De laatste postzegelwinkel in Utrecht en omgeving
Gepubliceerd: zaterdag 12 maart 2016 07:00
Hij heeft de laatste postzegelwinkel in Utrecht. De handel in postzegels is de laatste jaren sterk gedaald, evenals de waarde ervan. Willem van der Bijl (64) voelt zich zo gelukkig in zijn overvolle winkel in de Zadelstraat 43 dat hij door wil werken tot het niet verder kan.
Interview door Jan Jansen
Al van jongs af aan had Willem van der Bijl grote belangstelling voor postzegels. Hij groeide op in Hengelo en was vanaf zijn zesde jaar altijd op de ruilbeurzen in de regio te vinden. Vijftig jaar geleden is hij met zijn ouders en zusje naar Utrecht verhuisd omdat zijn vader er een baan kreeg. “We kwamen te wonen in de eerste 10 hoog flat die gebouwd was in Overvecht,” vertelt hij. ”Ik ging op school naar de IVO, Individueel Voortgezet Onderwijs. Daar kreeg je persoonlijke begeleiding, want veel interesse in leren had ik niet. Postzegels verzamelen, daar was ik altijd mee bezig. Mijn ouders maakten zich er zorgen over. Een huisvriend van mijn ouders gaf aan dat ze zich geen zorgen moesten maken want als je zo met je hobby bezig bent, zou je zeker gelukkig kunnen worden en er best een boterham mee verdienen.”
Op zaterdagochtend moest je in die tijd naar school. “Maar juist dan was er de postzegelruil- en verzamelbeurs op de Vismarkt. Ik ging wel gewoon met mijn tas schoolboeken van huis, maar spijbelde veelvuldig. Was dan te vinden op de postzegelbeurs om in zegels te handelen. Op een gegeven moment viel mijn absentie op school op. Op een zaterdagochtend werd ik op de Vismarkt op mijn rug getikt, draaide me om en keek in de ogen van IVO-directeur De Boorder en die van mijn vader. Ik was vergeten iemand anders de presentielijst te laten tekenen. Over de ongetwijfeld ingrijpende sancties die ik kreeg, kan ik me niets meer herinneren. De postzegelhandel, daar lag mijn hart. Ik heb de school ook niet afgemaakt, tot teleurstelling van mijn ouders.”
De postzegelruil- en verzamelbeurs op de Vismarkt was tweede helft vorige eeuw algemeen bekend en populair in de hele regio. “Handelaren en verzamelaars werden goede bekenden van elkaar. Het was er altijd een drukte van belang met veel verkopers en honderden verzamelaars. Prachtige zeldzame zegels werden er aangeboden. Een sfeervolle beurs in een mooie historische omgeving met cafés en restaurants. Als het regenachtig of winderig weer was, gingen we naar café De Witte Ballons op de Lijnmarkt. Daar werd de handel dan voortgezet.”
Willem van der Bijl heeft zelf een fascinatie voor postzegels. “Het zijn prachtige miniatuurkunstwerken. Ze bieden veel informatie over de landen en je kunt er veel van opsteken. Bij quizvragen op tv kan ik soms vragen beantwoorden omdat ik ze van een afbeelding op postzegels herken. Mijn verzameling betreft zegels uit vrijwel alle landen van de hele wereld, gerubriceerd per land en per thema. Ik ga naar beurzen van landen in alle werelddelen. In bepaalde landen is de belangstelling voor postzegels juist erg toegenomen. In China, India, Brazilië en Dubai bijvoorbeeld, omdat ze nooit algemeen gebruikt werden. In Dubai liepen ze dertig jaar geleden nog uitsluitend met kamelen door de woestijn.”
Het in- en verkopen op ruil- en verzamelbeurzen is, ondanks de verminderde belangstelling in Nederland, nog steeds een levendige handel. “Omdat ik telkens dezelfde beurzen bezoek, kreeg ik persoonlijke contacten met andere handelaren. Zo kwam ik in 1998 op de beurs in Essen een Noord-Koreaanse staatshandelaar tegen, die postzegels uit zijn land moest verkopen. We konden goed met elkaar opschieten en dat leverde voor beiden ook interessante deals op. Op een bepaald moment kreeg ik van hem het verzoek om naar Noord-Korea te komen en kennis te maken met zijn baas. Ik ben er totaal vierentwintig keer geweest, maar de laatste keer, vijf jaar geleden, zal me nog lang heugen.”
Noord-Korea is het meest geïsoleerde land ter wereld. “In het begin was ik verbaasd over de hoofdstad Pyongyang, een miljoenenstad met nauwelijks auto’s. Heel schoon en prestigieus van opzet, een echte modelstad. Geen enkele reclame, alles is grijs. Maar de mensen zijn allemaal vriendelijk. In de buitengebieden zag ik wel echte armoede. Dan opeens gebeurde er iets bijzonders. In 2001 werd ik, vlak voor mijn vertrek, in de tuin van het hotel gearresteerd. Ik had geen idee waarvoor, maar zoals bij meer arrestaties van buitenlanders in dat land bleek het te gaan om verdenking van spionage. Mijn laptop en camera werden in beslag genomen. Het thuisfront kon ik niet bereiken. Voor hen was ik van de aardbodem verdwenen. In mijn cel zaten in de hoeken vier bewakers die mij permanent in de gaten hielden. Ik moest per dag zestien uur op een stoel zitten en acht uur in bed liggen. Verhoren gebeurde op een intimiderende wijze. Van de tolk hoorde ik dat op mijn aanklacht vijftien jaar gevangenisstraf kon staan. Ook al was er geen sprake van spionage, ik heb alles maar toegegeven. Dat was de enige mogelijkheid om, na zogenaamd openbaar berouw te tonen, vrij te komen. Pure propaganda. Ik heb vijftien dagen in deze onwezenlijke toestand doorgebracht.”
Doorgaan tot het niet verder gaat, dat is het levensmotto van Willem van der Bijl. “Ik voel me volkomen gelukkig in mijn winkel en met de postzegelhandel. Het is een uitstervend beroep, want ik ben in Utrecht de laatste der Mohikanen. Sinds 1975 heb ik deze winkel, dus ruim veertig jaar, en ik ben er helemaal mee vergroeid. De huisvriend van mijn ouders heeft helemaal gelijk gekregen: als je je hart volgt, komt de rest vanzelf .”
Toen de postzegel nog niet was bedacht, moest de ontvanger van post de kosten voor de zending betalen. Als de geadresseerde de brief niet wilde hebben, bleef de postbode met de post zitten, zonder dat ervoor betaald werd. Daarom werd in 1837 door de Engelsman Rowland Hill het systeem bedacht om niet de ontvanger voor de kosten van vervoer te laten betalen maar de afzender. Die moest op het postkantoor een bewijs van betaling kopen. Dat bewijs van betaling is de postzegel zoals die wij nu kennen. De allereerste postzegel toont het portret van de Engelse koningin Victoria.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter en is met toestemming van de auteur overgenomen.