Welvaart Utrecht 30 - Eerste tekenen maatschappelijke kloof
Gepubliceerd: woensdag 10 mei 2017 07:00
De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 30.
Louis Engelman - Dat de kraakbeweging positief heeft bijgedragen aan het behoud van de woningvoorraad in Utrecht, zoals we in de vorige aflevering konden lezen, is slechts één deel van het verhaal. De mentale invloed van de jonge activisten op de wijkbewoners moet volgens sommigen ook niet worden onderschat. Vooral waar ze samen optrokken in wijkcomités hebben ze de bevolking van achterstandswijken gestimuleerd in hun emancipatieproces.
Emeritus hoogleraar sociologie Gerrit Jansen is daarvan overtuigd. Hij denkt dat de bewoners van verpauperde wijken mede daardoor een stuk zelfbewuster zijn geworden. ‘Ze waren steeds beter in staat tegenspel te bieden en politiek gewicht te krijgen.’
Die grotere mondigheid ziet hij als ‘sociale vernieuwing’. Vooral in de volksbuurten is het, aldus Jansen, gemeengoed geworden dat de niet alles zomaar hoeft te slikken wat je voorgezet wordt. ‘De sociale vernieuwing is in die zin wel degelijk gelukt. De bewoners bleken niet alleen maar op te komen voor hun eigen belangen, ze keken verder dan hun eigen huis en hadden interesse voor hun omgeving.’
Maar mede-oprichter van het STUT-theater en schrijver van buurttoneelstukken Jos Bours zegt daar zo z’n twijfels over te hebben. Hij meent dat de stadsvernieuwing geen ‘innerlijke verbetering in de volkswijken heeft gebracht.’ Hij onderkent wel het uiterlijke: mooie huizen, meer comfort. ‘Maar je zag ook verbittering ontstaan. De mensen kregen het gevoel er niet meer bij te horen.’
Volgens Bours zijn daarvoor verschillende oorzaken aan te wijzen. ‘Dat begon met het verdwijnen van de Utrechtse industrie. De zekerheid ging verloren, het vaste inkomen verviel. Vader raakte thuis zijn positie van respect kwijt. Dat was een ramp in de gezinnen.’
Mede daardoor zag Bours de generatiekloof ontstaan. ‘Jong en oud gingen elkaar steeds minder begrijpen. Jonge vrouwen ontplooiden zich en gingen werken. Hun moeders begrepen dat niet. Die vonden dat ze voor de kinderen moesten zorgen. Dit dilemma veroorzaakte aan twee kanten onbegrip en onzekerheid. De geborgenheid van de vaste waarden viel weg, mensen voelden zich niet meer veilig.’
Maar ook de veranderende bevolkingssamenstelling in de wijken was van invloed. Bours: ‘De instroom van Turken en Marokkanen werd een probleem. De eerste groep paste zich nog wel aan, de generaties daarna niet meer. Nederlandse arbeiders kregen het in die tijd financieel wel wat beter, maar voelden zich geassocieerd met de armere buitenlanders. Dat ging wringen. Onderling was er vrijwel geen contact, men leefde langs elkaar heen.’
Bours zag in die tijd veel mensen verhuizen naar Maarssenbroek of Nieuwegein. Voornamelijk de gezinnen van wie het huis was gesloopt voor nieuwbouw. ‘Dat kwam omdat de huren van de nieuwbouw sterk waren verhoogd. Voor ongeveer hetzelfde bedrag had je in de randgemeenten een groter huis met een tuin.’
Het gevolg was, zegt hij, dat de wijken hun samenhang verloren. ‘De onderlinge solidariteit werd langzaam uitgehold. De ene groep kreeg het beter dan de andere en men verloor het contact met elkaar.’
Volgens Bours is er daardoor een verbitterde blanke onderklasse ontstaan. ‘Men is de goede oude tijd gaan idealiseren. Je ziet de zucht naar eenheid, naar samenhang. Bijvoorbeeld als het Nederlands elftal speelt. Dan kleuren de straten oranje en zitten de mensen bij elkaar ‘net als vroeger’. Je herkent het ook in de demonstratieve tochten en de knuffels die op een plek worden neergelegd als er een kind is omgekomen. Er bestaat nog steeds een groot verlangen om weer ‘een’ te zijn.’
Bours vindt dat dit proces van verbittering alleen tegen te houden is door de bewoners van de wijken serieus te nemen. Op zijn manier probeerde hij dat met buurttoneel te doen. ‘Je moet ze aandacht geven.’ En wat dat betreft heeft de politiek het volgens hem in de afgelopen tientallen jaren behoorlijk af laten weten. Met name de PvdA. ‘De politici gingen er wel heen, maar alleen kort voor de verkiezingen. Dat werkt dus niet.’ De SP had volgens hem betere contacten in de wijken.
Maar zeker is, concludeert Bours, dat de stadsvernieuwing lang niet overal heilzaam is geweest. ‘Mooie stenen zeggen niet alles over nieuwe verhoudingen in een wijk.’
Volgende deel: Oude wijken worden populair bij jongeren