Jeroen Wielaert - Het was niet de oorspronkelijke opzet, maar Moda, de expositie vol Marokkaanse couture in het Centraal Museum, neemt extra duidelijk stelling in dagen met een heel rechts kabinet. Het is een grootse viering van moderne Marokkaanse ontwerpkunst. De opening werd woensdagmiddag een uitbundig feest, met Máxima als modekoningin, gehuld in een grijs mantelpak, ontworpen door Mohamed Benchellal.

Koningin Maxima, met achter haar commissaris van de koning Hans Oosters

De koningin werd uitgeluide gedaan onder opwindende Marokkaanse klanken, met veel getrommel, gezang en blaaswerk. Ten paleize had ze voor de spiegel niet alleen nagedacht over haar keuze voor het ensemble dat ze al droeg op prinsjesdag 2022. Het mocht ook worden gezien als de hoogste koninklijke goedkeuring voor deze cultuur. Een vorstelijke blijk van waardering tegen de grauwe tijdgeest in.

Artistiek directeur Bart Rutten zei het zo in zijn openingswoord, gehuld in een lang, fraai afkleden gewaad: ‘Toen we drie jaar geleden deze expositie in het schema zetten, konden we niet bedenken dat er een kabinet zou zijn dat vindt dat de Marokkaanse cultuur zo klein mogelijk moet blijven in Nederland. Wij zijn hier voor de verbinding.'

Bart Rutten

Rutten onderstreepte hiermee de ondertitel van MODA: Moroccan Fashion Statement. Bij het Centraal Museum weten ze heel goed dat Utrecht een grote Marokkaanse bevolkingsgroep heeft. Rutten is benieuwd naar de wisselwerking die de tentoonstelling moet opleveren. Later zei hij me: ‘We wisten niet dat het zo noodzakelijk zou zijn.’

De Nicolaïkerk beleefde woensdag een heel bijzondere primeur. Voor het eerst stond er een catwalk voor een Marokkaanse modeshow. Er was veel publiek. Natuurlijk de vaste Utrechtse kunstscene, maar ook veel bewoners van Kanaleneiland.

Daar kwamen de mannequins met de Marokkaanse haute couture. Het was verbluffend in de afwisseling van ontwerp, sterk variërend van kleur en snit, met verschillen tussen hechte geslotenheid tot luchtige onbedektheid. Een openbaring voor hen (het zijn er genoeg) die bij Marokkaanse klederdracht denken aan schaars gedragen burka’s, hoofddoeken en imamgewaden. Niks islamitische zwarte kousen: hier hebben de ontwerpers alle ruimte en vrijheid genomen om hun eigen couture te maken. Allemaal afkomstig uit een land waar ze al veel langer bekend zijn met het gebruik van naald en draad dan in Nederland.

Op de tentoonstelling spreekt die kunst voor zichzelf. Hier ontbreekt de zware politieke lading, op dat ene gegeven na: dit kan dus allemaal in een maakproces dat kennelijk geen beperkingen kent. De inlandse traditie met lange gewaden wordt niet helemaal verlaten, maar is inspiratie voor eigentijdse vormen. Vrijgevochten en kosmopolitisch, dat is het.

De curatoren Ninke Bloemberg en Zineb Seghrouchni hebben er voor gekozen te tonen dat de ouderwetse tegenstelling tot niet-westerse kleding voorbij is. Het is heel goed te zien op een expositie met meer dan veertig Marokkaanse gamechangers uit Marokko en de Marokkaanse diaspora in Nederland. Stuk voor stuk zijn het vernieuwers, het Centraal Museum laat hun fenomenale sprong vooruit zien.

Mannenmode ontbreekt niet, en ook niet de nieuwerwetse haardracht, de amazigh hairitage. Vergeet voor even Fong Leng, Frans Molenaar, Iris van Herpen, Marlies Dekkers en Jan Taminiau. Verbaas je over het werk van Karim Adduchi, Yto Barrada, Meriem Yin, Samira Charroud, Said Mahrouf, Benchellal, Meryem Slimani, Mina Abouzahra, Raphia en alle anderen. Het is als met alle mode: je zult het niet direct allemaal op straat zien.

Een Marokkaans spektakel voor heel Nederland, niet alleen voor Utrecht.