John Lamme, een vergeten statisticus, is overleden
Gepubliceerd: zaterdag 18 oktober 2014 01:00
Hans van Echtelt - FC Utrecht heeft zijn trouwste supporter verloren. John Lamme (69) overleed deze week na een val in zijn huis, en dat enkele weken nadat het weekblad Voetbal International hem uitgebreid aan het woord had gelaten over zijn memorabele ‘voetbalverleden’.
Journalist Michel van Egmond, bekend van de veel gelezen sportboeken Gijp en Kieft, portretteerde John in vier pagina's over zijn band met DOS en FC Utrecht gedurende een periode van meer dan vijftig jaar. Klikhier.
Hieronder volgt een enkele jaren terug verschenen portret van deze man die niet weg te denken is uit de historie van Galgenwaard.
Een bezoek aan John Lamme betekent een boeiende tocht terug in de tijd. Terug in de voetbalgeschiedenis, naar de periode waarin de televisie alles nog mondjesmaat uitzendt in zwart-wit-beelden en de computer nog geen rol van betekenis speelt. Op tafel liggen allemaal schriftjes en ordners waarin de inwoner van Breukelen de geschiedenis van DOS en FC Utrecht heeft vastgelegd vanaf eind jaren vijftig.
Hij is pas veertien jaar oud wanneer het eerste schriftje wordt aangeschaft. John – geboren op 19 mei 1945, vlak na de bevrijding – is dan al een fanatiek supporter van DOS. En vooral van international Tonny van der Linden en doelman Frans de Munck, een geweldenaar onder de lat, zoals John het met glimmende ogen uitdrukt. Het zijn hoogtijdagen in de Utrechtse voetbalgeschiedenis, want halverwege 1958 heeft DOS zich tot landskampioen mogen kronen.
In het ouderlijk huis in Loenen aan de Vecht trekt John zich in die periode iedere zondagavond na ‘Sport in Beeld’ terug om zijn schriftje bij te houden. Vader Herman en moeder Mijntje hebben weinig met voetbal maar hun oudste zoon ontwikkelt zich tot een fanatiek voetbalverzamelaar.
,,Eigenlijk begon het allemaal al in mijn lagere schooltijd. Ik had een sigarendoosje op mijn lessenaar staan met allerlei plaatjes van voetballers. Toen ik op de technische school in Utrecht zat, ben ik voor het eerst naar het oude Galgenwaard geweest. Frans de Munck, met die mooie trui met de V-hals, was meteen mijn idool. Wat een uitstraling had hij, de Zwarte Panter. En daarnaast natuurlijk Tonny van der Linden, wat een grootse voetballer. Het was genieten geblazen, eind jaren vijftig in Galgenwaard. Toen is mijn grote liefde begonnen.’’
John gaat vanaf dat moment wekelijks naar de thuiswedstrijden van DOS en koopt dan zijn kaartje in de voorverkoop bij sigarenmagazijn Joop van de Broek in de Twijnstraat.
,,Mijn eerste kaartje heb ik nog bewaard, die kostte vijftig cent. Die twee kwartjes waren destijds nog een hele uitgave, zeker voor mij. Maar dat had ik wel voor de club over. Begin jaren zestig zette de sportieve achteruitgang van DOS zich in, het ging ieder jaar een stukje slechter. De kampioenen van 1958 werden allemaal een stukje ouder en deels gestopt. Tonny van der Linden kreeg tot overmaat van ramp gezondheidsproblemen en met hem viel een groot stuk voetbalintellect weg.
Eind jaren zestig ontsnapten de Kanaries steeds op het nippertje aan degradatie. ‘DOS kan niets, zelfs niet degraderen’ was destijds een vaak gehoorde kreet op de tribunes van Galgenwaard. En ik moet zeggen dat die uitdrukking nog klopte ook.’’
De clubliefde van John voor DOS lijdt er niet onder. Integendeel, hij is een vaste gast in het spelershome van de Utrechtse club waar iedereen hem kent als de man van de cijfers. Wanneer een speler toe is aan een jubileumwedstrijd, wordt John steevast geraadpleegd.
Graag gezien
,,In die periode was ik een graag geziene gast in Galgenwaard, je werd er warm ontvangen en hoefde nog geen legitimatie te laten zien. Een amicale man als Cees Werkhoven praatte als voorzitter ook met iedereen, van hoog tot laag, binnen de club. Dat is later bij FC Utrecht een stuk anders geworden, het werd allemaal een stuk killer. Dat zal allemaal wel bij de moderne tijd horen maar ik heb nog vaak heimwee naar de periode dat je gewoon met de voetballers kon praten na een wedstrijd. Ik zat vaak tussen Piet Imbos en Herman Kuiphof in, twee iconen van het voetbal. Dat vond ik een hele eer, die mensen konden heel boeiend praten over hun journalistieke vak.’’
