Jeroen Wielaert - Ook in sterven was Jeroen van Merwijk een kunstenaar en zo heeft hij zijn leven voltooid. Voorbeeldig, eigenzinnig, sereen en creatief tot het laatst. Met zijn Jeanette had hij gekozen om ervoor in Frankrijk te blijven in Sainte Juliette, ver van de Croeselaan. De laatste nacht was niet donker. Jeanette beschreef het prachtig op Facebook: 'Vannacht is in mijn bijzijn en omgeven door veel Licht mijn dierbare en allerliefst Lief heel rustig en vredig overgegaan.

Hij was een groot Licht.'

Op 1 maart, nog maar net een paar dagen eerder had hij zelf nog iets op Facebook gezet. Het was een aankondiging van de verschijning van de dubbel-CD Finally van The Secret Combination, de band van singer/songwriter Jeff Mitchell. Jeroen van Merwijk had de omslag gemaakt: een kleurige kubistische figuur met wijd verspreide, open armen. Het was geheel zijn stijl, onderdeel van zijn kaleidoscopische universum aan buitenissige figuren, beesten en gebieden dat hij al jaren aan het uitbreiden was.

CD- Hoes Finally van The Secret Combination.

Die kant van zijn kunstenaarschap is sterk onderbelicht gebleven. Hij exposeerde zijn schilderijen en tekeningen een tijd lang onder pseudoniem: Malfet. In de zomer van 2017 zette hij zichzelf toch in levende lijve in de etalage: van 4 juni tot 9 juli ging hij gewoon als Jeroen van Merwijk achter het raam van Kunstruimte Kuub zitten schilderen. Hij deed dat in volle ernst, maar maakte ook graag een praatje met de mensen die kwamen kijken. Zijn credo was: 'Mijn enige vak is beeldend kunstenaar. Cabaretier zijn is geen vak.'

Het paste bij de zelfspot die hem eigen was. Tegen Wijbrand Schaap van Cultuurpers zei hij: 'Iedereen heeft een Appel. Iedereen heeft een Corneille. Niemand heeft een Van Merwijk. Dus is de vraag of Van Merwijk wel goed is. Dat weet niemand. Dan is het de uitdaging dat een paar grote mensen een Van Merwijk gaan kopen.'

Hij was wel blij dat hij de gave van het woord erbij gekregen had: 'Ik zou liever de hele dag schilderen en met kunst bezig zijn, maar daar kun je niet van leven. Het cabaret geeft me bestaansrecht en heeft me ook veel opgeleverd.'

Thuis op de Croeselaan stonden zijn doeken bij elkaar, hij kon er naar hartelust doorheen bladeren. Toen ik er een keer op bezoek was zei hij te overwegen om ze te verbranden. Dat heb ik hem sterk afgeraden. Ze konden beter in het Centraal Museum komen te hangen.

In juli 2019 ontvingen Jeanette en Jeroen me in hun domicilie in Frankrijk, een middeleeuws karakterhuis in het gehucht Sainte Juliette, niet ver van de Pyreneeën. In het atelier kwam alles bij elkaar: daar stonden zijn gitaren, daar had hij zijn grote tekenvellen en doeken. Hij was er elke dag vanaf de vroege morgen bezig met schilderen en tekenen. Er was dan toch een overeenkomst met zijn liedteksten: het was heel secuur werk met heel gedetailleerde aandacht.

Onder de oude balken van de open schuur hebben we onder het eten vooral over kunst zitten praten. Jeroen was daar gedreven en opgewekt over, hoe moeilijk de markt ook was. De kunst was voor hem een dagelijkse kracht. Hem erover horen vertellen was meevaren in een sprankelende woordenstroom.

Hij kende de duisternis, was ook als tekstschrijver gehard door tegenslagen. Hij had columns geschreven voor het UN, ze waren er ook weer mee gestopt – harde praktijken. Ik deelde een dergelijke ervaring met hem in de Stichtse Taveerne in de Twijnstraat, een van zijn favoriete Utrechtse kroegen. Jeroen was er luchtig over, somberen was niet zijn werkwoord, al kende hij de stemming.

Jeroen van Merwijk tijdens een literatuurfestival in 2008 in het Louis Hartlooper Complex. Foto: Ton van den Berg

Hij wilde vooral zichzelf blijven, ook al wist hij dat hij daarmee geen volle zalen trok. Zo'n cabaretier was hij niet, hij was een hele goeie tekstschrijver, maar niet voor het Grote Publiek dat vooral kwam voor de vette lach. Dat zinde hem niet. Hij hield van de rauwe randen, van het humorvol benoemen van pijn en wonden.

