Wielaert - Collectief PUM breit door aan MOA
Gepubliceerd: vrijdag 22 november 2019 21:05
Jeroen Wielaert - De kachel mag er nog steeds niet aan, maar de warmte voor de kunst is terug in het Museum Oud Amelisweerd. In een voorlopige identiteit als Pop-Up-Museum presenteert het nu de expositie Dress To Impress, met als opmerkelijke stukken een oude trui van Hans Spekman en de spectaculaire Amsterdam Rainbow Dress. Het is een behoorlijk indrukwekkende manier om het voormalige MOA te reanimeren als PUM. Er zal beslist veel publiek op af komen, in combinatie met een frisse herfstwandeling door Amelisweerd.
Op zondag 18 september 2016 vierde Armando zijn 87-ste verjaardag nog in het MOA. Yvonne Ploumen beheerde er zijn werk waar geen plaats meer voor was in zijn geboortestad Amersfoort. Dat jaar kreeg het museum een Europese Onderscheiding voor de renovatie, werk van de restauratiearchitect Krijn van den Ende en de ontwerpers Ronald Buïel en Jorrit Noyons. Het had 4 miljoen euro gekost.
Vrijdag 7 oktober 2016 werd ook nog een bij de prijs behorende Europese plaquette naast de deur onthuld. Het kon geen echt feest worden, want de sluiting van het MOA dreigde, omdat de gemeente Utrecht de exploitatiesubsidie van 75.000 euro had ingetrokken. Wethouder Kees Diepeveen en de gemeenteraad kwamen daar niet op terug. Op het laatst liet Armando zijn werken weghalen. Niet lang daarna overleed de grote kunstenaar en sloot het MOA als een triest cultureel sterfhuis.
Deze zomer gingen de deuren weer open. Ik vermoedde eerst dat het een frisse actie was van een groep jeugdige kunstliefhebbers, maar zo is het niet. Bij de opening van Dress to Impress werden de genodigden toegesproken door Herman Sietsma, de directeur van Huis Doorn en Huis Amerongen. Voor de gelegenheid droeg hij een indrukwekkende blazer. Hij vertelde over de garderobe waarmee Kaiser Wilhelm zijn onderdanen wilde imponeren. Veel van zijn uniformen hangen in Huis Doorn.
Na dit inleidende geschut vertelde Sietsma over de bundeling achter het Pop-Up-Museum: de Doorn en Amerongen samen met Kasteel de Haar en Slot Zuilen. Hij roemde ook de inzet van de vele vrijwilligers die de reguliere openingstelling van het tentoonstellingshuis in Amelisweerd mogelijk maakt. Hij deed een beroep op de gemeenten Bunnik en Utrecht om te kijken of het blijvend open kan, langer dan wat nu voorzien is: medio 2020. Hij wist dat er twee Utrechtse ambtenaren onder het gehoor waren. Wethouder Anke Klein komt spoedig zelf op bezoek.
Het aanzienlijke kastelencollectief kan een vuist maken, waar Yvonne Ploumen in haar eentje met lege handen kwam te staan. Maar daarmee zijn ze er nog niet, zei Sietsma me na de openingsplechtigheden. Hij rekent op de steun van de instituten en bedrijven op de nabije Uithof en hoopt dat ze de verantwoordelijkheid nemen voor hun omgeving door zich ook over het museum te ontfermen.
Dat kan een mooie variant van cultureel ondernemen worden in de stad van kennis en cultuur. Bij de vitrine met een van zijn oude truien vertelde Spekman dat hij ooit boze post had gekregen uit Zwitserland. Hij zei: ‘Een simpel wethoudertje uit Nederland werd geacht geen trui te dragen.’ In zijn openingswoord had hij verteld dat die trui voor hem een symbool van liefde was, voor zijn vrouw, zijn moeder en zijn zussen. Maar de maatschappij wil iedereen steeds weer in een malletje stoppen, weet Hans. Het exposeren van zijn trui geeft aan dat er ruimte moet zijn om anders te zijn en dat je dat mág zijn. Spekman vindt dat het museum te maken heeft met ‘moeilijke gemeentelijke logica’: het is goed als er anti-kraak in het gebouw zit, maar het wordt lastig als het een culturele bestemming krijgt.
Het is jammer dat er op Dress to Impress geen combinatie meer gemaakt kon worden met het werk van Armando, maar de opstelling met de kostuums maakt op zich indruk genoeg. De kamervullende Rainbow Dress gaat spoedig weer op tournee, dus wie hem wil zien moet de eerste weken van de expositie naar het Pop-Up-Museum. Het draagt bij aan de onmiskenbare indruk dat het bestaansrecht heeft.