Vleugels - De wraak van het servet
Gepubliceerd: donderdag 14 juli 2016 23:16
Roger Vleugels - Het gaat lukken. Utrecht gaat Amsterdam, Rotterdam en Den Haag verslaan. Servetje gaat na eeuwen van vernederingen vernietigend uithalen naar de tafellakens.
Die drie steden hebben ieder één centrum. Utrecht heeft er binnenkort drie. Utrecht wordt gewoon te groot voor één centrum.
Voor het zover is, zal er nog wat water door de Catharijnesingel moeten stromen. Nou ja, die singel moet eerst nog hersteld worden. Dat kost nog een paar jaar. En die singel heet niet Catharijnesingel maar Stadsbuitengracht. En het water stroomt niet, althans het grootste deel van de dag niet. Maar dit terzijde.
Het kost nog even omdat nog een hobbeltje genomen moet worden. Drie fracties vechten namelijk ieder voor hun eigen centrum. Drie fracties, drie centra:
- Het volk en het plebs, ofwel mensen met enige inburgering en enig historisch besef, zien als centrum de oude binnenstad, het gebied binnen de Stadsbuitengracht.
- De Klépierre groupies vinden Nieuw Hoog Catharijne, vermeerderd met de OVTerminal [Utrecht Centraal] en zonder die malle Moreelsebrug, het centrum.
- De Stadskantoorbobo’s zien dat heel anders. Zij weten te vertellen dat het Stadsplein [het voormalige Jaarbeursplein] het nieuwe centrum moet zijn. Meer dan de helft van de inwoners woont ten westen van het spoor is voor hen naar buiten toe de vanzelfsprekende onderbouwing.
Het afgelopen jaar zie je de gemeentecommunicatie, in handen van de Stadskantoorbobo’s, langzaam opschuiven naar het promoten van dat Stadsplein als het nieuwe centrum, het echte hart van de stad. Een bruisend plein met terrassen, cafés, restaurants, hotels, een auto- en een fietsparkeergarage en met grootschalig entertainment zoals het Beatrixtheater, 14 nieuwe bioscopen en festivals.
Via een mengsel van feiten en spin wordt dit nieuwe centrum steeds voldongener neergezet. Voortdurend wordt gemeld dat er meer mensen ten westen van het spoor wonen. Steeds nadrukkelijker komt naar voren dat de Neude eigenlijk ongeschikt is voor festivals. Het is moeilijk bereikbaar en de festivals zijn op dat plein een last voor de horeca omdat zij dan steeds hun terrassen moeten inschikken. Op het Stadsplein kunnen veel meer en grotere festivals georganiseerd worden. En kijk eens naar die trappen als tribune. Enz.
Op de momenten dat de Stadskantoorbobo’s denken dat ze de macht hebben, worden ze idolaat van de potentie van het Stadsplein. Ze zien het als hot en sexy.
Ze zijn echter realistisch genoeg om te zien dat je de binnenstad met zijn plebs niet zomaar helemaal kunt afschrijven. Dat openluchtmuseum met zijn amper innoverende middenstand, problematische bereikbaarheid en dure onderhoud hoort er om de een of andere reden toch bij. Je kunt de binnenstad niet dumpen, althans niet openlijk.
Het pokeren van de Klépierre groupies zorgt voor onrust. Het ene moment piept Klépierre over dat Moreelsebruggetje. Effe later is dat vergeten, worden honderden miljoenen uitgegeven en wordt lol beleefd aan het afstoten van Leidsche Rijn Centrum. Wat moeten de Stadskantoorbobo’s met Klépierre? Maar ja, wat moeten ze zonder Klépierre?
Een moeras? Nee hoor. De Stadskantoorbobo’s knuffelen voor de vorm wat met het binnenstadsplebs en Klépierre om vervolgens vol te gaan voor het Stadsplein, vakkundig vermomd als ‘stad met drie centra’. Een win-win-win scenario. Een voorlichter verzuchtte onlangs: Ja, hoe we dat moeten gaan communiceren dat is nog wel een dingetje.