Ir. Henk Dam wordt 100 jaar in 2021, hij werkte als stadsarchitect tussen 1950 en 1982 voor de dienst Openbare Werken van de gemeente Utrecht. In de serie Memoires van een stadsarchitect hierbij zijn herinneringen aan die periode.

6 - COMMISSIE DIRECTE VOORZIENINGEN BINNENSTAD

Er kwamen wel eens verzoeken uit de burgerij die heel redelijk waren, doch pas na lange tijd of zelfs in het geheel niet tot uitvoering kwamen. De oorzaak zat soms in de vrij rigide wijze waarop met de geldstromen binnen de gemeente werd omgegaan. Het gevolg was dat bepaalde zaken onder het gezag vielen van diverse instanties binnen de gemeente.

Over een voorstel moest eventueel het inzicht worden gevraagd van zowel de Reinigingsdienst als de Politie, de Plantsoenendienst en de afd. Wegen en Bestratingen. Daarbij ging het veelal om een eenvoudige zaak. Voor dit organisatorische probleem is de volgende voor de hand liggende oplossing gevonden. Besloten is om een aantal vertegenwoordigers van belanghebbende partijen bij elkaar te zetten in een overlegcommissie en deze commissie een bedrag van fl.100.000,- beschikbaar te stellen voor de uitvoering van een wens uit de burgerij.

De Commissie Directe Voorzieningen Binnenstad kwam regelmatig bijeen en nam ook de nodige besluiten. Toch bleek na enige tijd dat de zwaar bemande commissie in feite slechts zelden tegen genoemde probleem aanliep. Door toevallige omstandigheden kreeg ik er zijdelings mee te maken. In een periode van bestedingsbeperking, waarin een aantal opdrachten naar een later tijdstip werd opgeschoven, was het nodig om één of meer medewerkers uit te lenen aan een afdeling die nog wel werk voor iemand had.

Zo werd een tekenaar (X) aan de afd. Plantsoenen uitgeleend. De daar werkende tuinarchitect was er blij mee. Hij heeft zijn plaats in de Commissie directe voorzieningen onmiddellijk aan zijn nieuwe medewerker afgestaan. Dat scheelde hem veel vergadertijd. Medewerker (X) was er mee in zijn nopjes. Deze baan versterkte zijn fors uitgevallen ego in niet geringe mate. De kans om er wat van te maken heeft hij ten volle benut.

De briefschrijvers werden uitgebreid door hem te woord gestaan en zo mogelijk ook nog op “betere” gedachten gebracht. Na enige tijd kreeg hij zelfs een zekere faam in de stad. Ter illustratie dient het volgende verhaal.

In de wijk Kanaleneiland woonde een minder valide mevrouw die het grootste gedeelte van de dag achter het raam van haar voorkamer doorbracht. Er was helaas één grote ergernis en die bestond uit een geparkeerde auto die haar uitzicht ernstig belemmerde. De auto stond op een reguliere parkeerplek, er was dus niets aan te doen. Als de ene auto weg was, kwam er al snel weer een andere.

Mevrouw kreeg het heldere idee om het gemeentebestuur schriftelijk te verzoeken de parkeerplaats op te heffen. Het was een te grote zaak voor de Commissie directe voorzieningen. De brief deed daarom op traditionele wijze de ronde door diverse gemeente instellingen en leidde tenslotte tot een voor de mevrouw positief besluit van B en W. Mevrouw was er alleen niet van op de hoogte.

Ze werd na enkele maanden wat ongeduldig en deelde haar leed met een vriendin. Deze had al eens gehoord van de zeer invloedrijke hr. (X) en raadde haar aan om contact met hem op te nemen. Hr. (X) heeft de mevrouw met een bezoek vereerd en is na enige tijd vertrokken met de stellige belofte om er direct werk van te maken. Hoewel dit werk buiten zijn bevoegdheid lag, is hij inderdaad op onderzoek uitgegaan. Hij is poolshoogte gaan nemen bij de afd. Wegen en Bestratingen en vernam daar dat de voorbereiding van dit klusje nagenoeg gereed was en dat de uitvoering binnenkort ter hand zou worden genomen. Tevens kreeg hij van de betrokken chef het dringende verzoek zich niet met hun werk te bemoeien.

Toch kon onze hr. (X) het niet laten om de mevrouw blij te maken met de boodschap dat de parkeerplaats snel zou worden verwijderd. Ze zal ongetwijfeld gedacht hebben “als je de goeie mensen maar weet te vinden”. Mevrouw blij en hr. (X) blij.

Erger was dat hij nogal eens toezeggingen deed die hij nooit had mogen doen. Zo stond er opeens, tegen de zin van de brandweer, een kraam midden op het brede stuk van de Vinkenburgstraat. Het heeft veel moeite gekost om de kraam weer weg te krijgen, want hr. (X) had het goed gevonden.

Ook had hij, op verzoek van de uitbater van een horecagelegenheid, er in toegestemd dat op de werf van de Oudegracht, langs het water een rij bloembakken werd neergezet. Hiermee kon de cafébaas zijn terras beter benutten. Met grote moeite en pas na lange tijd zijn de bakken weer verwijderd als niet passend bij het karakter van de werven.

Naast deze en andere misstappen heeft hij ook wel een aantal zinvolle zaken afgehandeld. Intussen was het bij zijn collega-tekenaars wel bekend dat hij zijn commissiewerk enorm had opgeblazen. Een verzoek dat ik aan zijn “tijdelijke” chef heb gedaan om hem beter in toom te houden heeft niet geholpen. Hij is niet te temmen en bovendien vonden de overige commissieleden het wel goed. Ook kwam er nog eens het dringende verzoek om hem te bevorderen tot Technisch Hoofd ambtenaar. Om geen scheefgroei te krijgen tussen de medewerkers van de tekenzaal waar hr. (X) regulier thuis hoort, kon dit verzoek niet worden ingewilligd.

Het verzoek bleek van het stadhuis te zijn gekomen. Nadat de overwegingen aan de hoofddirecteur waren uiteengezet, heeft deze er mee ingestemd en is de promotie niet doorgegaan.

De Commissie Directe Voorzieningen veranderde later van naam en samenstelling in de Werkgroep Directe Voorzieningen en is nog altijd actief met vooral het opluisteren van de stad als het gaat om bijvoorbeeld het restaureren van oude muurreclames.