Bunk Bessels: Alle bandjes mochten spelen op de Flight
Gepubliceerd: maandag 9 maart 2020 20:18
Bunk Bessels was hoofdorganisator van Flight to Lowlands Paradise, popmanifestaties die plaatsvonden in de Utrechtse Jaarbeurs in 1967 en 1968.
Het waren de eerste – grootschalige en multidisciplinaire – popfestivals in Nederland en worden door velen beschouwd als de moeder van de Nederlandse festivalcultuur. Het huidige Lowlands is vernoemd naar deze, inmiddels legendarische, festivals uit De Sixties.
De schrijver en onderzoeker Patrick Bakkenes zocht Bunk Bessels op voor zijn boek Kantelaars van de Sixties met daarin twaalf interviews 'over de erfenis van een tijdperk'. Hieronder een kort fragment uit het interview met de inmiddels 76-jarige beeldend kunstenaar.
Bessels: "Volte, een anarchistische jeugdgroep, was vlak daarvoor ontstaan. De beeldhouwer Cees Meeuwse had in feite Provo naar Utrecht gebracht en die beweging Volte genoemd. Hij vertelde dat er in Zeist een revolutionair woonde met een hut in een eikenboom genaamd Monsieur Henri. Die had hem opgedragen om een Provobeweging op te richten en om die Volte te noemen in plaats van Revolte. Monsieur Henri was fantasie, een hersenspinsel. Cees heeft het bedacht en ik pikte dat op. Volte was eigenlijk onze uitvalsbasis dus ik liet het door Volte organiseren. Met hulp van Mick Ferran, via International Times, via Ringo Starr en via al die vrienden en hippies uit Londen en Utrecht. Allemaal “out of the heart”.
Volte organiseerde ook anti-Vietnamdemonstraties en love-ins. We bezetten het stadhuis, gingen in de hal op de grond zitten en zeiden: nu zijn wij even de baas. Altijd vredelievend. We kregen het al snel veel te druk met die popfestivals en het politieke spel raakte op de achtergrond. Dat werd wel in Lowlands gestopt, op een hele brave manier. Als je naar films van de eerste Flight kijkt zie je een hele rits rechercheurs staan in pakken en die snapten er geen flikker van. Ze kregen bloemen aangeboden en er werd over hun haren gestreken. Dat hadden ze nog nooit meegemaakt.
Als een band belde wilde ik niet weten of ze goed konden spelen. Ik zei gewoon ja! Ik wilde ook geen demo horen. Ik stuurde ze een contract en dan kregen ze fl. 165,- reis- en verblijfskosten. Ik hield wel bij wat er in en uit ging maar er was geen echte boekhouding. Kauwgom stond zelfs op de lijst met uitgaven. Dat was toch hippie?
Een deel van de Flights is onder invloed van lsd tot stand gekomen, de inhoud ook. Tijdens de voorbereidingen heeft het een belangrijke invloed gehad. Lsd was voor ons het orakel. Het werkt afhankelijk van het karakter van de persoon. Mijn ervaringen waren heel spiritueel, niet onder woorden te brengen. Er zijn vergaderingen onder invloed geweest en het pamflet voor de eerste Flight heb ik trippend gemaakt.
Er speelden zo’n veertig bands op drie podia van acht uur ’s avonds tot acht uur ’s ochtends. Iedereen mocht optreden. Staffhorst had gratis geluidsinstallaties geplaatst op de drie podia dus het was inpluggen en spelen. Er speelden ook gasten die er niks van konden en die zich opeens de ster voelden. Een van die onbekende en niet gecontracteerde grootheden is ervandoor gegaan met de hele geluidsinstallatie. Nooit meer teruggezien.
Er was van alles: dansen, bands, folklore, poëzie, marktstalletjes, papieren bloemen, een lichtshow. De nvsh had een stand waar gratis condooms werden uitgedeeld. Na afloop werden er onder het hoofdpodium twintig slipjes gevonden en veel gebruikte condooms. De beeldhouwer Jacques Jutte kleedde zich uit op het podium en speelde naakt op zijn saxofoon. Hij heeft in de cel gezeten daarvoor. Ik kreeg een proces-verbaal want als organisator had ik meegewerkt aan een pornografisch optreden.
Voor de eerste Flight was ik met lichtshows begonnen, dat was al groot. Joep van Gameren kwam op bezoek en die had voor fl. 150,- een diaprojector gekocht bij de hema. Hij had vloeistof tussen twee glaasjes gevangen en zat te pielen in onze huiskamer. Je kon zo prachtige lichteffecten creëren. Ik weet niet meer hoe het zich zo snel ontwikkelde maar uiteindelijk had ik tien Prado’s 500 watt, dat waren onverwoestbare diaprojectoren.
Ik ben kunstschilder en die lichtshow lag in het verlengde daarvan: er werden bewegende schilderijen geprojecteerd. Of ik de eerste was in Nederland weet ik niet. In Amerika was Jefferson Airplane er al mee bezig maar dat was een zootje. Ik dacht: dat kan beter. Ik kreeg ontzettend veel werk en trad twee of drie keer per week op, daar leefde ik van. Als er Engelse bands door Nederland toerden dan kreeg ik een telex: we want the lightshow, the Bunk lightshow."
Kantelaars van de Sixties van Patrick Bakkenes is te koop in de boekhandel of via internet: klikhier
Was u bij deze Flights to Lowlands Paradise als bezoeker, als deelnemer, als politierechercheur of als kaartjesknipper van de Jaarbeurs, maakt niet uit, neem contact met ons op want Patrick Bakkenes is benieuwd naar uw verhaal: reacties@nieuws030.nl