In deze maandelijkse serie beschrijft Vincent Dirksen een aantal zaken op het Vreeburg van rond de vorige eeuwwisseling die grote faam genoten. Dit is deel 4: de Korenbeurs en de Fruithal.


Door Vincent Dirksen

Deze keer geen bedrijf van naam en faam, maar uitgebreid aandacht voor twee gebouwen. Op de foto bovenaan zien we ze vanuit het oosten. Het betreft hier rechts de Fruithal en links de Korenbeurs (ook Handelsbeurs genoemd).

Deze foto is genomen in 1897, vanaf de oostzijde van het plein richting de Catharijnesingel over de Stadsbuitengracht. Het deel van het plein wat tussen de beide gebouwen was overgebleven, met een monumentaal hekwerk afgescheiden van de Rijnkade, werd in de volksmond ook wel "het klein vreeburrechie" genoemd.

Al in de late middeleeuwen ontstonden in Utrecht steeds meer vaste locaties voor markten van diverse producten, zoals de groentemarkt, de lapjesmarkt, de pottenmarkt etc. Zo was in de loop van de 19e eeuw de Ganzenmarkt aangewezen als fruitmarkt en je had de lage korenmarkt op de Neude en de hoge korenmarkt op de Oudegracht tussen de Hamburger- en de Weesbrug.

De Ganzenmarkt in gebruik als fruitmarkt ongeveer midden 19e eeuw. We kijken noordwaarts en rechts zien we de poort naar de Statenzaal met links daarnaast het pand van de blikslager J.F. Schooleman en op de hoek met de Telingstraat het pand van de gezusters De Wijs. Dan een wat wijds getekende ingang van de Telingstraat met links de drukkerij van P.W. Wijers. (uit Dr. Wap)

De Neude als graanmarkt eveneens midden 19e eeuw. Hier kijken we zuidwaarts over het plein. Het poortje rechtsonder gaf toegang tot de binnenplaats van de Munt. De statige deur twee huizen verder was de ingang van de Munt. Rechts van de zuidelijke rij huizen zien we de achteringang van de Winkel van Sinkel. Onder de Dom de ingang van de Schoutenstraat en naar links Kintgenshaven. Veel huizen werden destijds bewoond door graanhandelaren. (uit Dr. Wap)

Deze omgevingen leverden echter regelmatig problemen op, vanwege overlast voor de omwonenden en het feit dat de handel in de open lucht plaatsvond. Steeds meer werd dan ook de behoefte gevoeld aan overdekte mogelijkheden voor het houden van dergelijke markten. Na de oprichting van de Kamer van Koophandel was dit ook een vaak weerkerend thema in de notulen: "Een doelmatig gebouw tot het samenkomen der handelaren en marktbezoekers".

Binnen het gemeentebestuur duurde het nog tientallen jaren voor men tot een besluit kwam, waardoor zelfs wel eens tijdens een raadsvergadering werd verzucht: "het zal eerder mogelijk zijn den Dom te verzetten, dan in deze stad een beurs daar te stellen". Er werden plannen ingediend voor vaste marktgebouwen op de Neude en op de Mariaplaats, maar die ondervonden de nodige weerstand.

Toen echter op het Vreeburg de gebouwen van de Gasfabriek en de Koperpletterij van Dhr. de Heus gesloopt waren en ook het grootste deel van de resten van het kasteel waren opgeruimd, kwam er een dermate geschikte ruimte vrij dat men eindelijk de knoop doorhakte. Op 8 februari 1890 luidde het gemeentebesluit aldus: "Dat aan de zuidzijde van het Vreeburg, nabij de singelgracht, een gebouw zal worden gesticht dienende tot Handelsbeurs en dat aan de noordzijde van het Vreeburg, nabij de singelgracht, een gebouw zal worden gesticht dienende als Fruithal".

