Jeroen Wielaert - Heel erg had ik ze niet gemist, Maarten Soolmans en Oopjen Coppit. 'Broer en zus van De Nachtwacht' worden ze al genoemd. Ook iets wat ik tot vandaag niet wist, maar het is lekker voor de marketing.

Op de voorpagina van de Telegraaf die ik kocht in onze Spaanse buurtsuper stond dat deze Rembrandts thuiskomen. Exlusief! De krant van ons land bracht het alsof Arjen Robben en Memphis Depay zijn binnengesleept door Ajax. Het brengt Wim Pijbes als museumdirecteur op de hoogte van bondscoach van de kunsten. 

Het was al langer bekend dat de Rothschildjes in Frankrijk niet meer zo dol zijn op dat Hollandse koppel. Ze doen ze weg voor 160 miljoen. Na weken van 'geheime onderhandelingen' en met een combine van Haagse fractievoorzitters is Pijbes erin geslaagd om het duo uit de handen van oliesjeiks te houden. Een geweldige proeve van cultureel ondernemen!

Maarten en Oopjen komen naar Amsterdam terug in een fifty-fifty-deal: vijftig procent van het Rijk en vijftig procent van het Rijks, sponsors en particulieren. Onwillekeurig doet het me denken aan de Tourstart in Utrecht die ook op die manier is bekostigd, na hele reeksen geheime onderhandelingen en openbare raadsbijeenkomsten. De Tour kostte alleen veel minder: dik vijftien miljoen. Daar heb je nog niet eens de schoenen van Maarten en Oopjen voor.

Pijbes heeft een mooie coalitie gesmeed van enthousiaste Haagse politici, uiteraard aangevoerd door kunstkenner Pechtold. Het is van een ontroerende eensgezindheid. Rembrandt overwint politieke tegenstellingen; topkunst verbroedert. Ook Halbe Zijlstra doet mee en dat is typerend. Halbe heeft een paar jaar geleden de kaalslag in de vaderlandse kunsten ingeleid. Nu komt er 160 miljoen beschikbaar voor twee antieke doeken. Het kan een teken zijn van het economisch herstel van Nederland.

Bij de thuiskomst van de twee geliefden moeten weggesaneerde gezelschappen en jonge, armlastige kunstenaars zich afvragen hoe snel al die Haagse Rembrandt-fans weer geld willen vrijmaken voor de kunst van nu.