De laatste keer dat John een wedstrijd in Galgenwaard bezocht, kan hij nog moeiteloos terughalen: 9 april 1996. Die avond wint zijn club nipt van Go Ahead via een vrije trap, ver in blessuretijd, van Hans Visser.
,,Ik heb na het eindsignaal van scheidsrechter Herman van Dijk minuten lang voor me uit zitten staren. Hadden we die wedstrijd verloren, zou degradatie onvermijdelijk geweest zijn. Alle beelden van het vroegere DOS kwamen weer terug op die avond. De beslissingswedstrijden in De Meer tegen AZ en Volendam, met die wonderlijke goals van Georg in ’t Veld. Of die ontsnapping in het Oosterpark toen Leo van Veen tegen GVAV de bevrijdende goal scoorde. En nu Hans Visser die voor een klein wondertje had gezorgd. Ik kon de spanning bijna niet meer aan, de rest van dat seizoen ben ik thuis gebleven. Toen besefte ik nog niet dat FC Utrecht – Go Ahead mijn laatste wedstrijd in Galgenwaard zou worden. Maar door allerlei omstandigheden is het er niet meer van gekomen.’’
Op dat moment stopt John abrupt met zijn overzichten en statistieken, en dat heeft te maken met een bestuursbesluit. ,,Juist in die periode kreeg ik te horen dat het toenmalige bestuur me geen seizoenkaart meer zou geven voor de nieuwe competitie. Dat was een breekpunt voor mij, ik voelde me te trots om een kaart te vragen. Jarenlang had ik me voor niemendal ingezet voor de club, weer en wind getrotseerd en nu werd ik voor oud vuil aan de kant gezet. He was alsof mijn levenswerk aan stukken was gescheurd. Had ik daarvoor alle gegevens bijgehouden voor de club zodat ze bij een mijlpaal aandacht konden geven aan dat jubileum? Wanneer er dan aan een bepaalde speler bloemetjes werden uitgereikt met een kort woordje van de voorzitter, zat ik stilletjes te genieten op de tribune. Was al mijn werk als statisticus niet helemaal voor niets geweest.’’
Zijn mooiste herinnert bewaart John Lamme overigens aan een ontmoeting met doelman Hans van Breukelen. ,,Hij heeft me ooit een weekend uitgenodigd in Engeland toen hij bij Nottingham Forest keepte. Ik mocht zelfs in zijn huis logeren bij zijn vrouw Karen en de kinderen. Ik ben ook nog naar de wedstrijd tussen Nottingham en Ipswich geweest waarin destijds Frans Thijssen en Arnold Muhren meespeelden. Hans heeft me destijds alles laten zien, binnen en buiten het stadion. Ik heb ook nog twee keeperstruien van hem gekregen. Eentje uit de FC Utrecht-periode en een uit zijn tijd als keeper van het Nederlands elftal. Het noodlot wil dat vorig jaar bijna tegelijkertijd zijn vrouw Karen en ook de mijne is overleden op veel te jonge leeftijd. Ik ben daar nog steeds niet overheen en heb een half jaar diep in de put gezeten. Ik wilde niet meer eten of drinken, het hoefde allemaal niet meer. Maar gelukkig ben ik nu weer een beetje opgekrabbeld.’’
John is er zelfs weer aan toe om af en toe zijn archief in te duiken om oude feiten op te zoeken. Voor het jubileumboek van FC Utrecht heeft hij grote belangstelling omdat ‘het ook als mijn levenswerk voelt’ zoals Lamme het uitdrukt. Hij weet nog niet wat hij in de nabije toekomst met zijn gigantische archief en de verzamelde shirts gaat doen.
,,Onlangs zijn er bestuursleden van True Support, een van de twee supportersverenigingen van FC Utrecht, een avondje op bezoek geweest en die waren natuurlijk erg belangstellend naar al die spullen van mij. Maar voorlopig kan ik er nog geen afscheid van nemen. Ik heb vorig jaar mijn vrouw al verloren en daardoor is al veel glans in mijn leven verdwenen. Door af en toe in de archieven van DOS en FC Utrecht te bladeren, komen toch weer positieve herinneringen naar boven aan een periode waarin ik me enorm verbonden voelde met het Utrechtse voetbalgebeuren.’’
Hans van Echtelt
De foto bij dit artikel is van Voetbal International waar John Lamme en Hans van Echtelt onlangs nog werden geinterviewd. Klikhier.