De Raadskelder (1969-1984) sloot dertig jaar terug
Gepubliceerd: donderdag 2 oktober 2014 07:00
Utrecht neemt deze maand afscheid van de stadhuiskantoren op de stadhuisbrug, de Neudeflat en de Ravellaan. Ze verhuizen naar de nieuwbouw bij CS, aan de westzijde. Dan wordt er hopelijk niet meer denigrerend gesproken over de wijken aan de ‘achterkant’ van het Centraal Station (waar ik woon), maar over Utrecht CS West, zoals ook het busstation 'Busstation West' wordt genoemd.
Precies dertig jaar geleden, in de zomer 1984, was er in Utrecht ook al een gedenkwaardig afscheid. Toen moest de Raadskelder (gestart in 1969), rechts onder het stadhuis, sluiten vanwege de gemeentelijke bezuinigingen en vanwege de Bestek ‘81, de kortingen van de rijksoverheid.
Ik herinner mij als een van de initiatiefnemers van het politiek centrum De Raadskelder en van het daar gevestigde politiek café Poli-Tic, dat er in onze stad en specifiek in de Raadskelder vele acties (aksies schreven we nog) en demonstraties werden voorbereid en georganiseerd. Zelfs het ANP nieuwskantoor werd bezet. De ANP-directeur Kees Noorderwier werd door het langharig tuig (!) gevraagd wat hij daar kwam doen, want hij verzorgde toch maar tendentieuze berichtgeving.
Een ander fel protest kwam van het Comité Behoud Binnenstad dat de singeldemping en het mega grootwinkelcentrum van HC bestreed. De voorzitter Marcel van Dam was de - soms demagogische - woordvoerder.
Verder was er in deze periode het verzet tegen het plan om de omstreden A27 door het stadsbos Amelisweerd aan te leggen. De raspoliticus wethouder Zeevalking van D’66 sprak in de gemeenteraad en in de pers simpelweg dat er ‘slechts struikgewas’ weg moest. Toch nestelden zich de Vrienden van Amelisweerd in de talrijke bomen en vormden zij een boomhuttendorp. Dit alles o.l.v. Jos Kloppenborg, Jan Kolff de Gidts en Ben Papendorp.
Er woedde in de stad Utrecht en in Den Dolder de strijd voor Nieuw Dennendal i.o. Er moesten nieuwe woonvormen komen voor de mensen met een verstandelijke handicap. Ze woonden te veel verstopt in de bossen. De baanbrekers voor kleine leefgemeenschappen in dorp en stad waren Carel Muller en het a.s. bestuurslid Piet Reckman, de bekende activist uit Odijk/Sjaloom. Zij werden met acties ondersteund door vele ouders van pupillen en door de Raadskeldermedewerkers Hans Spijker, Paula Matla en de vrijwilliger Goof v.d. Wijngaart.
Het ging toentertijd ook om meer democratisering en zeggenschap in het onderwijs. Het Utrechts Atheneum op de Wittevrouwenkade was het unieke en landelijke decor voor scholierendemonstraties en dhr. Hut werd de controversiële directeur. De school moest zelfs door de politie ontruimd worden en het schoolblad Bulletje werd verboden, maar weer illegaal verspreid.
De studenten van de kunstopleidingen van Artibus en van de Academie voor Expressie door woord en gebaar volgden de onderwijsacties moeizaam, hoewel de directrice Wanda Reumer van de Academie voor Expressie een gewild mikpunt was.
In de Raadskelder werden anti–imperialistische acties voorbereid: Tegen de Europese dictaturen in Spanje, Portugal en Griekenland. Tegen het anti-apartheidsregiem in Zuid Afrika, de onderdrukking in Chili en er waren aksies Voor ‘Vrede in Vietnam’.
De pamfletten van ‘Johnson Moordenaar’ werden aan de ramen van de IIB studentenflat (Ina Boudier Bakkerlaan) opgehangen. De Uithof, als universiteitsstad voor de studenten was in voorbereiding. En er waren aksies ‘Tegen de Kruisraketten’, Onder meer bij de Amerikaanse vliegbasis Soesterberg.
