Oud Vet - De Wittevrouwenpoort (1971-2003)
Gepubliceerd: zaterdag 15 januari 2022 16:00
Oud vet ruikt gezellig, de tweewekelijkse rubriek over verdwenen cafés in Utrecht. Dit keer: De Wittevrouwenpoort (1971-2003).
Gerrit en Joop Cats, vader en zoon die beter bekend staan als: Schele Cats en Bu Cats. Samen beginnen ze in 1971 café De Wittevrouwenpoort op de hoek van de Wittevrouwenstraat en het Lucas Bolwerk.
"Mijn vader, Schele Cats, had dertig jaar bij café Dikke Dries gewerkt. Daar kwam een einde aan toen Joop de Winter, de toenmalige eigenaar, zelf meer in het café ging werken. Er was geen plaats meer voor mijn vader en die ging wat anders zoeken. Hij kreeg een tip dat De Wittevrouwenpoort te koop stond. Hij heeft het toen overgenomen van Joop Luken en mij gevraagd om bij hem te komen werken en dat wilde ik graag."
Bu zijn bijnaam komt vanwege de gewoonte die hij als kind had om tegen een sneetje brood geen boochie, maar buchie te zeggen. In Wijk C, waar hij opgroeit, krijg je op die manier een bijnaam, buchie werd Bu. Als zijn vader hem vraagt om bij hem te komen werken heeft hij allerlei baantjes achter de rug. Met Willem van Hanegem heeft hij zelfs nog eens via een koppelbaas gewerkt bij houtbedrijf Jongeneel aan de Zeedijk. "Moesten we na een paar weken bij de chef komen die klaagde dat we een werktempo van nul-komma-nul hadden."
In 1971werkt hij als boekhouder voor een schildersbedrijf waarvan de baas veel te veel geld uitgeeft in dancing Limburgia. "Dat ging helemaal fout met die zaak en ik was blij dat mijn vader met dat voorstel kwam."
Tot en met 2003 zou De Wittevrouwenpoort zijn thuis worden. Letterlijk ook want hij woont er met zijn vrouw Jans in het bovenhuis. Het café wordt een groot succesverhaal, dat echter voor altijd wordt overschaduwd door een verschrikkeljke gebeurtenis.
Schele Cats wordt drie jaar na de opening doodgestoken. "Mijn vader ging na afloop van het café nog een biertje drinken bij een nachttentje op de Biltstraat: de Dianabar. Daar liep een kerel die bij ons al een paar keer vervelend was geweest en mijn vader had hem al eens aangepakt. In die bar is die vent ook lastig en mijn vader vond het nodig om op te treden en die geeft hem een stomp tegen z'n kop. Daarop ging die vent weg en iedereen dacht dat het daarmee afgelopen was. Die ouwe gaat een tijdje later naar huis en hij loopt over straat en daar komt die gozer op de brug, net bij ons voor de deur, achter hem aan en steekt hem met een mes in zijn rug. 6 juni 1974. Hij was 56. Het was net voor het WK-voetbal in Duitsland."
De gewelddadige dood van zijn vader is een klap voor Bu Cats. "Maar ik heb niet aan stoppen gedacht. Joop de Winter vroeg op de begrafenis aan me hoe laat de volgende dag het café weer open zou gaan. 'Om 9.00 uur' zei ik. Toen Dikke Dries overleed in 1954 ging mijn vader de dag erna ook weer aan het werk."
Als ze het café beginnen in 1971 adviseert oud-eigenaar Luken vroeg open te gaan want de zaak trekt tientallen scholieren uit de omgeving zoals de HBS op de Wittevrouwenkade. "Om 12.00 uur hadden we soms al meer dan honderd koppen koffie verkocht. Dat begon dus goed."
De grootste 'binnenloper' is volgens Cats echter de redactie van het Utrechts Nieuwsblad die in die tijd om de hoek aan de Drift kantoor houdt. "Het UN heeft ons groot gemaakt. Nogal wat journalisten bezochten onze zaak. Het begon met het komische trio Pieter van de Vliet, Carlo Nagel en Dirk de Moor die wel van een feestje hielden. Er waren ook rustige jongens zoals Willem Breedveld, Ruudje de Kok, Louis Engelman en Paultje Stramrood."
"Maar de nummer 1 voor ons was de sportredactie met Jan Boerop, Frans Heinrichs die een goede vriend was van mijn vader, Ad van Liempt, Ton de Ruiter en Hans van Echtelt. Die maakten op zondagavond en in de nacht de krant voor de volgende dag en ze zeiden tegen mijn vader: 'Schele, kunnen wij nog iets eten om half een 's nachts?' Mijn vader zei: 'Natuurlijk', want die pakte alles aan. Maar het was mijn moeder die de balletjes gehakt, hamburgers en sateetjes stond te braden in het keukentje boven. Zo uit de pan gingen ze naar beneden."
De Wittevrouwenpoort wordt een steeds bekender café. Scholieren komen zelfs vanuit Bilthoven gevolgd door de Utrechtse studentenclubs en naast het UN vinden ook veel andere journalisten, Luc van Tour van het Nieuw Utrechts Dagblad, de weg naar de Wittevrouwenstraat.
