Memoires van een stadsarchitect (2): Molen Rijn en Zon
Gepubliceerd: vrijdag 8 januari 2021 06:00
Ir. Henk Dam wordt 100 jaar in 2021, hij werkte als stadsarchitect tussen 1950 en 1982 voor de dienst Openbare Werken van de gemeente Utrecht. In de serie Memoires van een stadsarchitect hierbij zijn herinneringen aan die periode.
2 - MOLEN “RIJN EN ZON”
Langs welke weg weet ik niet meer, maar het was bekend geworden dat er een plan in de maak was voor verbetering van de verbinding tussen de toen nog nieuwe wijk Overvecht en de binnenstad, vooral ten gerieve van het autoverkeer. Daarvoor was onder andere een wijziging gewenst van het knooppunt Adelaarstraat en Merelstraat/Hopakker. Tevens zou de Oosterstroom langs de Hopakker worden gedempt.
Op deze wijze kon een aansluiting worden verkregen op de geprojecteerde rondweg die rond de binnenstad van Utrecht zou worden aangelegd (overeenkomstig het verkeersplan Feuchtinger).
Met het toenmalige hoofd van de Verkeersafdeling van de Dienst Stadsontwikkeling had ik een goed persoonlijk contact. Uit gesprekken met hem heb ik vooral onthouden dat hij zich, terecht, vooral verantwoordelijk voelde voor de Utrechtse verkeersaspecten. In zijn verkeersvoorstellen kwam dat op de eerste plaats met terzijdestelling van eventuele andere belangen. Hij zei altijd: “Als er bezwaren zijn tegen mijn plannen, dan hoor ik dat wel.”
In de praktijk kwamen er minder bezwaren dan wenselijk zou zijn. In die tijd voelden velen voor de gedachte om de auto ruim baan te geven. Daar zou de toekomst van de stad in belangrijke mate van afhangen. Met deze kennis in het achterhoofd was enige argwaan tegen de plannen van de Verkeersdienst wel verklaarbaar.
Mijn ervaring was ook dat plannen van de Dienst Openbare Werken zeer hardnekkig zijn als deze op het Stadhuis circuleren en dan ook een wat meer algemene bekendheid krijgen. Er was dus haast geboden.
Bij bestudering van het plan bleek dat de molen op de hoek van de Adelaarstraat en de Merelstraat voor de afwikkeling van het verkeer op het kruispunt, zou worden gesloopt. De molen, die al eens verplaatst was van het Paardenveld naar de Adelaarstraat, zag er op dat tijdstip niet erg florissant uit. De wieken ontbraken en duidelijk was te zien dat er in geen jaren onderhoud aan was gepleegd. Zo kon de omloop niet meer worden belopen vanwege de planken die verrot waren.
Het was de nog enig overgebleven korenmolen in Utrecht en bovendien een prachtig herkenningspunt in dat deel van de stad. In andere delen van het land waren met succes weer molens in gebruik genomen. De romp van de molen was nog in goede staat en herstel behoorde tot de mogelijkheden.
De gedachte om dit bijzondere historische bouwwerk af te breken was onverteerbaar en buiten proportie. Bij nadere bestudering van het plan bleek dat er ook nog een aanzienlijke verbetering van de verkeerssituatie was te bereiken indien slechts één rechtsaf beweging zou worden gecombineerd met een rechtdoor beweging. De molen werd daarbij gespaard. Een gering offer voor een belangrijk monument als deze molen.
Van dit onderdeel heb ik toen een variant oplossing op papier gezet. Op die dag kwam er bezoek van een bevriende ambtenaar van het stadhuis, Thoomes, die daar belast was met de zorg voor alle monumentenzaken. We ontmoetten elkaar vaak en hadden een zeer goede verstandhouding. Vervuld van het molen vraagstuk, heb ik hem deelgenoot gemaakt van mijn verbijstering. Hij vroeg mij om het mini-plannetje mee te mogen nemen. Uiteraard was daar geen enkel bezwaar tegen.
Enige tijd later vertelde Thoomes dat hij het variant-plan aan de wethouder van verkeer en monumentenzorg had laten zien met de nodige toelichting er bij. Ook de wethouder was het oneens met de verkeersplanners en had direct de nodige maatregelen genomen. Van het rigide verkeersplan is nooit meer iets vernomen en enige tijd later hebben we de molen in 1979 mogen restaureren.
Molen Rijn en Zon, trots draaien de wieken in het rond en in de buurt konden ze blijven zeggen: “ik woon bij de molen”. De eerder genoemde rondweg is ook nooit gemaakt. De Oosterstroom, die overkluisd zou worden, is nog geheel zichtbaar.