De Raadskelder gold als het politiek open jongerencentrum, waar veel van deze activiteiten op pleinen en op straat werden voorbereid en gecoördineerd. Veel ‘radikale’ organisaties maakten gebruik van de Raadskelder. De staf zette zich in voor de stadspolitiek, de gezondheidszorg en voor het Anti CRM Bezuiniging Front, dat tegen de regeringskortingen van Bestek ’81 was.
Het politieke café in de Raadskelder: Poli-Tic werd door mij georganiseerd met de jongerenfederatie /FJG en de Utrechtse studentenfederatie USF. Het politieke debat was eerder gestart in het jongerencentrum Kasieno op het Paardenveld. Het is verrassend dat er onderwerpen werden besproken, die nu actueel blijven, zoals homoseksualiteit, euthanasie, etc.
De start van De Raadskelder was spannend. Het Politiek Jongeren Contact Utrecht (PJCU) claimde de Raadskelder, maar moest van de gemeente samenwerken met de kamerbewonersorganisaties van De Cirkel en 20+, die om ruimten verlegen zaten voor dans- en sociëteitsavonden.
Omdat het PJCU en de raadskelder vele activistische en radikale activiteiten organiseerden, bleven de kamerbewoners vanzelf weg, behalve op de dansavonden in het weekend.
Het lukte de staf van de Raadskelder vijftien jaar lang ondergronds ‘activistisch’ te werken en faciliteiten beschikbaar te stellen zoals vergader– en cursusruimten en de stencils, de inkt- en de apparatuur. De links-politieke boekhandel De Rooie Rat, nu gevestigd op de Oudegracht begon in de Raadskelder en etaleerde boeken, brochures en roofdrukken. De medewerkster Margriet Louwers die met koffers vol boeken naar teach-ins sjouwde, kreeg een vaste aanstelling, evenals de barkeeper die we subsidietechnisch ‘sociale barkeeper’ noemden.
De rijks- en gemeentesubsidieregelingen voor ‘open jongerencentra’ werden zodoende creatief geïnterpreteerd, want ik vond als penningmeester dat de exploitatie van de Raadskelder gezond moest blijven.
Iedereen was kritisch (krities). Zelfs de werkgroep ‘kritische ambtenaren’, die gebruik maakte van de ruimte onder het stadhuis en er een forum organiseerde in samenwerking met belangwekkende Utrechtse hoofdambtenaren van de Gemeente en van de Rijksuniversiteit. Deze werkgroep stelde een vlugschrift op: ‘De gekooide ambtenaar’ en publiceerde in het personeelsblad van het stadhuis: De Spuikoker.
De Raadskelder nam deel aan de stichting Vrije Sentra, samen met de jongerencentra De Kargadoor op de Oudegracht en het Kasieno dat later in de Pauwstraat het scholierencentrum Rasa werd. Het politiek centrum Raadskelder profiteerde van de meer commerciële exploitatie van de jongerencentra, waar provadya activiteiten met popconcerten en lichtshows werden geprogrammeerd, geregisseerd door Bunk Bessels, de organisator van het grote festival Flight to Lowlands Paradise in de Jaarbeurshal.
Op de vrije zaterdagen ontmoette ik regelmatig Frans LePoutre in zijn kritische antiquariaat in de Schoutenstraat. Hij verkocht in de kelder mooie prenten en tekeningen en zijn posters concurreerden niet met die van De boekhandel De Rooie Rat in de Raadskelder. Eind van de avond kwamen we bij cafe Willem Slok in de Korte Koestraat en in de drankwinkel De Tregter op de Oudegracht. Robert Long, met mooi kroeshaar, was daar korte tijd vaste klant. We aten natuurlijk bij Moeke in de Mariastraat.
In 1977 werd door de Raadskelderstaf en het bestuur een Schimmelboek samengesteld. Hierin werden de gemeente en het rijk aansprakelijk gesteld voor de grote vochtige keldermuren en de slechte behuizing. De werkplek werd er niet beter op na een plotselinge uitslaande brand.
In de loop der jaren verminderde de tolerantie voor politiserende activiteiten. De Telegraaf roerde zich meerdere keren over het ‘subversieve activisme’ van het politieke centrum. Het werk werd gezien als politiek vormingswerk, maar de gemeente en het rijk gaven financiële prioriteit aan de wijken en dus moest de Raadskelder in juni 1984 sluiten. Waarmee een einde kwam aan een bewogen periode.
Boudewijn Oremus
(een van de initiatiefnemers van de Raadskelder)