"En toen kwam de sport", zegt Cats. "Mijn vader kende veel mensen van Hercules die altijd bij Dikke Dries kwamen en die besloten eens bij ons te komen kijken en dat ging goed. Vooral oud-Herculanen kwamen op donderdagavond en dat groeide uit op die avond met werknemers van Nefkens, de auto-importeur op de Biltstraat. Directeur Henri Fax van Nefkens vond wel dat we iets aan ons bier moesten doen want 'dat Stella Artois' was volgens hem niet te drinken."
Op het pand zit een contract met Stella Artois, maar Schele Cats stuurt zijn zoon Bu naar Verwool de drankenleverancier op het Wolvenplein en laat daar vier fusten Heineken halen. "We hadden voortaan twee bierpompen. Op een keer kwam wel een inspecteur van Stella Artois en die wilde de kelder zien. Mijn vader zei: 'Dat is goed, maar dan kom je nooit meer naar boven'. Ja, mijn vader kon behoorlijk direct zijn."
Stella Artois komt tot een compromis met Cats: "We zijn Dommelsch gaan tappen. Dat was beter te drinken dan die Stella. De enige die Stella Artois goed kon hebben was Barend Geesink, de broer van Anton. Die kwam iedere zondag voor en na het voetballen kijken bij FC Utrecht bij ons een glas of vijftig bier drinken.
Na een paar jaar is het de hockeyclub Voordaan die het café ontdekt. "Dat was onder aanvoering van trainer Jopie Hemelrath. Die jongens kwamen op dinsdagavond. Maar er gebeurde meer op die avond want de waterpolo'ers van UZSC gingen trainen in zwembad Ozebi en die staken na afloop van de training over naar ons toe."
Er volgen meer hockey-verenigingen: SCHC (Stichtsche Cricket en Hockey Club) en de bekende Utrechtse club Kampong. "Van Kampong stonden daar zomaar Paul Litjens en Tom van 't Hek aan de bar. Dat waren toen twee grootheden, hoor. De Neus noemden we Tommy van 't Hek. En de voetballers van Kampong bleven niet achter. Het beruchte elftal met Tonnie Rietbergen, Keesie van Dam en Woutje de Ronde dat onder aanvoering stond van trainer Cinus van Kooten, een oud-Velox-doelman."
De hockey'ers zouden een behoorlijk stempel drukken op de Wittevrouwenpoort als in 1998 het WK-hockey in de Galgenwaard wordt gehouden. "Mevrouw Els Van Breda Vriesman, tante Els voor ons, was bestuurslid van de hockeybond en haar zoon werkte bij ons achter de bar. Zij adviseerde mij om het café oranje te maken en dat heb ik gedaan en dat werkte goed want de officiële opening van het WK was in de Stadsschouwburg en dus kwamen alle bussen met spelers bij ons langs en vielen we goed op."
Cats mag op uitnodiging van de hockeybond als vip bij de finale Nederland tegen Spanje bijwonen. "Na afloop is iedereen rond het team laat in de avond met tien auto's onder politiebewaking naar het café gekomen. Speler Jeroen Delmee vroeg naar cola want ze hadden uit het stadion een hele rits flessen Bacardi meegenomen."
Als twee weken later het hockeyteam in het stadhuis wordt ontvangen staat De Wittevrouwenpoort weer centraal. "Twee dekschuiten bij mij in de singel, band erbij en met de boot naar het stadhuis. En of meneer Bu nog even 150 biefstukken kon regelen! Allemaal gedaan in dat kleine k...keukentje met mijn vrouw en mijn dochter. Op een gegeven moment zaten de voorzitter van Kampong, de voorzitter van de hockeybond en tante Els allemaal boven in mijn huiskamer een biefstuk te eten."
Tijdens het WK ontmoet Cats ook een paar maal prins Willem-Alexander die hij dan al kent en begroet met: 'Ha gozer, hoe is het?!'
"In 1993 had Willem Alexander in mijn huiskamer gezeten met zijn vriendenclub De Mosselmannen. Prins Constatijn en prins Friso hoorden daar ook bij en Friso ging stage lopen bij de Boeing in Amerika en er was een afscheidsavond bij mij gepland. Omdat het nogal druk was vroegen ze of ze boven wat konden eten. Daar hebben ze nog wat ruzie gemaakt over welke stropdas nou bij hun club zou horen en toen moest ik er maar een kiezen. Heb ik voor een oranje-gekleurde stropdas gekozen. Ik zie Willem-Alexander er nog wel eens mee lopen."
Een vriend van Willem-Alexander is Frans de Beaufort. Als die gaat trouwen in Utrecht is Cats erbij en tijdens het feest in het Paushuize zegt Willem-Alexander: 'Vannacht hè, Bu!'. "Zat dat hele gebeuren even later in ons café tot vroeg in de ochtend."
In 2003 zet Cats een streep onder het café. "Het ging minder. De hockeyers waren met goedkoop bier weggelokt naar een ander café en zelf ondervond ik meer last van mijn suiker. Ik ben al heel lang diabeet. In die tijd ging SCHC een nieuw clubhuis openen en ze zochten een manager. Mijn vrouw vond dat ik dat maar moest doen: 'Ga je het gemakkelijker krijgen', zei ze. Dat heb ik toen gedaan en zijn we gestopt met De Wittevrouwenpoort.
Door: Ton van den Berg
Interview september 2021