Wielaert - STIL
Gepubliceerd: zaterdag 23 maart 2019 14:14
Jeroen Wielaert - In Utrecht kan het indrukwekkend stil zijn. Als vanzelf gaat de herinnering terug naar die kille donderdagavond dat de mensen nadrukkelijk zwijgend bijeen stonden op het Domplein met bordjes Je Suis Charlie in hun handen. Het was daags na de moordende schietpartij op de Parijse redactie van de satirische krant, woensdag 7 januari 2015. Burgemeester Jan van Zanen had de mensen opgeroepen om samen op te staan voor het vrije woord.
Ruim vier jaar later, op vrijdag 22 maart 2019 liep Van Zanen voorop in de stille tocht, een waardige manifestatie van solidariteit bij wijze van antwoord op de aanslag van maandag 18 maart, ter hoogte van het 24 Oktoberplein, genoemd naar de oprichtingsdatum van de Verenigde Naties. Tussen de bloemen op het plein stond een vaas met de tekst: ‘Nous sommes Utrecht.’
Het was anders dan de loodzware stilte die maandag in de stad kwam te hangen toen bijna niemand meer over straat ging. Utrecht op slot, in de greep van de angst dat er meer schoten zouden vallen dan alleen in die tram. Het was indrukwekkend en beklemmend tegelijk.
Een goede vriend van me werkt in het Diakonessenhuis. Daar hadden de telefonisten het maandagmiddag druk met de duizenden mensen die hun afspraak wilden afzeggen. Voor de rest was het onwezenlijk stil in het ziekenhuis. De vriend woont al jaren in Kanaleneiland, genoeg voor een genuanceerd beeld van de omstreden wijk. Als geen ander weet hij dat het een samenleving is van tal van nationaliteiten, allemaal mensen van goede wil die vreedzaam met elkaar samenleven en elkaar tegenkomen in de drukke winkelcentra. Hij kent ook de Marokkaanse galbakjes die de wijk een ander imago hebben bezorgd. De duivelse maandagschutter had hij nooit gezien.
Ikzelf ben woensdag voor Radio 1 op bezoek gegaan in het stemlokaal op de Trumanlaan, maandag nog uitgebreid in beeld door een politie-inval. Een jonge Nederlandse vrouw zei me na het stemmen dat ze het jammer vond dat Kanaleneiland nu weer zo in het nieuws kwam, juist omdat de mensen er zo vriendelijk samenleven. Een vrouw met een hoofddoek bevestigde dat. Ze vond het vreselijk dat ze de deur van de moskee nu op slot moesten doen bij de Arabische les. Allebei de vrouwen zeiden dat de moorden van maandag niet van invloed waren op hun stemgedrag.
Het lag voor de hand om te vermoeden dat de dodelijke gebeurtenissen bij het 24 Oktoberplein extra stemmen op zouden leveren voor extreem rechts. Niets bleek minder waar.
De mensen bleven bij hun eigen overtuiging over vrede en verdraagzaamheid. Het kon wel zo zijn dat Forum van Democratie ook in Utrecht stemmen van de PVV had gezogen, maar het was ook zo dat de kiezers in Utrecht hand in hand gingen met de stembusgangers in Amsterdam. In twee prominente Nederlandse steden gaven de mensen er overtuigend blijk van hun oren niet te willen laten hangen naar Thierry Baudet. Dat betekende niet dat ze helemaal achterlijk zijn in Den Haag en Rotterdam, probleemsteden waar al sinds Fortuyn een anti-regeringssentiment is geworteld.
In Utrecht was het vooral feest voor GroenLinks. En ze hebben hun hoofd geschud voor Thierry Baudet die als havik van Hegel zijn uil van Minerva liet opvliegen. Met deze mythologische volière vulde Baudet zijn toespraak met academisch proza dat als een apocalyptische pilaarheilige op het gehoor afkwam, in een bevlogen litanie vol boreale visioenen uit een al lang voorbije tijd.
Gaarne profileerde Baudet zich ook als tribuun van de troepen die het vaderland van de ondergang moeten redden, maar hij vond in Utrecht en Amsterdam nauwelijks grond. In deze steden wonen mensen te over die zijn toespraak met veel close-reading aangrijpen om het vooral vurig oneens te zijn met Thierry, met al zijn radicale Franse gedachtengoed geen echte Nederlander.
In de vrijdagmiddag voor de stille tocht ben ik weer naar het bloemenmeer rond de boom gewandeld. In stilte bekeek ik de ontroerende briefjes van kinderen. Ik sprak een paar mensen van buiten de stad. Een Brabantse vrouw zei me dat ze met man en kinderen naar Finland wilde emigreren, omdat ze het in Nederland te eng vond. Een man uit Vroomshoop kwam uit betrokkenheid langs. Hij was ook in Apeldoorn geweest, 30 april 2009 en had eerste hulp verleend aan Antilliaanse vrouwen die waren aangereden door Karst T.
Toen zag ik de stoet aankomen. Mannen met lange, witte gewaden, baarden, mutsen. Het was een stille manifestatie van Moslims. Na het vrijdaggebed in de moskee van Kanaleneiland waren ze naar het plein gegaan om boeketten witte asters te leggen. De stoet straalde grote vastberadenheid uit. Een jonge voorganger zei: ‘Maandag hebben we een hartstilstand gehad, maar we zijn gereanimeerd. De liefde zal winnen van de haat en de onverdraagzaamheid.’
Het was mooier dan de grote, stille stadswandeling die nog komen ging.
-
(Voor de toespraak van de moslimvoorganger (op Facebook) klikhier)