigd. Hij denkt dat hun in het algemeen hogere uitgavenpatroon zeker interessant is voor ondernemers (winkels, horeca enz) om zich daar te vestigen.
Op dit moment is de bouw van het nieuwe LR-Centrum het meest zichtbaar. Daar wordt ruim 27.000 vierkante meter vloeroppervlak gecreëerd voor winkels. De omstreden Jumbo Foodmarket neemt daarin met 5.600 m2 een belangrijke plek in. Voorts komt er 4.000 m2 horeca, 3.000 m2 voor maatschappelijke voorzieningen en 3.000 m2 dienstverlening.
Er worden in dit gebied 800 appartementen gebouwd en 11.500 m2 is er voor kantoorruimte. In totaal wordt er plek geschapen voor 2000 parkeerplaatsen.
Of het nieuwe stadscentrum pal naast Station Leidsche Rijn vanaf 2017 ook echt de ‘huiskamer’ van het gebied gaat worden, zoals in de plannen is aangegeven, zal nog moeten blijken. De vier- tot zes-hoge bouwblokken met winkels en (boven)woningen zien er op de artist impressions langs de bouwplaats wel gelikt uit maar geven mij toch niet de indruk er voor een gezellige middag winkelen per se naar toe te moeten. De architectuur is in mijn ogen eerder braaf dan uitdagend. Functioneel en op zeker, lijkt de insteek geweest.
Voor de geïnteresseerde nieuwe bewoners lijkt dat overigens niets uit te maken. Het duurde in december maar negen dagen om alle 88 koopappartementen in het bouwblok ‘De Edmund’ aan de man te brengen. Naar verwachting is die belangstelling straks even groot voor de resterende huur- en koopappartementen in Leidsche Rijn Centrum. Men gaat er vanuit dat ze allemaal weg zijn als het winkelcentrum in 2018 wordt geopend.
Maar ook in de andere delen van de Vinexwijk lopen de kopers te hoop. In de wijk Hoge Weide schreven zich 120 gegadigden in voor 37 eengezinswoningen. En voor een ander project in dezelfde wijk meldden zich 100 serieuze kandidaten voor 32 woningen.
Volgende deel: Architectuur van ‘doe maar gewoon’