Wielaert - Het boek is een monument voor Truus van Lier
Gepubliceerd: donderdag 7 april 2022 20:59
Jeroen Wielaert - De locatie is nog identiek, hoek Walsteeg-Willemsplantsoen, vlak bij de singel. Dezelfde serene sfeer hangt er, buiten het rumoer van de binnenstad. Op vrijdagmiddag 3 september 1943 werd die stilte doorbroken door twee schoten, afgevuurd door Truus van Lier. De Utrechtse hoofdcommissaris Gerard Kerlen werd er dodelijk door getroffen.
Een soortgelijke locatie is te zien op de Prins Hendriklaan: de bakstenen woning naast het modernistische Rietveld-Schröder-huis. Het was het huis van de familie Van Lier, waar vroeg in de oorlog de verzetsgroep CS-6 van dochter Truus bijeen kwam. De betekenis van dit adres was de aanleiding tot de biografie die Jessica van Geel schreef. Een boek als een roman, afgelopen week verschenen: Truus van Lier, Het leven van een Verzetsvrouw.
De liquidatie van Kerlen zorgde zo midden in de oorlog voor landelijke opschudding. Truus van Lier werd spoedig verraden en gearresteerd en is op 27 oktober 1943 gefusilleerd. Na de oorlog raakte ze vergeten. Twintig jaar geleden maakte Ton van den Berg voor het Utrechts Nieuwsblad een interview over haar met Tommy Hendriks, de man die het initiatief nam om vanaf 2004 jaarlijks aan de Singel de naam van Truus te verbeelden door narcissen.
Jessica van Geel (1973) kende het verhaal van de jonge Utrechtse verzetsvrouw destijds nog niet. Ze kwam erachter toen ze onderzoek deed naar Truus Schröder. De schrijfster ontdekte in haar archief briefjes van haar buurmeisje. Ze omschreef haar als 'het meisje met de vergeet-me-niet-ogen'. Bezoekers aan het Rietveld-Schröder-huis kopen hun tickets in die historische buurwoning. Van Geel werd ook geraakt door een advertentie waarin vader Van Lier vlak na de oorlog informeerde naar het lot van zijn dochter. Van Geel was gefascineerd en begon aan de biografie. Ze vond het verhaal belangrijk voor de stad, maar ook om nieuwe aandacht te geven aan de rol van vrouwen in het verzet.
In de biografie is te lezen hoe het schattige buurmeisje vroeg in de oorlog veranderde in een vastberaden Kenau. 'Jullie zijn zwak, kunnen geen bloed zien,' moet ze gezegd hebben. Althans, zo is de vrije interpretatie van de biografe. Ze had net zo weinig documentatie als Kees van Domselaar en Michiel van Diggelen, het tweetal docenten van wie vrijwel tegelijkertijd een studie verschenen is: Truus van Lier, Van schoolmeisje tot verzetsvrouw. In ieder geval blijft haar verbetenheid zichtbaar op die ene foto van haar, met die ferme trekken van haar lippen en de blik in haar ogen, in verschillende ontwerpen zichtbaar op de boekomslagen.
Truus van Lier schreef geen oorlogsdagboek als Anne Frank en ook geen brieven. Van Geel bouwde haar reconstructie door na te gaan wat andere verzetsvrouwen deden, hoe de mannelijke leden van CS-6 opereerden, hoe het netwerk eruit zag en hoe Van Lier gemotiveerd raakte om een liquidatie uit te voeren.
Het voerde tot de vaststelling dat de beweegreden een optelsom waren. Truus van Lier was een half Joodse dochter van een welgestelde familie met een grote culturele belangstelling. Haar vader was advocaat, haar moeder maakte carrière als chemicus, heel uitzonderlijk. Een van haar grootvaders was mede oprichters van de Utrechtse hypotheekbank.
Het gebouw is nog te zien op de Drift. Het staat naast het pand van de UVSV, de studentenvereniging waar Truus van Lier zich vroeg in de oorlog als studente rechten bij aanmeldde. Ze was nog danig geschokt door de zelfmoord van vier familieleden in een Haarlemse etage, 14 mei 1940. In de chaos van de uitbraak van de oorlog waren Bernardina en Cees van Lier, oom Eduard en zijn vrouw Gerarda er niet in geslaagd om te ontsnappen uit IJmuiden. Als gymnasiaste had Truus de ernst al begrepen van de verhalen uit Duitsland over het antisemitisme van Hitler, het heftige nieuws van de Kristallnacht vol terreur tegen Joden en hun bezittingen. Als studente ondervond ze de gestage nazificatie in Nederland, om te beginnen met de ontmanteling van de UVSV. Alles bij elkaar was er maar een weg voor haar: het verzet.
