Memoires van een stadsarchitect (16): Rioolwaterzuivering
Gepubliceerd: vrijdag 9 april 2021 06:00
Ir. Henk Dam wordt 100 jaar in 2021, hij werkte als stadsarchitect tussen 1950 en 1982 voor de dienst Openbare Werken van de gemeente Utrecht. In de serie Memoires van een stadsarchitect hierbij zijn herinneringen aan die periode.
16 - RIOOLWATERZUIVERING
Het stedelijk rioolstelsel werd voorheen op meerdere plaatsen in het openbaar water geloosd. Kort na de oorlog heeft Utrecht besloten om over te gaan tot de aanleg van een centraal rioolstelsel met een centrale rioolwaterzuivering. Hiervoor is bij de Dienst Openbare Werken de afd. Riolering opgericht. De chef was Ir v.d. Lugt die zijn specialistische kennis had opgedaan in Amsterdam die een dergelijk stelsel reeds een aantal jaren daarvoor had aangelegd.
De gewone rioleringen in de straten bleef bij de afd. Wegen en Bestratingen, wat wel eens tot enige animositeit aanleiding gaf. Merkwaardig was voorts dat het toezicht op de huisaansluitingen bij de afd. Onderhoud berustte. De verschillende afdelingchefs moesten dus hun toko nog wel eens verdedigen tegen aanvallen van hun collega’s.
Het werk bij de afd. Riolering bestond uit de aanleg van een zeer groot netwerk van grote rioolbuizen waar de hoofdriolen in de woonstraten op aan konden sluiten. Verder is nabij de Rode Brug aan het Zandpad een centrale zuiveringsinstallatie aangelegd.
In het centrale riool moesten op regelmatige afstanden pompgebouwen worden gebouwd waar het rioolwater een aantal meters omhoog moest worden gepompt, om daarna op eigen verval verder te vloeien naar de zuiveringsinstallatie. Tweederde van zo’n rioolgemaal zat in de grond en de rest staat als een gebouw in het zicht.
Voor dit laatste kwam er wéér een kaper op de kust en wel de chef van de afd. Gebouwen en Monumenten, schrijver dezes. Toen ik bij mijn directeur aankaartte dat het ontwerpen van de rioolgemalen bij mijn afdeling thuis hoorde, was hij het daar weliswaar mee eens, maar hij vond tevens dat ik dat zelf bij mijn collega v.d. Lugt moest aankaarten.
Het was een pittig gesprek dat in een compromis uitmondde. Het compromis bestond hieruit dat wij het ontwerp mocht maken voor het bovengronds gedeelte, terwijl de uitwerking bij zijn afdeling zou berusten.
Hiermee was te leven. Later heb ik me gerealiseerd dat de rioolgemalen de lekkere hapjes van de afd. Riolering vormden en dat ze dat niet zomaar uit hun handen lieten glippen.
Zo is een flink aantal rioolgemalen door onze afdeling ontworpen. Ze behoorden een hoge mate van verzorgdheid te hebben, want ze stonden meestal op een prominente plaats in de stad en waren ook nog van een flink formaat. Op dezelfde wijze zijn ook de gebouwen op de Rioolwaterzuivering in goede harmonie tot stand gekomen. Wij deden er ons uiterste best op, wat weer tot waardering leidde van de medewerkers van onze bevriende afd. Riolering.
Toen alles klaar was, is het echter na enkele jaren in zijn geheel overgenomen door het waterschap Stichtse Rijnlanden, een oeroude instelling die verantwoordelijk was voor de kwaliteit van alle openbare wateren. De Centrale Zuiveringsinstallatie loosde het gezuiverde water op de Vecht. Vandaar. Collega v.d. Lugt was toen al met pensioen.
Ontwerp gebouwen Jagerskade: architect. Dick Schenk.
Rioolgemaal v. Esveldstraat: Ir Nijs Spronk.
Rioolgemaal de Uithof: Ir Henk Dam
Rioolgemaal Prof. Leonard Fuchslaan: Ir Henk Dam