Welvaart Utrecht 45 - Economisch profijt van centrale ligging
Gepubliceerd: woensdag 14 juni 2017 07:00
De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 45.
Louis Engelman - Heeft Utrecht zich in de afgelopen 50 jaar economisch goed ontwikkeld? Op die vraag geeft Peter Ewalts, senior adviseur van de Kamer van Koophandel Utrecht, een positief antwoord. ‘Van de regio’s die het goed doen scoort Utrecht hoog’, zegt hij. ‘Ook internationaal. Utrecht is in Europees perspectief een topregio.’
Ewalts zag Utrecht van een industriële economie overgegaan naar een diensteneconomie. Met name door de gunstige centrale ligging van de stad heeft die dienstensector zich volgens hem sterk kunnen ontwikkelen.
‘Utrecht is de nationale spil van Nederland. Voor de dienstensector is het belangrijk te kunnen overleggen met elkaar, dan is zo’n centrale ligging van super groot belang. Denk aan de banken, ICT-bedrijven, de verzekeringswereld, accountancy. Maar zeker ook in de non-profit sfeer. Er zijn tal van raden in Utrecht gevestigd, zoals bijvoorbeeld de Nationale Raad voor de Kinderbescherming en de Nederlandse Zorgautoriteit. Daarnaast zijn er sociale en sportkoepels. Al deze maatschappelijke en culturele organisaties brachten veel werkgelegenheid naar Utrecht.’
In zijn visie is de economische omslag door de combinatie van ligging en diensten bijna vanzelf gegaan. ‘Dat was een autonome ontwikkeling waaraan de politiek niet veel heeft bijgedragen. Belangrijk was ook dat Utrecht een natuurlijke omgeving heeft met alle landschapstypes onder handbereik. Dat zorgde ervoor dat tweeverdieners zich in de stad graag vestigden. Bovendien konden zij – als hun werkplek buiten de stad lag - pendelend binnen een uur op hun werk zijn.’
De bouw van Hoog Catharijne heeft, denkt Ewalts, absoluut positief bijgedragen aan de economie van Utrecht. ‘Tegen HC is weliswaar altijd veel weerstand geweest, maar het is wel een succes geworden.’
Het huidige Stationsgebied is, zegt hij, anders opgezet. ‘Je kunt dat niet met HC vergelijken. Er zijn veel meer algemene diensten in ondergebracht. Het is niet meer één groot winkelcomplex.’
Ewalts verwacht dat Utrecht daar profijt van gaat krijgen. ‘Het accentueert dat Utrecht de centrale spil is in de mobiliteit. De stad handhaaft zijn congresfunctie. Mensen willen elkaar ondanks de digitalisering toch blijven ontmoeten.’
Volgens Hans Mommaas, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), zijn dergelijke ontmoetingen in de kennis- en diensteneconomie zoals die van Utrecht essentieel. In een interview in het HU-blad Trajectum van afgelopen december stelt hij dat juist in de stad de gespecialiseerde kennis en diensten hun voedingsbodem vinden. ‘Bedrijven komen daar naar toe, zodat ze gebruik kunnen maken van de spin-offs van die kennis. Dat clustert samen, vooral in steden met hogere opleidingsfaciliteiten als Amsterdam, Utrecht en Eindhoven.’
Utrecht heeft volgens hem boven Amsterdam het voordeel van de kleinschaligheid die in balans is met de grootstedelijkheid. ‘Enerzijds heeft de stad de kleinschalige wijkjes en een historische binnenstad, anderzijds werkt ze aan schaalvergroting en verdichting rondom het Jaarbeursplein, Leidsche Rijn en richting Houten. Met die verschillende bewegingen moet je slim omgaan.’
Volgende deel: Utrecht schetst kansen in ‘Ruimtelijke Strategie’