Memoires van een stadsarchitect (15): Scholengemeenschap Van der Vlist
Gepubliceerd: dinsdag 23 februari 2021 06:00
Ir. Henk Dam wordt 100 jaar in 2021, hij werkte als stadsarchitect tussen 1950 en 1982 voor de dienst Openbare Werken van de gemeente Utrecht. In de serie Memoires van een stadsarchitect hierbij zijn herinneringen aan die periode.
15 - OPENBARE SCHOLENGEMEENSCHAP HENDRIK VAN DER VLIST
Voor deze school in de wijk Kanaleneiland is zeer uitgebreid voorstudie gemaakt. In de onderwijswereld leefde al geruime tijd het idee dat het wenselijk zou zijn om de onderscheidene vormen van voortgezet algemeen vormend onderwijs nauwer met elkaar in contact te brengen dan tot op dat ogenblik gebruikelijk was.
Basisschool, Mavo, Havo, Lyceum en Gymnasium allemaal in één organisatie en onder één dak. Het was een revolutionair idee dat sterk gestimuleerd werd door de wethouder Van der Vlist, die vele termijnen de functie van onderwijswethouder heeft vervuld.
Instituten van dien aard bestonden nog niet in Nederland. De gedachten moesten dus geheel opnieuw worden gevormd. Niet alleen vele samenspraken met onder meer de onderwijsinspectie werden gevoerd, maar er zijn studiereizen gemaakt naar Zweden, Engeland en Frankrijk waar soortgelijke grote scholengemeenschappen reeds verwerkelijkt waren.
Omdat het aantal werken aan het eind van de zestiger jaren erg toenam, heb ik naast mij de jonge architect Ir Ben Dirkse bij het ontwikkelen van het ontwerp betrokken. Hij was daar geknipt voor, want hij voegde zich soepel naar mijn aanwijzingen. De discussies die soms ontstonden, waren van een hoog niveau. Een prettige samenwerking was hiermee ontstaan. De nodige vergunningen om tot de bouw over te gaan bleven helaas lang uit. Er is wel een rector benoemd, alsmede de nodige leraren en er werden gedurende vele jaren honderden leerlingen toegelaten die gehuisvest werden in houten barakken. Nagenoeg de hele scholengemeenschap was zo geruime tijd gehuisvest.
Elders in het land waren ondertussen al gebouwen tot stand gekomen voor nieuw opgerichte scholengemeenschappen, waarvan de opzet veel gemeen had met ons concept. We verdachten “Den Haag” ervan dat ons ontwerp zonder terughoudendheid aan andere belangstellenden als voorbeeld is getoond.
De reden van het niet verlenen van een vergunning zat in het gymnasium. De bewindvoerders in Den Haag wensten een gymnasium niet te bekostigen, terwijl het gemeentebestuur van Utrecht vond dat deze in de opzet niet kon worden gemist. Uiteindelijk heeft Utrecht de kosten voor eigen rekening genomen, waarop wij konden gaan bouwen.
Het gebouw staat op het Kanaleneiland, mag gezien worden en functioneerde geheel naar verwachting. Korte tijd na de ingebruikname heeft het Rijk ook het gymnasium omarmd. Later werd er een ROC in gevestigd.