Ontwerptekening van de heer F.J. Nieuwenhuis voor de nieuwe Fruithal. De eronder getekende kelders waren voor een groot deel nog gefatsoeneerde overblijfselen van het kasteel Vredenburg. (HUA216854)

Het werk werd in handen gegeven van de toen net in dienst getreden Directeur Gemeentewerken, de architect F.J. Nieuwenhuis. Deze ontwierp de twee panden zelf en hield toezicht op de bouw, die op 24 maart 1892 begon, waardoor in 1894 beide gebouwen konden worden opgeleverd. De opening vond plaats op 31 mei 1894, om precies 11 uur, door het luiden van de beursbel. Een bevlogen openingstoespraak door Burgemeester Reiger volgde, waarin hij nog eens inging op de moeilijke aanloop, maar nu hoopte dat beide gebouwen nog tot in lengte van dagen zouden dienen tot grote bloei van de handel. Meerdere toespraken van hoge heren volgden, met woorden van gelijke strekking. Daarna werden alle aanwezigen verzocht de burgemeester te volgen tijdens een bezichtiging van beide gebouwen.

Het interieur van de Koren- of Handelsbeurs. Duidelijk te zien dat er aan deze hal een grotere waarde werd toegekend als aan de Fruithal. De inrichting is veel doelmatiger voor diverse doeleinden. (HUA122938)

Het interieur van de Fruithal. Veel meer gericht op het gebruik als één grote markthal, met in het midden een spoelbassin voor de handelswaar. (HUA122939)

Daags erna werd ter gelegenheid van de opening 's-avonds een groot feest aan de burgers aangeboden. Dit bestond uit een samenzang van volksliederen, begeleidt door de schutterijkapel onder leiding van Dhr. Hutschenruijter, gevolgd door een uitgebreid concert. Hierna begon om kwart over negen een groots vuurwerk, verzorgd door de vuurwerkfabriek van G.J. Ruijsch, eindigend met een slotstuk van kapitale afmeting, waarbij de wens "Bloeie Utrecht's Handel" in vurige letters zichtbaar werd. Hierna hief de kapel wederom de volksliederen aan en werd een daverend kanonsaldo over het Vreeburg afgevuurd. Ja dit feest zou zeker nog lang in aangename herinnering blijven.

De beide gebouwen rond het einde van de 19e eeuw, gezien vanaf de Catharijnesingel in zuidoostelijke richting. De trap naar de Stadsbuitengracht was aangelegd voor het laden en lossen van goederen. Vooral de hoveniers uit Abstede en Pijlsweerd kwamen met pramen vol goederen hier aanleggen. (HUA122937)

De daaropvolgende jaren werd al snel duidelijk dat beide hallen in een grote behoefte voorzagen. Zowel de fruit- als de graanhandel tierden welig en de gebouwen werden daarnaast ook regelmatig ingezet voor ander doeleinden, zoals manifestaties en tentoonstellingen. Zo wist de Nederlandsche Velocipéde Club de Fruithal te regelen voor haar jaarlijkse bijeenkomst en viel de Handelsbeurs de eer te beurt om jaarlijks het toneel te worden van de tentoonstelling van pluimvee, georganiseerd door de Vereeniging Ornithophilia. In 1897 werd aan de noordzijde van de Korenbeurs nog een glazen overkapping aangebracht, waaronder iedere vrijdag een levendige kaashandel gedreven werd. En zo groeiden deze twee gebouwen als snel uit tot een vertrouwd beeld op het Vreeburg, waar het normale leven met markten en kermissen ook gewoon doorgang vond. 

Het Vredenburg zoals het eruit zag tijdens de wekelijkse veemarkt. Deze veemarkt vond elke zaterdag plaats vanaf 6:00 's-ochtends tot rond het middaguur. Daarna ging men het plein te lijf met sproeiwagens en vegers om het weer klaar te maken voor de warenmarkt die in de middag plaatsvond. (HUA2690)

In 1905 werd de Vereniging Groente- en Vruchtenveiling Utrecht en Omstreken opgericht en deze kregen in juni van dat jaar van de gemeente de beschikking over de Fruithal. Op 28 juni werd er voor het eerst een groenteveiling gehouden. Dit fenomeen van groenteveiling was over komen waaien uit het Westland en kon in eerste instantie op weinig bijval rekenen van de Utrechtse hoveniers. Zij boycotten de veiling in het begin dan ook en gingen gewoon door met hun ambulante handel.