Nicht Trui ontfermde zich over de opvang van Joodse kinderen in een pand dat ze Kindjeshaven noemde. Het staat ook nog overeind in de Prins Hendriklaan, vlak bij het Wilhelminapark, naast Parkcafé Buiten, er heeft een slijterij in gezeten.
Truus ontwikkelde andere voornemens. Met haar metgezellen bestudeerde ze het Communistisch Manifest en het werk van de grote Franse schrijver André Malraux. Het voerde tot heftige discussies over zware dilemma's: Is het gewettigd om te moorden om andere moorden te voorkomen. Hoe ver kan je gaan? Mag je eigen rechter spelen?
In die geest moet Truus hebben verzucht: 'Noem me roekeloos, maar ik geloof in het goede van de mens en ik ben bereid om ervoor te doden.'
Ze is al gegroeid in het verzetswerk, heeft zich in Amersfoort gemeld bij de Wehrmacht. Een perfecte dekmantel om te spioneren op Fliegerhorst Soesterberg. In Utrecht werd Gerard Kerlen ondertussen benoemd tot hoofdcommissaris. Hij had als legerofficier jaren gediend in Nederlands-Indië, had zich bij terugkeer gestoord aan de slapte in het vaderland en aangemeld bij de NSB. Kerlen kwam hoog op de lijst van gevaarlijke personen te staan, opgesteld door de Ordedienst, een verzetsgroep van voormalige hoge Nederlandse militairen. De hoofdcommissaris ging op het hoofdbureau aan het Paardenveld graag koffiedrinken op kamer 14, zetel van de Centrale Controle, de 'Jodenploeg', geleid door hoofdrechercheur Jan Smorenburg.
Namens CS-6 heeft Louis Boissevain de vraag gesteld wie tot 'omleggen' bereid was.
'Ik,' antwoordde Truus van Lier.
Als voorbereiding is ze Kerlens wegen nagegaan, leerde ze zijn vaste wandeling kennen tussen het hoofdbureau en zijn woning, Willemplansoen 8. Op donderdag 2 september 1943 heeft ze een lapje in haar mantel genaaid waar haar revolver in paste. Laat in de volgende middag is ze gaan fietsen, tot in de Walsteeg. Daarna is ze Kerlen tegemoet gelopen. Op zeven meter afstand heeft ze twee maal gevuurd. Ze is zo kalm mogelijk weer weg gefietst en met een omweg naar het station gereden om Utrecht te verlaten.
Kerlen is met de hoogste eer begraven. In de stoet liep Anton Mussert voorop met burgemeester Van Ravenswaay. Alle kopstukken van het Nederlandse naziregime waren erbij, waaronder de hoogste politiebaas, Hanns Albin Rauter. De opsporing van Truus van Lier was al begonnen.
Het ging nu snel. Het verraad in Haarlem door de Joodse Irma Seelig. De arrestatie na een bezoek aan een Haarlems café. De bekentenis. De opsluiting in een eenzame Amsterdamse cel. Het schijnproces. De Duitsers wilden vrouwen niet executeren in Nederland om de publieke opinie niet nog verder tegen zich te krijgen. Daarom vervoerden ze Truus naar Sachsenhausen ten noorden van Berlijn, samen met Reina Prinsen Geerligs en Nel Hissink. Op 27 oktober 1943 zijn ze gefusilleerd.
Van Geel ontdekte dat ze daarna zijn misbruikt door de gevangenen die hen moesten wegvoeren.
Ze baseerde zich op een getuigenis van Joop Zwart, een Nederlander die als administrateur in het kamp werkte. Hij had de lichamen zien liggen en zijn conclusies getrokken. Ze werden door andere gevangenen bevestigd,
In de almanak van de UVSV uit 1946 stond een In Memoriam van Truus van Lier. Ze had de studie gebruikt als dekmantel waarachter zij moeilijk en gevaarlijk werk deed in dienst van het vaderland. En dan staat er: Als een man heeft zij met grote toewijding en plichtsbetrachting zich ingezet voor wat ons allen het dierbaarste is, en zij heeft geen ogenblik geaarzeld haar leven te geven voor het herwinnen van onze vrijheid. Haar moeder, die zoals het heette voor haar in gijzeling genomen werd, bezweek begin 1945 in Ravensbrück. Moge onze houding en ons streven zo gericht zijn, dat wij hun offer waardig mogen worden.
Na het lezen van dit alles, met kennis van alle nog bestaande locaties, ontstaat vanzelf het idee van een speelfilm, zoals over Hannie Schaft, Het Meisje met het Rode Haar uit 1981.
Kunstenaar Joyce Overheul is door de gemeente Utrecht gevraagd om een monument voor Truus van Lier te maken. Jessica van Geel heeft er uit zichzelf een geschreven.
(Op maandag 11 april op televisie Andere Tijden over drie vrouwen Van Lier in de oorlog. Klikhier)