Verdwenen beeld: Het Perzische tapijt op de Amerhof
Gepubliceerd: vrijdag 16 oktober 2015 16:39
Het beeld van de stad verandert iedere dag. Beelden, soms letterlijk, die je niet meer ziet, haalt Willem Geijssen terug en hij bespreekt ze. Dit keer het Perzische tapijt op de Amerhof.
Op de Amerhof in de Rivierenwijk, pal achter de Jutfaseweg, tussen de Roerstraat en de Amstelstraat, ligt het grootste Perzische tapijt van Nederland, met daarop de schoolpleinen van de W.G. van de Hulstschool en de buitenschoolse opvang van De Nieuwe Jutter.
Het moest een bont geheel worden met bomen, banken en hekken volgens de folder die ik nog steeds in mijn bezit heb. Destijds was ik als beheerder van het toenmalige buurthuis De Jutter betrokken bij dit project. Toch is het een kunstwerk waar menigeen overheen loopt of langsrijdt zonder het direct te zien. Rondvraag leverde op dat vrijwel niemand het kent, behalve degenen die er vlak in de buurt wonen.
Het geheel is ontworpen door de Amsterdamse kunstenaar Hans van Houwelingen (Harlingen, 1957) in 1994, in opdracht van de Adviescommissie Beeldende Kunst van de gemeente Utrecht. De Marokkaanse kunstenaar Hamid Oujaha ontwierp het bonte tapijt van speciaal gebakken stenen in geel, rood en zwart, afkomstig van Waalsteenfabriek De Beylandt in Tolkamer, vlakbij Lobith en Millingen aan de Rijn.
Van Houwelingen zette zeven uit brons gegoten christelijke lammetjes op het plein van de toenmalige peuterspeelzaal De Blokkendoos en integreerde daarmee een oosters tapijt en een westers lam, met een knipoog naar de verschillende bevolkingsgroepen die deze wijk bewonen.
Het was zijn derde project na het werk Blauw Jan, bestaande uit 40 bronzen hagedissen op het Kleine Gartmanplantsoen in Amsterdam en het werk Koeien denken heel diep na in Den Bosch, beide ook in 1994 uitgevoerd. Ik zie de kunstenaar nog aan komen tuffen in zijn oude grijze Peugeot, een innemende persoonlijkheid met een stellige visie. Nu is hij uitgegroeid tot een bekend kunstenaar die tal van gerenommeerde projecten en kunstwerken op zijn naam heeft staan.
In de jaren 90 was dit deel van de wijk helemaal gesaneerd, na ernstige bodemvervuiling door het ooit hier gevestigde sloopbedrijf van Prozee. De oude woningen werden gesloopt en de grond werd afgegraven tot onder het gebouw van buurthuis De Jutter en de daarbij behorende peuterspeelzaal De Blokkendoos.
Die sanering was nodig vanwege de criminaliteit in de buurt, de verloedering en natuurlijk die vervuiling. Maar ook in de eerste jaren na de herinrichting bleef het tobben. De autochtone bendeleiders woonden zelf in de buurt en wisten precies wanneer er nieuwe computers of televisies waren aangeschaft. Na inbraken en aangerichte vernielingen kwamen ze zelfs aanbieden om te helpen opruimen.
Het buurthuis was beveiligd als een gemiddelde plattelandsbank, maar dat weerhield de boeven echt niet. Ze zaagden een gat in het dak van het drankhok en ze groeven een gang onder de muur door naar de kluis die speciaal gemaakt was door de smid uit de Lauwerecht. En dan heb ik het nog niet eens over de brandstichting in 1989.
Heel goed herinner ik mij nog die keer dat ik kwam aanfietsen en van veraf al zag dat er een enorm gat van zeker een vierkante meter in het dak zat boven het voorraadhok. En aangekomen zag ik dat het hok weliswaar nog op slot zat, maar volkomen leeggeroofd, alles afgevoerd door dat gat in het dak. En op het Perzische tapijt lagen de kratten, en de flessen en het afval over meters verspreid rond de bankjes en de zitjes en tussen de boompjes. Wil je het positief zien dan was met dit feestje op het Perzische tapijt de integratie compleet en behoort dit allemaal bij het verdwenen beeld.