Wielaert - De Dans van Natasja, ultieme zwart-wit-afronding van Jos Stelling
Gepubliceerd: zondag 17 september 2023 07:00
Jeroen Wielaert - Van een kruidenierswinkel op een lege straathoek, via strenge kloostergangen, een zwoel café, over snelwegen en langgerekt spoor naar een vervallen datsja in een Russische steppe. Er is veel verplaatsing in de Dans van Natasja, de nieuwe film van Jos Stelling (78). Hij is gedraaid in zwart-wit, een pure ode aan de traditie van cinema waar Stelling innig van houdt. Het Russische element wordt ongewild overschaduwd door de oorlog in Oekraïne. Komende zaterdag is de première in de stadsschouwburg tijdens het Nederlands Filmfestival.
Jos Stelling raakte in de jaren vijftig verknocht aan film en leerde zichzelf filmen met een 8-millimeter-camera. Hij debuteerde in 1974 met Mariken van Nieumeghen, in 1975 verkozen voor het beroemde festival van Cannes. Het was de tijd van grote Italiaanse regisseurs als Federico Fellini en Michelangelo Antonioni en ophefmakende Amerikanen als Woody Allen, Francis Ford Coppola en Martin Scorsese.
Utrechtse Jos hechtte aan eigen stijl, sfeer, filmtaal met veel oog voor detail. Aanvankelijk baseerde hij zich op Nederlandse fenomenen van eeuwen her. Na Mariken volgden Elckerlyc (1975) en Rembrandt fecit 1669 (1977). Met De Pretenders (1981) ging hij terug naar de Utrechtse jaren vijftig, op basis van een toneelstuk van Herman van Veen. Duska (2007) en Het meisje en de dood (2012) waren een wending naar het tragikomische drama op onbestemde Oost-Europese locaties. De Dans van Natasja is er de bekroning van. Andermaal een On-Nederlandse Stelling.
Het oorspronkelijke idee is acht jaar oud, met als werktitel De Laatste Roker. Het moest gaan over een personage dat vermoord wordt door een zelf bedachte dader. Het streven was om de film op te nemen in Rusland, maar het was net na de Russische overweldiging van de Krim. Het werd steeds lastiger die richting in te slaan.
Binnenlands kreeg Stelling meer obstakels te overwinnen bij het Filmfonds dan hem lief was – een stoet van onnozelaars zonder voeling met de ware auteursfilm. Eindelijk konden ze in 2023 gaan draaien, in het oosten van Duitsland, de driehoek Leipzig-Weimar-Halle. Rusland was net begonnen met de oorlog in Oekraïne. Zijn laatste film? Stelling is blij dat hij af is, helemaal klaar met al het gedoe. Een blockbuster zal het niet worden. Het is nu aan het publiek, eerst in Utrecht en in januari in de Nederlandse bioscopen.
Aantrekken, afstand nemen, afscheid en eenzaamheid. Dat is de kern van de ontwikkelingen rond Daantje, het centrale belemmerde personage in de film. Hij zegt heel weinig, al vanaf zijn vroegste jeugd. Duidelijker spreken zijn grote ogen onder zijn wollen muts. Zijn vader (Gene Bijvoets) bemant een kruidenierszaak met weinig klandizie. Zijn moeder (Hadewych Minis) omringt hem met alle liefde, vertelt over een balletdanseres die hij ooit zal ontmoeten. Er komt een klas in beeld met jonge danseressen. Een ervan maakt afwijkende bewegingen en wordt weggestuurd.
Daantje komt later terecht bij de pastoors op een seminarie. Zelf wordt hij niet op schoot genomen. Jos Stelling heeft een goede tijd gehad bij de paters, wilde er geen aanklacht van maken in zijn film. Met Daantje gaat het minder: ook hier kan hij niet aarden. Spoedig maakt hij het auto-ongeluk mee dat het einde wordt van zijn moeder.
Het is allemaal heel sober in beeld gebracht door Stellings vaste cameraman Goert Giltay. Leegte is een belangrijk onderdeel. Waar weinig gesproken wordt draagt de muziek van componisten als Chopin, Debussy en Rachmaninoff sterk bij aan de vertelling.
Zonder noemenswaardige opleiding komt de inmiddels groot geworden Daantje (Willem Voogd) terecht aan de zelfkant van een stad met andere verschoppelingen en hoeren. Als hoofdpersoon zit er geen heuse ontwikkeling in, hij blijft letterlijk nietszeggend. Als shagroker krijgt hij wel de aandacht van een oudere vrouw die in een café werkt. Het is de donkerjarige Natasja (prachtrol van Anastasia Weinmar).
Ze ontfermt zich over hem en neemt hem mee in een stortregenbui. Eenmaal thuis zingt ze met uitgelopen mascara een soldatenlied met mannenstem (een van de typische Stellingiaanse grappen). In het Russisch vertelt ze verder over een rugzak vol mannengeschiedenissen om te besluiten met: 'Ik ben geen hoer!'
Nu wordt het mooier, broeieriger, krijgt de film een nieuwe vaart, stijgt hij op om neer te komen bij de verlaten datsja waar Natasja Daantje naartoe neemt. Ze komen Igor tegen (Jan Bijvoet), een van de beste Stelling-dwergen aller tijden. Hun eerste ontmoeting levert met zijn drieën een geweldige scene in een shot op, inleiding tot de surrealistische apotheose. Er gebeuren meer absurde dingen in Rusland, maar bij Jos Stelling wordt het geen massagraf.
Zie ook:
- dit recente artikel van Wielaert bij De Nuk, met daarin een interview met Stelling
- dit artikel over de premières (op 23 september besloten en 3 dagen later voor het publiek)
- en de trailer hieronder: