Struikelsteen in Lombok voor verzetsman Van Schaik
Gepubliceerd: zaterdag 28 september 2024 17:11
Voor de woning van Lombokstraat 18 werd vandaag een struikelsteentje geplaatst voor verzetsman Gerardus van Schaik (1881-1942). Het is het 214e struikelsteentje in Utrecht.
Van Schaik was een overtuigd communist. Op 13 december 1941 werd hij gearresteerd in Utrecht en hij kwam op 2 of 3 februari 1942 aan in het Oranjehotel. Dat was de bijnaam voor de Scheveningse gevangenis tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Op 28 juli 1942 werd hij getransporteerd naar Kamp Amersfoort. Vanuit Amersfoort ging hij naar het Duitse concentratiekamp Neuengamme, waar hij op 30 oktober 1942 overleed.
Er waren vandaag tussen de 20-25 aanwezigen. Kleinzoon André van Schaik hield een heel informatieve toespraak. Deze staat onderaan dit artikel. Het steentje werd geplaatst door twee andere kleinkinderen: Leny van Elteren-van Schaik en Anita van Schaik.
(JT)
De toespraak van kleinzoon André van Schaik:
Gerardus van Schaik werd op 18-04-1881 geboren in Wijk bij Duurstede als 9e kind uit het huwelijk van Gerardus van Schaik en Anthonia van Weel. Er werden in totaal 13 kinderen geboren, waarvan er vijf jong zijn overleden.
Gerardus trouwt op 07-10-1908 in Utrecht met Wilhelmina Theodora Werkhoven, geboren 24-12-1884 in Wijk bij Duurstede. Het eerst bekende adres in Utrecht waar Gerardus wordt ingeschreven is de Oranjestraat 22, Wijk C. Een citaat van zijn vrouw: Hij was altijd bezig met huizen. Dan kwam hij thuis met "Dori, ik heb nu een leuk huisje..!" Het werd volgens zijn vrouw altijd slechter.
Zelfs in Duitsland wist Gerardus nog een "leuk huisje" te vinden. In april 1912 wordt Gerardus, zijn vrouw, en volgens gegevens 3 kinderen, ingeschreven in Stadt Altena (Westfalen-Duitsland) waar in fabrieken o.a. draadstaal werd geproduceerd. Niet zo vreemd dus dat bij zijn beroep fabrieksarbeider werd vermeld.
Het archief in Duitsland geeft aan dat Gerardus in 1914 zonder opgaaf en met onbekende bestemming is vertrokken. Feit is dat hij in juni 1913 woont in de Oranjestraat 12bis. Er zouden nog wat adressen volgen: Lange Lauwerstraat, Koekkoekstraat, Borneostraat en Nicolaas Ruijchaverstraat. Wellicht heb ik er één gemist, maar zijn laatst bekende woonadres was (waar we nu voor staan): Lombokstraat 18.
Het huis is nu gesplitst, maar was toentertijd één woning. Omtrent zijn arrestatie heb ik in mijn onderzoek vele verhalen gehoord. Zo zou hij uit een schoorsteen zijn geschoten, zijn verraden door een buschauffeur, zijn verraden door een "kameraad" danwel verraden door een familielid. Hij zou zijn 'aangewezen' op straat of heeft zichzelf gemeld bij de SD op de Maliebaan. Feit is dat hij op 13 december 1941 werd gearresteerd.
Volgens een naoorlogse opgave in verband met het tot stand brengen van een erelijst van vermoordde communistische verzetstrijders, was Gerardus lid van de CPH/CPN, was geabonneerd op de Tribune (het latere Volksdagblad) en werkte met de Anti-Fascist en het Volksdagblad (afd. Utrecht, de eerste continue als dagblad verschijnende arbeiderskrant) onder de schuilnaam Pietersen.
Hij bezocht veel vergaderingen van 'de partij' en woonde congressen en vooral veel meetings bij in het RAI-gebouw in Amsterdam. Hij was een voorstander van het communisme en was tevens lid van de V.V.S.U. (Vereniging Vrienden der Sovjet-Unie).
Zijn vrouw had er moeite mee dat Gerardus op zaterdag naar het Vredenburg ging om er te praten of te 'debatteren' met zijn kameraden. "Je verraders slapen niet", zei ze, waarop Gerardus reageerde: "Als ze allemaal zo waren als jij"..!
Er is gezegd dat Gerardus ten tijde van zijn arrestatie geen lid meer was van de CPN, maar zijn naam zal ongetwijfeld zijn voorgekomen op lijsten van 'linksextremisten' die al in de jaren '30 waren opgesteld door de Nederlandse CID (Centrale Inlichtingendienst). Toen Duitsland op 22 juni 1941 de Sovjet-Unie binnenviel vormden deze, in het Duits vertaalde lijsten, de basis voor de verdere arrestaties.
