Likkebaardend 'rotzooi' vinden op de Neude

Gepubliceerd: woensdag 12 maart 2025 13:39
Door Ton van den Berg - Gerrit Spronck was dé stratenmaker van Utrecht in de 15e eeuw. Hij werkte aan diverse klussen in de stad tussen 1439 en 1476. Ook op de Neude is hij aan het werk geweest. Legde daar de keien om het plein begaanbaar te maken. Keien die hij ophaalde op diverse locaties op de Utrechtse Heuvelrug en ook uit de omgeving van Loosdrecht.
Dat we dat weten over Gerrit is te danken aan het onderzoekswerk van stadshistoricus René de Kam die honderden eeuwenoude rekeningen heeft doorgespit. Eerder deed hij dat met de facturen die werden uitgeschreven voor het werk aan de Middeleeuwse Domtoren. Nu bekijkt hij alle gemeente-rekeningen die voor allerlei werkzaamheden in het oude Utrecht zijn overgebleven.
In die oude rekeningen die de gemeente moest betalen is ook een factuur te vinden voor het aanleggen van een waterput op de Neude. Die werd in 1529 aangelegd toen Karel V ook de keizer van de stad Utrecht was. Volgens de factuur was ook een stempel met het wapen van Karel V op de waterput aangebracht, maar die is niet teruggevonden.
Spitwerk in archieven en spitten in de grond op de Neude kwamen bijeen, zodat woensdag de waterput aan de pers kon worden getoond, net als het wegdek met keien waar Gerrit Spronck en collega’s aan gewerkt heeft.
Historie werd tastbaar en de archeologen waren dan ook door het dolle heen over wat ze gevonden hadden. Met name projectleider Nils van Kerkhoven maakte er een mooie show van door met een spade te laten zien wat je met een schepje al naar boven kan halen (een stuk bot en een stuk aardewerk).
Wat je vooral naar boven haalt in de bodem van de Neude is rotzooi. Althans toen het eeuwen geleden bovenop het moerasachtige gebied als ophoging werd gestort, werd het 'rotzooi' genoemd want het was afval uit de stad en ommelanden.
In dat afval werd veel aardewerk gevonden, kapotte dakpannen, steenbaksels, munten en ijzeren beslag van tassen, schoenen en jassen. Toen rotzooi, maar voor archeologen nu likkebaardend lekker. Je gaat je afvragen wat archeologen over 500 jaar zullen denken van de bestrating van het huidige Vredenburg als ze die terugvinden.
Terug naar de Neude. De vondsten die werden getoond aan de pers werden gevonden in 5 zogeheten werkputten, de plekken waar over enige tijd bomen zullen worden geplant die volgens de gemeente dan zeker 60 tot 80 jaar mee moeten gaan.
De werkputten boden de archeologen de kans om weer eens de grond in te gaan in een van de oudste stukjes van de binnenstad. De waterput, waar De Kam op wees, vinden was een verrassing. Een verrassing die ook al in 1993 had kunnen plaatsvinden want leidingen die in die tijd werden gelegd liggen over de put heen. Blijkbaar vond niemand het toen nodig om de archeologen erbij te betrekken.
Dat de Neude in de 15e eeuw ook enkele riddertoernooien heeft gekend waarvoor duizenden kilo’s zand is aangevoerd voor de aanleg van een toernooiveld, daar konden de archeologen helaas niets van terugvinden.
Het werk van de archeologen zit er op de Neude nu op. De vele vondsten uit het afval worden nog wel schoongemaakt en verder onderzocht, maar de werkputten gaan weer dicht en het keienstraatje van stratenmaker Gerrit Spronck ook.