Door Jeroen Wielaert -  Op Nieuws030 is onlangs een imposante rij Utrechtse beelden beschreven. Eentje hoort daar nog bij. Het beeld is van vlak na de oorlog, maar houdt zijn betekenis, vooral nu.

Het is een sprekend symbool van Utrecht. Reuze rooms en robuust staat het een beetje verscholen aan de Oudegracht op het plein voor de Sint Martinuskerk: het ruiterstandbeeld van Sint Maarten, uitgebeeld als een Romeins veldheer. Het is in brons gegoten door de Nederlands-Belgische beeldhouwer Albert Termote, tevens maker van het Willibrordbeeld op het Janskerkhof. Het werd op 7 november 1948 ingezegend door kardinaal De Jong. 

Het was een bewijs van dankbaarheid voor de bescherming van Utrecht en de parochie in de Tweede Wereldoorlog. Utrecht ontkwam in mei 1940 aan een bombardement zoals op Rotterdam. Prompt vertrouwde pastoor Van Schaik stad en Tolsteeg toe aan de patroonheilige. Het ging gepaard met de belofte om na de oorlog een standbeeld voor hem te plaatsen.  

Bij de onthulling was het plein achter het beeld propvol. Er stond een klein fanfare-orkest achter de gesloten voorste rij van misdienaren in witte pijen. Bij de onthulling zei Van Schaik vol geloofsvuur: ‘Een christelijk krijgsman die fier en onbewogen als Utrechts schutspatroon zal blijven staan om ons te verdedigen.’

de Volkskrant, 8 november 1948

Je fietst, of loopt er makkelijk voor langs, net als de naburige bewoners die het beeld niet eens meer opmerken, zó lang staat het daar al voor de kerk die in 1987 is omgebouwd tot appartementencomplex. Toch is het een markante constante tegenover de karakteristieke achtergevels van de Twijnstraat aan de andere kant van de gracht. Opties om het een prominentere plek te geven in Utrecht zijn verworpen. Dat is wellicht jammer, maar het blijft voluit staan waarvoor het staat, veelzeggend genoeg.

In de vroege lente van 2020 ben ik het beeld beter gaan bekijken. Ruiter en ros straalden in de volle middagzon. Ik keek eerst naar het paard, het hoofd briesend voorovergebogen op zijn borst. Sint Maarten houdt de leidsels losjes vast, rustig rechtop gezeten, zijn zwaard naar beneden hangend aan zijn linkerzij.

De heilige draagt een helm met een kruis erop. Deze keer houdt hij zijn mantel aan. Dan zie ik de slang onder het paard liggen, kronkelend, de bek wijd open gesperd als in een schreeuw, met de linker paardenhoef boven op zijn kop.

... kronkelend, de bek wijd open gesperd als in een schreeuw, met de linker paardenhoef boven op zijn kop... Foto: JW

Zo verbeeldde Termote de forse vertrapping van het fascisme dat destijds nog maar drie jaar overwonnen was. Het moet het publiek in die dagen danig hebben gegrepen. Anno nu kan het worden uitgelegd als een tijdloos teken, bij het hernieuwd aanzwellen van fascistische tendensen. Die slang steekt zijn kop weer op; een nieuwe hoef is wenselijk.

Het is de vraag hoeveel mensen bij de onthulling van het beeld hebben gedacht aan landgenoten, zonen, of vrienden die in het verre oosten in een guerrilla verstrikt raakten om de redding van een kostelijke kolonie. Op dat plein ging het voor hen ten eerste om het behoud van Utrecht.

Nogmaals kijk ik naar Sint Maarten, de strakke uitdrukking van zijn gelaat onder de helm, de mond gesloten tussen ferme kaken. Dan zie ik het. Hij heeft zijn ogen dicht.  
   

...hij heeft zijn ogen dicht. Foto: Jeroen Wielaert