Het probleem was dat er geen goede definitie bestond voor wie als communist beschouwd moest worden. Daarom werd door de SD bevel gegeven alleen CPN-leden te arresteren. Het werd daarom de Aktion-CPN genoemd. De SD beschikte buiten deze lijsten ook al over 'verhoorverslagen' van eerder gearresteerde communisten.
Gerardus werd gearresteerd wegens 'Deutschfeindliche Rundgebung', vrij vertaald, het verspreiden van Duits-vijandelijk materiaal. In het geval van Gerardus waren dit de Vonk en de Waarheid.
Volgens de eerder aangehaalde naoorlogse verklaring werd Gerardus overgebracht naar de Kriegswehrmachtgefängnis, die gevestigd was in het Huis van Bewaring aan de Gansstraat te Utrecht.
Op 9 februari 1942 wordt Gerardus overgeplaatst naar de Polizeigefängnis in het huis van bewaring in Scheveningen, ook wel het Oranjehotel genoemd, in cel 38. Tussen 1940 en 1945 zaten ruim 25.000 mensen gevangen in het Oranjehotel. De meerderheid was gearresteerd wegens verzet, ongehoorzaamheid of uitingen van onvrede met de Duitse bezetter.
In juni 1942 werd Gerardus vanuit Scheveningen overgeplaatst naar het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort, ofwel Kamp Amersfoort. Hij werd daar ingeschreven en kreeg kampnummer 248.
Rond garnizoensstad Amersfoort verrezen tijdens de mobilisatie van 1939 verschillende kazerneterreinen: Kamp Zonnebloemstraat, Kamp Bokkeduinen, Kamp Amsvorde, Kamp Waterloo, Kamp Heihuis en Kamp Austerlitz. Aan de zuidrand van de stad Amersfoort verscheen Barakkenkamp Appelweg, waarvan militairen werden ingezet bij de aanleg en verbetering van de Grebbelinie en de verdedigingswerken rond Amersfoort.
Vanaf augustus 1941 deed het kamp voor de Duitse bezetters dienst als Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (P.D.A.). en werden er diverse groepen opgesloten.
Het betrof verzetsstrijders, ca. 2500 Joden, communisten, gijzelaars, (vermeende) criminelen zoals zwarthandelaren, 273 Amerikaanse staatsburgers, ca. 123 Jehova's Getuigen en 100 Sovjet-krijgsgevangenen. In totaal hebben circa 47.000 mensen gevangen gezeten in Kamp Amersfoort.
Gerardus was een zogenaamde "Schutzhaftling".
Schutzhaft (preventieve hechtenis) was een term voor het, zonder gerechtelijke uitspraak, arresteren en in bewaring stellen van personen die de bezetters onwelgevallig waren. De Schutzhäftlinge verbleven niet in reguliere gevangenissen, maar in concentratiekampen waar de SS of SA de enige autoriteit was. De Schutzhaft kon niet bij een rechtbank aangevochten worden. Er was ook geen bescherming door een rechtbank tegen de mishandeling tijdens deze zogenaamde preventieve hechtenis.
Tussen 1941 en 1945 zijn ruim 5500 Nederlandse mannen en vrouwen weggevoerd naar het Duitse concentratiekamp Neuengamme.
Zo ook Gerardus, die op 28 juli 1942 naar dit 20 kilometer ten zuidoosten van Hamburg liggende concentratiekamp werd getransporteerd waar hij kampnummer 8201 kreeg.
Het kamp werd op 13 december 1938 geopend, als dependance van Sachsenhausen, en in juni 1940 werd Neuengamme een zelfstandig concentratiekamp.
Neuengamme bezat geen gaskamers of vergelijkbare methoden om mensen massaal van het leven te beroven. Het motto was: "Vernichtung durch Arbeit".
De SS probeerde de morele en psychische weerstand van de gevangenen te breken door hen in vernederende omstandigheden te laten leven en werken. De barakken waren overvol, sanitaire voorzieningen waren ontoereikend en enige privacy was er niet. Men kreeg onvoldoende voedsel en moest zware arbeid verrichten. De dag was zo strikt ingedeeld dat er nauwelijks een vrije minuut overbleef.
Op 30 oktober 1942, 5.30 uur overlijdt Gerardus van Schaik in Neuengamme. Zowel in het "dodenboek" als op de officiele overlijdensakte wordt als doodsoorzaak opgegeven: hartverlamming. Het lichaam van Gerardus werd gecremeerd.
(Na de lente van 1942 had Neuengamme zijn eigen crematorium)