Welvaart Utrecht 25 - Afbraakwoede nog niet getemperd
Gepubliceerd: vrijdag 28 april 2017 07:00
De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 25.
Louis Engelman - Het verzet van de studenten in de Werkgroep Herstel Leefbaarheid, waarover we in de vorige aflevering schreven, viel binnen het stadhuis niet in goede aarde. Daar werden hun activiteiten eerder gezien als het tegenhouden van een noodzakelijke vernieuwing dan als het behoud van een waardevol deel van de stad.
Bert Maes weet dat nog goed. ‘Je had dat grote krachtenspel van de gemeente. De invloed van Openbare Werken, van het college, de politieke partijen. Die waren allemaal voor vernieuwing. Alleen D66 ging daar vraagtekens bij zetten, maar ook iemand als Wim van Willigenburg van de VVD dacht er anders over.’
Pas toen de Werkgroep met zijn rapporten kwam keerde het tij.
Volgens Maes begon met de strijd om Achter Clarenburg 2 de mentaliteitsverandering. ‘Het huis stond leeg en dreigde te worden gesloopt voor de geplande verkeersdoorbraak. Wij beschreven het, zoals biologen dat doen. Wat is er allemaal zeldzaam aan, welke delen zijn heel bijzonder? Toen bleek dat dit middeleeuwse huis historisch zo belangrijk was dat bijna alle mensen van monumentenzorg in Nederland hier zijn komen kijken.’
Hij gelooft dat hun actie precies op het goede moment kwam. ‘Wij liepen niet met spandoeken, maar waren voornamelijk enorm geïnteresseerd in de historie van deze panden. Kritische journalisten pikten dat op. Zoals Dick Franssen. Hij heeft met zijn rubriek ‘De stad is van ons’ in het UN daar zeker invloed gehad.’
Maar de afbraakwoede werd niet snel getemperd. Bert: Die hield je niet zo maar tegen. Wij moesten dus bewijzen dat je zo’n bijzonder middeleeuws huis niet zo maar op de slooplijst kon zetten. We moesten duidelijk maken dat ze verkeerd bezig waren. Daarna zijn we soortgelijke monumenten in de hele stad gaan inventariseren.’
Hoe nodig dat was maakt hij aan de hand van een voorbeeld duidelijk. ‘In die tijd was het heel gewoon dat een sloopbedrijf de gemeente belde met de vraag: is er nog wat af te breken? En dan kregen ze een object aangewezen. Dat zou met deze panden ook kunnen gebeuren.’
Dat die vrees gegrond was werd bewezen met een groot 17e-eeuws huis langs de Vecht. Maes: ‘Dat stond al jaren leeg en zou worden afgebroken. Wij zijn toen naar wethouder Harteveld gegaan met de vraag of we het tijdelijk mochten bewonen. Die voelde daar wel voor. Maar ineens was het pand weg. Door de discussie versneld gesloopt. We waren daardoor wel een ervaring rijker. We wisten toen hoe het werkte en dat we het anders moesten doen.’
Die aanpak heeft voor Achter Clarenburg gewerkt. Het gemeentebestuur werd gevoelig voor de argumenten van de werkgroep. Wat er toe leidde dat de raadsleden in 1970 een motie aannamen van PvdA-lid mevr. Freriks waarmee de plannen voor de doorbraak van Achter Clarenburg stil werden gelegd. Bert: ‘Dat was voor ons nou eens een doorbraak.’
Maes vertelt dat de werkgroep ervoor heeft kunnen zorgen dat er veel meer panden op de monumentenlijst kwamen te staan. En daardoor dus werden beschermd. De afdeling monumenten van de gemeente kreeg veel meer mogelijkheden. Bert: ‘Ik denk dat daardoor een paar honderd monumenten in de stad zijn gered. Dat hebben wij niet alleen gedaan, maar we hebben door onze initiatieven dat proces zeker versneld. We richtten ons daarbij op de binnenstad. Straat voor straat hebben we kunnen veroveren. Denk daarbij aan de Keukenstraat, de Tuinstraat, de Andreasstraat en de Zilverstraat. Die zouden allemaal zijn gesloopt.’
Ook de Willemstraat in Wijk C stond volgens hem zo op de nominatie. ‘Samen met het comité Wijk C hebben we toen een rapport geschreven. Die verkrotte straat is daarna helemaal opgebloeid. En ook voor de Twijnstraat hebben we een sfeer kunnen creëren waarin mensen ontdekten dat dit een heel interessante straat was. We hebben gelukkig een belangrijke rol in dit proces kunnen spelen. Daar kijken we absoluut met tevredenheid op terug.’
Volgende deel: Wantrouwen nog lang niet verdwenen