Wielaert - Utrecht komt geld te kort om schat te graven
Gepubliceerd: maandag 3 juni 2024 18:39
Jeroen Wielaert - Onder het Domplein ligt nog een schat verborgen, maar het graven ernaar kan niet beginnen. DOMunder is tien jaar na de opening nog steeds een begin van volledige blootlegging van het oorspronkelijke Romeinse en religieuze complex. Fascinerend gegeven bij het feest rond DOMunder, afgelopen zondag. Ook omdat er geen geld is voor oude munten.
De sleutel van dat luik, daar begon het mee. Architect Theo van Wijk had zo zijn vermoedens over wat er archeologisch schuil ging onder het Domplein. Hij had een ontmoeting gehad met bouwhistoricus Frans Kipp die goed op de hoogte was van het ondergrondse: een complex dat ten grondslag lag aan het stenen stelsel waarop Utrecht gegrondvest was: overheid, staat en kerk. Het was een sterke inspiratiebron voor Van Wijk.
Op en rond het Domplein is vanaf 1927 archeologisch onderzoek gedaan. Uit 1949 dateren foto's van de Romeinse weg die werd blootgelegd, samen met andere lagen geschiedenis, inclusief resten van de eerste kerk van Willibrord. Steeds waren de putten weer dicht gegooid. Utrecht beschikte over een goudmijn, maar zag het niet in.
Het veranderde toen Theo van Wijk op een dag met zijn dochter de Muziekschool aan het plein bezocht. Op de binnenplaats ontwaarde hij een luik. Hij vroeg aan de concierge of er een sleutel was, maar die was niet direct te vinden. Het was een verhaal uit een jongensboek. Vooral toen Van Wijk die sleutel toch in handen kreeg en kon afdalen in een kelder waarin een oude Romeinse muur zichtbaar was. Van Wijks fantasie werd steeds rijker. Hij bedacht dat er een ondergrondse route moest komen onder de peilers van het op 1 augustus 1674 door een tornado ingestorte deel van de Domkerk. 'Vergeet het maar,' zei Frans Kipp, die wist hoe zwaar alles onder wetgeving bedolven was.
Van Wijk had toch die sleutel naar de geschiedenis. In de Domkerk vertelde hij er zondagmiddag over. Met onverminderd ijveraarsvuur zette hij uiteen welke moderne bestuurslagen hij zelf had moeten opgraven. Het was de archeologie van de plannen die uiteindelijk hebben geleid tot de verwezenlijking van DOMunder.
Ivo Opstelten was de eerste burgemeester die Van Wijk erover sprak. Opstelten toonde zich enthousiast, maar daar bleef het bij. Het werd duidelijk hoeveel obstakels er te nemen waren, bestuurlijk en financieel. In 2004 was de viering van 750 jaar Gotische Dom de passende gelegenheid om naar buiten te komen met het 'Initiatief Domplein'. Annie Brouwer was nu burgemeester. Ze had wel oren naar plannen voor een Internationaal Forum voor architectuur, erfgoed, wetenschap en religie.
Op ambtelijk niveau werden de plannen als te groot beoordeeld. Dat hadden ze gemeen met het initiatief om de Tour de France in Utrecht te laten starten. Het kost tijd om Utrechtse ambtenaren groot te laten denken. In 2006 schoof Brouwer voor het eerst een schop in de grond voor het 'pijlerproject.' In 2011 brak een nieuwe financieringsfase aan. Er kwam een lening van het Nationaal Restauratiefonds, waarvoor de gemeente garant moest staan. Aleid Wolfsen was de nieuwe burgemeester onder wie de raad tot goedkeuring besloot. 'Een ongekend euforisch moment', zei Van Wijk met trillende stem bij het ophalen van de herinnering.
Er was veel publiek voor de archeologische show in de kerk. Ze genoten van de verhalen over de muntvondsten en hoeveel er nog aan muntschatten te vinden moet zijn. De hele middag was er ook veel aanloop voor de gratis bezichtiging van DOMunder en Paleis Lofen. Utrecht loopt graag uit voor zijn oudste fundamenten, zijn vroegste geschiedenis. Sinds de opening van DOMunder zijn er 400.000 bezoekers onder het Domplein komen kijken.
Nog is meer graafwerk te doen, om te beginnen met Paleis Lofen. Het jongensboek is nog lang niet klaar. De stichting houdt van experimenteren, wil burgers graag mee laten graven in eigen stad om hen te verbinden met de stadsgeschiedenis in een archeologisch rijksmonument. Hier gaat het om de combinatie van bescherming en beleving.
Nog zijn er beletselen, weet stichtingsdirecteur Tijn Pieren: 'Er is nog veel op te graven, maar daar mogen we nog niet aankomen. Het is beschermd. Er is nog geen concrete datum om te graven. We moeten de plannen de komende jaren precies uitwerken. Het kan nog 10 jaar duren.'
Er ligt een dik rapport. Is dat, samen met het succes van DOMunder niet voordelig om andermaal verder te komen met de gemeente? Hier valt een schaduw over het feestje. Pieren, sceptisch: 'Dat wordt de komende jaren niet makkelijk. De gemeente heeft grote tekorten. Dit heeft geen prioriteit.'
Het is de realiteit van Utrecht: geldgebrek als beletsel voor schatgraven.
> Het rapport van de afdeling Erfgoed kun je hier downloaden: klikhier