De kanonskogels van Vredenburg (2)
Gepubliceerd: donderdag 16 maart 2023 06:00
Biem Lap, gids van Kerken Kijken Utrecht in de Jacobikerk, dook in de historie van de kanonskogels die in 1576 vanaf kasteel Vredenburg op de stad werden afgevuurd. Hij maakte er een serie artikelen over, vandaag deel 2: De aanloop naar de beschietingen...
De schotenwisseling gebeurde in het jaar 1576 en dat was 10 jaar na de beeldenstorm. Filips II stuurde na 1566 Alva naar de Nederlanden om met straffe hand orde op zaken te stellen. Alva stelde een bloedraad in en voerde een schrikbewind dat vele slachtoffers maakte, ook in Utrecht.
Dat zette kwaad bloed maar het katholieke Utrecht bleef trouw aan Filips II. Dat werd anders toen Spanje bankroet ging en er geen geld was om de soldaten te betalen. Het antwoord van de soldaten was muiterij en plundering. Ze maakten geen onderscheid tussen katholieken en protestanten en plunderden ook in de gewesten die trouw waren gebleven aan de koning en de katholieke kerk.
De ‘Spaanse furie’ in Antwerpen in 1576 was een verschrikkelijke gebeurtenis. Antwerpen werd geheel geplunderd en er vielen vele doden. Het bracht een schokgolf van angst en verzet op gang in de Nederlanden. Een groot deel van de Utrechtse bevolking keerde zich toen zich tegen Spanje en zeker tegen het Spaanse leger.
Utrecht vreesde dat de soldaten van het garnizoen in kasteel Vredenburg, die ook al lang geen soldij ontvangen hadden, tot plunderingen zouden overgaan. Eerder hadden soldaten het al geprobeerd, maar de commandant van Vredenburg had de muiters zwaar gestraft.
Holland en Zeeland waren inmiddels grotendeels vrij van Spaanse troepen, met uitzondering van Amsterdam dat nog in het Spaanse kamp zat, en drongen erop aan dat Utrecht zich zou bevrijden van het Spaanse garnizoen en boden hulp aan.
De Staten van Holland deden hun aanbod niet aan het stadsbestuur of de Staten van Utrecht maar aan de hoplieden die de burgerwachten aanvoerden. De hoplieden keken de kat uit de boom want ze wilden niet zomaar verbonden raken met het ketterse Holland en stuurden het aanbod door aan het stadsbestuur dat vooralsnog niets van zich liet horen.
Willem van Oranje was weer stadhouder van Holland en Zeeland. De katholieke gewesten van de noordelijke en zuidelijke Nederlanden kwamen in november van dat jaar bij elkaar om paal en perk te stellen aan de muitende soldaten en afspraken te maken om zich gezamenlijk tegen het Spaanse leger te verzetten. In Gent kwamen zij samen met de calvinistische gewesten Holland en Zeeland en daar kwam de Pacificatie van Gent tot stand waarbij Filips II verzocht werd de troepen uit de Nederlanden terug te trekken.
Veel Utrechtse burgers vonden toen dat het Spaanse garnizoen van Vredenburg ook weg moest en begonnen voorbereidingen te treffen om het kasteel te belegeren onder aanvoering van de hoplieden. Ze rekenden ook op hulp van de drie vendels Duitse huursoldaten, die eerder door de waarnemend stadhouder Hierges waren aangetrokken om de stad te beschermen tegen mogelijke aanvallen van de geuzen vanuit Holland.
Na de Spaanse furie in Antwerpen had Hierges gezegd dat hij niet meer trouw zou zijn aan de Spaanse koning en daarop verzochten de Staten van Utrecht dat hij als ervaren militaire leider naar Utrecht zou komen om leiding te geven aan de belegering. Hij liet lang op zich wachten maar kwam uiteindelijk toch en bracht nog eens vijf vendels Duitse huursoldaten mee, die buiten de stad gelegerd werden.
Hierges werd nauwelijks vertrouwd door de Utrechtse burgervendels. Hij was stadhouder van Gelre en waarnemend stadhouder van Utrecht omdat stadhouder Bossu gevangen was genomen door de geuzen toen hij als admiraal-generaal van een Spaanse vloot op de Zuiderzee jammerlijk was verslagen door de geuzenvloot. Hij zat in Hoorn gevangen, maar na de Spaanse furie en de Pacificatie van Gent werd hij vrijgelaten en hij verklaarde toen dat hij nooit meer de Spaanse koning zou dienen en dat hij voortaan altijd aan de zijde van Willem van Oranje zou strijden.
De bestuurders van Utrecht vroegen onmiddellijk om de terugkeer van Bossu naar Utrecht om leiding te geven aan de belegering van Vredenburg. Hierges[1]trad terug en Bossu werd de belangrijkste leider van de belegering maar moest terdege rekening houden met de inbreng van de hoplieden.
Vervolg morgen: De strijd begint...
[1] Niet lang hierna beloofde Hierges opnieuw trouw aan Filips II en werd weer bevelhebber van Spaanse troepen in de zuidelijke Nederlanden.