Hoveniers met hun karren (al dan niet met honden) die zich ophielden rond de ingang aan Vreeburgzijde van de Fruithal. De opmerkzame kijker ziet veel mannen met hoge petten op, wat destijds vooral bij de hoveniers uit Pijlsweerd gebruikelijk was. (HUA602158)

Toen echter kwekers uit het Westland zich gingen vestigen in de nabijheid van Vleuten, kwam de veiling goed op stoom en werden ook de Utrechtse hoveniers gedwongen om er gebruik van te maken. Zo groeide deze veiling de Fruithal uit en werd in 1909 ondergebracht in een eigen nieuw veilinggebouw op het Paardenveld.

De Fruithal werd een hal voor diverse doeleinden, terwijl de Korenbeurs nog grotendeels als zodanig werd gebruikt. Zo werd de Fruithal in de 1e wereldoorlog ingezet als depot voor de voedseldistributie, waar vooral melk en melkproducten werden gedistribueerd.

De Fruithal in het voorjaar van 1917 in gebruik als plaats voor de distributie van melk. Nodig in verband met de schaarste van dit artikel tijdens de eerste wereldoorlog. (HUA98655)

Toen in 1916 onder invloed van de oorlog de binnenlandse handel tot grote bloei kwam, kreeg men de behoefte aan een beurs waarop handelaren hun produkten en diensten aan elkaar en het publiek konden tonen. De Vereeniging tot het houden van Jaarbeurzen in Nederland werd opgericht en al gauw werd er voor zo'n beurs gedacht aan Utrecht, vanwege de centrale ligging en de uitstekende bereikbaarheid.

Het gemeentebestuur was uiteraard zeer bereidwillig en stelde al snel de Fruithal ter beschikking. Dat deze ruimte niet toereikend was bleek al spoedig toen de inschrijvingen van deelnemers binnen begonnen te stromen. Middels het ter beschikking stellen van de Korenbeurs en het volledige plein Vredenburg met uitwijkmogelijkheden naar het Janskerkhof en Maliesingel, werd er voldoende ruimte aanwezig geacht en in maart 1917 werd de eerste Jaarbeurs gehouden.

Een overzicht van het Vreeburg tijdens de eerste Jaarbeurs in 1917, gezien vanaf het torentje van het hotel Noord Brabant. Beide gebouwen waren toen in gebruik voor toonkamers en ook op het plein zelf bevonden zich de nodige houten noodgebouwen voor toonkamers. Zelfs dit bleek destijds nog te weinig en zodoende werden er ook op het Janskerkhof en de Maliebaan nog noodgebouwen neergezet. Een jaar later zou dit nog eens uitgebreid worden met een terrein aan de noordzijde van de Kanaalstraat. (HUA403254)

Het grote succes hiervan en ook van de volgende die in 1918 werd gehouden, betekende het einde van de Fruithal en later ook van de Korenbeurs. De Fruithal werd in 1919, na de 3e Jaarbeurs, gesloopt om ruimte te maken voor het eerste vaste jaarbeursgebouw en had dus net de 25 jaar volgemaakt.

Gezicht in de Fruithal op het Vredenburg tijdens de sloop in verband met de voorgenomen bouw van het eerste Jaarbeursgebouw. (HUA403149)

Voor de Korenbeurs werd in 1928 de Boterhal op de Mariaplaats na een verbouwing in gebruik genomen en in 1930 kon ook dit gebouw op het Vredenburg dus plaats maken voor het tweede vaste Jaarbeursgebouw, wat aan het eerste werd aangebouwd. Zo kwam er een einde aan twee markante gebouwen op het Vredenburg.

   
Vorige afleveringen in deze serie:

deel 3: Hotel de l'Europe
deel 2: warenhuis Voortwaarts
deel 1: G.W. van Dillen