Dakpannenfabriek ziet weer even het licht
Gepubliceerd: zaterdag 13 juni 2020 13:33
Door Ton van den Berg - De Kruisvaartkade, een terrein ingeklemd tussen het spoor en de Dichterswijk, is misschien een van de meest verborgen stukjes Utrecht. Maar het barst er van geschiedenis, zo bleek deze week bij opgravingen op het terrein waar resten van een zeventiende eeuwse dakpannenfabriek zijn gevonden.
Jarenlang was het gebied alleen bereikbaar voor medewerkers van Van Gend & Loos en de PTT omdat hier het spoorweg-expeditieknooppunt van de post was gevestigd. Maar dat is alweer een tijdje terug, in 1997 werd voor het laatst een trein ingezet om de post over het land te verspreiden.
Na het vertrek werden diverse gebouwen gesloopt en lag het terrein lange tijd braak. Een deel van het complex bleek uitstekend geschikt als tijdelijk skateterrein (The Yard) maar ook daar kwam al enige tijd geleden een einde aan.
Nu wordt het gebied gereed gemaakt voor de bouw van meer dan 600 woningen. Bij die werkzaamheden zijn in het meest zuidelijke gedeelte langs de Kruisvaart resten gevonden van een voormalige dakpannen- en steenfabriek die in 1696 bekend stond onder de naam Tichelarije van Oord en Schut. Tot 1868 werden op deze locatie eerst dakpannen gemaakt en later ook stenen.
Wat bijzonder is bij de opgravingen is dat de diverse loodsen die het bedrijf liet bouwen dakpannen als fundering hadden. Nadat in de 19e eeuw het gebied betrokken werd bij de bouw en uitbouw van het spoorwegstation van Utrecht, is de fabriek gesloopt maar de funderingen van dakpannen en bakstenen, duizenden stuks zijn het, bleven in de grond achter om gevonden te worden in onze tijd.
Archeoloog Jeroen Flamman van het bedrijf Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie uit Amersfoort leidt de opgravingen in opdracht van de projectontwikkelaar MRP Development. Hij zegt dat er eerst verbazing was over de vele rijen dakpannen (zwarte, rode en geglazuurde). "We dachten aan misbaksels, maar het is nu duidelijk te zien dat ze het fundament waren voor de vermoedelijk houten wanden van de loodsen. We zien nu precies waar die loodsen hebben gestaan. Het bedrijf maakte dakpannen en kon die dus goedkoop voor zichzelf produceren, maar het kunnen ook restpartijen zijn waarvan gebruik gemaakt is."
De vondst van de fabriek was geen verrassing. Uit oude documenten (kaarten en contracten onder andere aangeleverd door Het Utrechts Archief en de Historische Vereniging Tolsteeg-Hoograven) was bekend dat hier een dakpannenfabriek met circa zes loodsen had gestaan op het gebied waar voorheen moestuinen waren geweest. De Kruisvaart, die later verlegd is, was belangrijk voor het vervoer van de groenten maar kon ook heel goed dienst doen voor de aanvoer van klei voor de dakpannenfabriek.
De dakpannen werden in de 18e en 19e eeuw voornamelijk gemaakt als bouwmateriaal voor de stad Utrecht zelf. Bekend is bijvoorbeeld uit oude facturen dat tussen 1740 en 1750 voor een restauratie nogal wat dakpannen terecht zijn gekomen op de Jacobikerk.
Hoewel de omvang van de opgraving bijna een driekwart voetbalveld omvat, is het terrein van de dakpannen- en bakstenenfabriek veel groter geweest, zegt Flamman. "Toen het gebied geschikt werd gemaakt voor het spoorwegemplacement is de Kruisvaart verlegd over een deel van de voormalige fabriek waar waarschijnlijk de ovens hebben gestaan, want die hebben we nu niet gevonden. Maar er liggen nu ook nog delen van de fabrieksgebouwen onder de busbaan en het spoor om ooit misschien nog opgegraven te worden."
De ontwikkelaar van het gebied is MRP Development die meer dan 600 woningen wil laten bouwen in combinatie met een klein stadspark. Het gaat om huizen en flatwoningen met sociale huur (20 procent), koop en huur in de vrije sector. Plannen om delen van de opgravingen in te bedden in de nieuwbouw zijn volgens Flamman in ontwikeling, al is het behouden van de resten op locatie helaas niet mogelijk.