En dus schreef hij Als ik mezelf was. Een echte Jeroen van Merwijk.

Als ik mijzelf was, zou ik om Bambi huilen
Als ik mijzelf was, was ik gevoelig en verlegen en naïef
Als ik mijzelf was, mocht zelfs Bin Laden bij mij schuilen
Als ik mijzelf was, was ik altijd lief en positief
Als ik mijzelf was, zou ik alleen aan fijne dingen denken
Over hoe prachtig en geweldig alles op de wereld is
En ik zou mijn medemensen naastenliefde schenken
Als ik mijzelf was, was ik de fijnste mens sinds mensenheugenis
En ik zou bescheiden wezen en niet meer zo hautain
Mijn God wat ben ik blij, dat ik mezelf niet ben

Als ik mijzelf was, zou ik een ieder teer beminnen
Als ik mijzelf was, dan trapte ik nooit meer tegen het toch wel zere been
Als ik mijzelf was, zou ik iedereen voor mij weten te winnen
Als ik mijzelf was, dan strooide ik complimentjes om mij heen
Als ik mijzelf was, dan zou ik nooit meer iets gemeens verzinnen
Dan kwamen er als vanzelf alleen maar mooie dingen in mij op:
Wat moet het fijn zijn om met Patty Brard een rusthuis te beginnen
Wat heeft die Willibrord Frequin toch eigenlijk een sympathieke kop
En wat zou ik aardig wezen en van iedereen een fan
O, we mogen God toch wel op onze blote knietjes danken
Dat ik mezelf niet ben

Als ik mijzelf was, dan zouden jullie moeten braken
Dan lag het hele land nu langzaamaan kotsend over de vloer
En stond mij als cabaretier al lang het schaamrood op de kaken
Over zoveel inlevingsvermogen en slap geouwehoer
Als ik mijzelf was, hier in dit heerlijke theater
Zong ik een liedje dat de zee zegt dat ie moe is
En dat soort flauwekul
Maar gelukkig staat er één ding als een paal nog boven water
Ik ben misschien wel niet mezelf
Maar ik ben tenminste wel een lul
Ik ben misschien wel niet mezelf
Maar ik ben tenminste wel een echte lul

Tot begin 2020 heeft hij het volgehouden om een dagelijkse liedtekst op Facebook te zetten. Dit was een van zijn laatste.

Veel menselijk gedrag wordt niet begrepen

Dat is steeds vaker aan de orde van de dag

Iemand staat op straat zijn buurvrouw in te zepen

Of loopt over kerkhoven met een koude lach

 -

Of iemand kan soms uren op een bankje zitten

Of keihard zitten praten op een fiets

Of in een park naast een standbeeld liggen pitten

Dat je bij jezelf denkt wie doet er nou zoiets

 -

De een mag graag de kat in ‘t donker knijpen

Terwijl een ander openlijk de liefde weer bedrijft

Maar een ding valt voor niemand te begrijpen

Dat is dat iemand elke dag een liedtekst schrijft

Toen hij dat schreef had hij al kanker. Op 10 februari maakte hij het per mail bekend en later ook op facebook. Hij vertelde dat hij er graag de tijd voor nam: 'Met een beetje mazzel kunnen jullie dus nog even genieten van het veelzijdige genie en morele kompas dat zich nu al bijna 65 jaar Jeroen van Merwijk mag noemen.'

Het was de opening naar een wonderbaarlijk slotjaar waarin hij alsnog alle erkenning kreeg die hij al lang verdiende. Interviews, een TV-documentaire met Cornald Maas, een ere-Edison. Hij schreef een boek: Kanker voor Beginners. Er stonden een paar treffende overpeinziningen in.

'Misschien had ik ook gewoon op een podium moeten gaan staan om allerlei flauwekul te verkopen en mijn kont zien te redden, en misschien had ik dan veel gelukkiger geweest dan ik in mijn leven ooit heb kunnen zijn.'

En ook, met stevige zelfkennis: 'Dat ik me voor het eerst in mijn leven realiseer dat ik vierenzestig jaar lang slecht ben geweest in het ontvangen van warmte en genegenheid. Zou dat zijn geweest omdat ik me in mijn diepste wezen niet kon voorstellen dat mensen echt van mij, met mijn ingewikkelde karakter en laffe persoonlijkheid zouden kunnen houden?'

Hij heeft nog op tijd het goede antwoord gekregen. Genoeg om op het laatst te stralen als Jeroen in Frankrijk.