Sportjournalist Ton de Ruiter haalt sportief heden en verleden bij elkaar, duikt in toen en nu. Aflevering 34: de spitsen van FC Utrecht. 

John van Loen stapt in 1983 over van UVV naar FC Utrecht. Op 26 februari 1984 debuteert de jonge spits in het eerste van FC Utrecht. In 1985 beslist de rossige aanvaller de bekerfinale tegen Helmond Sport, de eerste grote prijs voor zijn werkgever.

In 1988 maakt de opvolger van Willy Carbo voor ruim 1 miljoen euro de overstap naar Roda JC. Trainer Han Berger is woedend, maar de armlastige club kan het geld niet laten lopen. In totaal speelt John van Loen 167 wedstrijden voor de FC en maakt 51 doelpunten.   

John van Loen komt uit Utrecht, is op jonge leeftijd gescout, is spits en slaagt. Dertig jaar later moet je constateren dat FC Utrecht nooit een opvolger heeft gevonden die voldoet aan de drie genoemde criteria: afkomstig uit de stad of provincie, spits, zelf opgeleid en geslaagd bij de FC. Voor de meest vooruitgeschoven positie wordt gewinkeld, meer over de grens dan er binnen.

In 1988 wordt de van Fortuna gehuurde Brit John Linford als opvolger van de overhaast vertrokken Van Loen gepresenteerd. De eerste van een klein peloton buitenlandse spitsen. De laatste nieuweling in de rij is Sebastien Haller, gehuurd van Auxerre. Tegen Heerenveen valt de jeugdige Fransman zondag 18 minuten voor het einde in bij een 2-0 achterstand.

Aan de late kant. ,,Breng ik hem eerder dan kiest iedereen sneller de lange, hoge bal en zouden we onze goede manier van voetbal inleveren,’’  verklaart trainer Rob Alflen na afloop. Heb ik iets verkeerd begrepen? Ons is spektakel op zijn Engels beloofd. Daar hoort de lange, hoge bal bij. Rubio Rubin in de spits betekent dat op het middenveld geen zware keuze noodzakelijk is tussen Janssen, Ayoub, Kali en Rubin.

Terug naar het verleden. Twee geflopte spitsen gaan John Linford voor: Barni Liebhaber en Floyd Streete. Liebhaber is een gevluchte Hongaar. Met Vasas is hij twee keer kampioen van zijn land geworden. Beslist geen prul, maar zo wordt hij wel afgeschilderd in het Utrechtse. De aanvaller speelt acht wedstrijden in het eerste. Hij maakt een doelpunt bij zijn debuut op 16 maart tegen De Graafschap. Daar blijft het bij.

Floyd Streete moet Willy Carbo (voor 750.000 gulden naar Club Brugge) doen vergeten. Na vijf wedstrijden in de basis en twee invalbeurten staat de in Jamaica geboren Brit op nul treffers. Cambuur wordt zijn nieuwe club. Als leider van de defensie speelt Streete nog vele jaren betaald voetbal bij Derby County, Wolverhampton Wanderers en Reading.

John Linford vertrekt al na een seizoen en wordt opgevolgd door zijn landgenoot John Moore. Geen spits met wondersloffen. In de winterstop wordt Wlodi Smolarek aan de selectie toegevoegd. Buitenspeler in de Poolse nationale ploeg maar door trainer Ab Fafié heel slim gebruikt in een systeem met twee spitsen. De internationaal is afgedankt door Feyenoord en tot het bot gemotiveerd.

Smolarek in de Galgenwaard. Foto: boek 40 jaar FC Utrecht

De Pool is top. De beste buitenlander in de geschiedenis van de club. Top is later ook Igor Gluscevic die met Dirk Kuijt een aanvalsduo vormt. De spits uit Montenegro scoort in 84 wedstrijden 39 doelpunten. Gemiddeld bijna een halve goal per wedstrijd. Met de Pool en de man uit Budva hebben we de toppers gehad en komen in de categorie bruikbaar: Scott Booth (Schotland), Jacob Mulenga (Zambia), Marc-Antoine Fortuné (Frankrijk) en Steve de Ridder (België).

Bij de bruikbare spitsen hoort ook Alexander Gerndt. De Zweed wordt in zijn prestaties bij de FC gehinderd door privé-problemen en blessures. Bovendien is een afkoopsom van 3,2  miljoen euro plus een fors salaris en tekengeld veel voor een aanvaller in de categorie bruikbaar.

Flop in de jaren negentig zijn Jamie Forrester en Emanuel Nwakire. De Engelsman maakt drie doelpunten in de bekerwedstrijd tegen Spakenburg en laat het daar bij. De Nigeriaan Emanuel Nwakire scoort in 20 wedstrijden niet.

Vooral in de nieuwe eeuw voegt FC Utrecht bijna jaarlijks een nieuwe spits aan de selectie toe. Een vijftal in de categorie geflopt.
Paulus Roiha (Finland), 15 wedstrijden, 3 doelpunten.
Guiseppe Rossini  (Belgie), 47 wedstrijden, 3 doelpunten   
Peter Kopteff (Finland), 33 wedstrijden, 4 doelpunten
Kevin Vandenbergh (België), 22 wedstrijden, 3 doelpunten
Morten Skoubo, (Denemarken), 12 wedstrijden, 0 doelpunten    

Vorig jaar werd de Amerikaan Juan Agudelo (14 wedstrijden, 5 doelpunten) in de winterstop aangetrokken. Nu dus Sebastien Haller. Tegen Heerenveen moest de huurling van Auxerre voor de ommekeer zorgen na een onverdiende 2-0 achterstand. Arbiter Blom verzuimde de bal op de stip te leggen toen de ietwat houterig ogende Fransman bij het shirt werd gepakt na een overigens briljante actie. Een volley van zijn voet ging net naast. Eerste voorzichtige conclusie na 18 minuten: categorie bruikbaar.