Bevrijding van Utrecht: extase, kogels, wraak
Gepubliceerd: donderdag 7 mei 2020 06:00
Leden van het Stadsdichtersgilde maakten een speciale bevrijdingskrant voor Utrecht, de VersVrijheidkrant. Voor de krant, die die op beperkte schaal in de stad is verspreid en hier digitaal is te bekijken, schreef journalist Ad van Liempt onderstaande column over de Utrechtse bevrijdingsdag, 7 mei 1945.
Door Ad van Liempt - Pas een paar jaar geleden vertelde mijn zusje, 82 inmiddels, dat ze erbij was geweest: 7 mei 1945. Aan vaders hand had ze in de vroege avond meegelopen in het defilé van dankbare katholieken uit de stad Utrecht. Ze paradeerden langs het aartsbisschoppelijk paleis aan de Maliebaan 40 om hun leidsman Jan de Jong te eren.
De onverzettelijke kerkleider was de hele oorlog de praktijken van Duitse en Nederlandse nazi’s blijven veroordelen. Uitgerekend op de Maliebaan, waar de voorafgaande vijf jaar alleen maar mannen in uniformen hadden gemarcheerd, met veel ijzerbeslag onder de laarzen en strak in het gelid om hun ‘Leider’ Anton Mussert, die kantoor hield op nummer 35, hun aanhankelijkheid te betonen.
Gelukkig is er een foto van, anders zou je het niet geloven. De Jong had eigenlijk niet naar beneden willen komen voor het defilé, hij vond het teveel eer, maar zijn medewerkers presten hem in de deuropening plaats te nemen. Er liep een priester mee met een accordeon, ter verhoging van de feestvreugde op deze bevrijdingsdag.
De stoet was eindeloos, maar dat kwam ook omdat velen, na het passeren van de aartsbisschop, besloten achteraan aan te sluiten en nog een rondje te doen. Het was een stijlvolle afsluiting van een van de meest bewogen dagen uit de geschiedenis van de stad Utrecht. De dag van de bevrijding, de dag dat de Duitse bezetting ten einde kwam, de dag van uitzinnige vreugde onder de inwoners. Maar ook de dag dat er iets grondig mis ging.
Eindelijk, daar kwamen de bevrijders op de ochtend van maandag 7 mei de opgewonden, juichende stad binnen. Ze kwamen vanuit het oosten, door de Biltstraat, de Voorstraat en dan de Potterstraat in, omzoomd door duizenden uitzinnige mensen. Voorop gingen niet de Canadezen, maar de Britse Polar Bears: de geallieerden gunden elkaar wel wat toen de strijd voorbij was.
Volgens ooggetuigen ontplofte de stad zo ongeveer van extase. Bijna niemand wist op dat moment van de onbeschrijfelijke tragedie die aan het einde van de ochtend had plaatsgegrepen bij het Rosarium, pal voor het woonhuis van Mussert, die op dat moment in Den Haag zijn arrestatie afwachtte. Bij een confrontatie tussen leden van de Binnenlandse Strijdkrachten (een verzetsgroep van studenten onder leiding van commandant Hans Muus) en Duitse soldaten, viel plots een schot. Geen mens weet hoe en door wie. Het gevolg was een bloedbad.
De gestreste Duitsers schoten in het rond en knalden iedereen neer. Twee leden van de verzetsgroep overleefden door zich dood te houden: Erich Buchman, een gedeserteerde Duitse SS’er, en Hans van Ameijde. Hartverscheurend is de foto van de begrafenis van een deel van de tien slachtoffers. Hans kijkt toe, op een stoel, zijn gewonde arm in een mitella.
Omdat vrijwel niemand ervan wist, ging het bevrijdingsfeest in volle hevigheid door. Er is een filmpje waarop alleen maar fanatiek naar de camera zwaaiende mensen te zien zijn, ze houden het minuten vol. Dat is niet alleen vreugde, het is vooral opluchting. De mensen beseffen dat ze het spook van de dreigende hongerdood voorgebleven zijn. Veel Utrechters waren zo verzwakt en hadden zoveel weerstand verloren dat de bevrijding net op tijd voor ze kwam.
En dan zijn er nog de foto’s van het kaalknippen van de moffenmeiden. Daar kijken we tegenwoordig met weerzin naar. De angst in de ogen van die meisjes, de vernedering die ze ondergaan – daar draait je hart van om. Toen het gebeurde, op diezelfde 7e mei, genoten de omstanders ervan, met volle teugen. Wraak, dat wilde bijna iedereen. Eigen schuld; ze hadden het ernaar gemaakt. Het valt niet uit te sluiten dat sommige omstanders zich daarna naar de Maliebaan spoedden om hun aartsbisschop te eren. Het was een dag van scherpe contrasten.